Bossen op Walcheren, een kwestie van tijd Het bos van de buiten plaats Berkenbosch (Oostkapelle) anno 1995. De eiken over- staanders zijn duidelijk op leeftijd en misschien wel meer dan 150 jaar oud. Het hakhout in de ondergroei is al enige tijd verdwenen. Staatsbosbeheer heeft nu een nieuwe genera tie bomen geplant, die in de toekomst het bos- beeld gaan bepalen. (Foto J.S. Ettema). bomen werden op een leeftijd van 100-150 jaar gekapt en leverden dan goed timmerhout. Onder de overstaanders groeide hakhout van elzen, ber ken, iepen of essen. Dit hakhout werd met een veel kortere omloop gehakt. Iedere 7 tot 15 jaar leverde het een forse voorraad brand- en geriefhout. Ook de dode takken en twijgen in het bos werden gesprokkeld om in kachels en ovens te worden verbrand. Het hakhout met overstaanders is niet typisch voor de Walcherse buitenplaatsen. Het kwam ook elders in Nederland en elders in West-Europa voor. Daar wordt het wel aangeduid met de term 'middenbos', 'Mittelwald' of 'taillis-sous-futaie'. Zoals hier boven is beschreven zijn de Walcherse buitenplaatsen sinds het einde van de 18de eeuw sterk in aantal en oppervlakte teruggelopen. Op sommige plaatsen in de Manteling zijn nog restanten te zien van het oude hakhout, en de eiken in Berkenbos, Westhove en Hoogduin geven nog een beeld van de oude overstaanders. Het bos heeft zijn oude functie als houtleverancier verloren. Nu bepalen recreatie en natuur het bosbeeld. Dood hout. holle bomen en een ruige ondergroei met bramen en veel struikgewas zijn de duidelijkste kenmerken. 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 98