Bossen op Walcheren,
een kwestie van tijd
Anion van Haperen De vraag of er op Walcheren meer bos moet komen is altijd goed voor een
stevige discussie. Volgens velen horen bossen niet thuis in het open pol
derlandschap en kwamen deze daar ook vroeger niet voor. Dit laatste blijkt
maar zeer ten dele waar. Enkele eeuwen geleden was Walcheren veel rijker
aan bos dan nu. Wel heeft het voormalige eiland een totaal andere bosge-
schiedenis dan grote delen van de rest van Nederland. En als de tekenen
niet bedriegen wordt hel in de komende decennia weer veel bosrijker dan
het in lange tijd is geweest.
Bosaanleg op Walcheren is een controversieel onderwerp. Zowel tijdens
de herverkaveling van de jaren vijftig als bij de voorbereiding van de
onlangs in uitvoering genomen ruilverkaveling stonden voor- en tegen
standers van bosuitbreiding fel tegenover elkaar. Dat is overigens niet
alleen op Walcheren het geval. Ook elders in Zeeland verschillen de me
ningen over de wenselijkheid van meer bos. Het Zeeuwse landschap heeft
een open karakter, waar alleen pleksgewijs bomen groeien. Uitgestrekte
bossen komen er niet of nauwelijks voor. Dat is ook in het verleden altijd
zo geweest en waarom zou je daarin verandering brengen? De Zeeuwen
zijn vertrouwd met dit open landschap en ook de recreanten komen voor
de zee, het strand en de vergezichten. Aan kleinschalige landschappen en
bos hebben zij geen behoefte. Daarvoor kunnen zij immers terecht op de
Veluwe en in Brabant, Limburg of Drente. Dat is kort samengevat het
standpunt van degenen die bezwaren hebben tegen de uitbreiding van bos
op Walcheren en in Zeeland in het algemeen. Dit artikel wil de andere kant
van het verhaal belichten.
De Walcherse bosgeschiedenis
In ruimer kader
Bijna overal in West-Europa zijn zo'n 10.000 jaar geleden, na het einde
van de ijstijden, bossen ontstaan. Aanvankelijk bestonden deze bossen
vooral uit berken en dennen, die iets later werden verdrongen door haze
laar en els. In een nog weer latere fase (zo'n 7500 tot 5000 jaar geleden)
vestigden zich bomen als eik. iep. es, linde en uiteindelijk heeft ook de
beuk onze streken weten te bereiken. Uit palynologisch onderzoek weten
we dat veel van deze bossen in die periode waarschijnlijk ook op Walche
ren voorkwamen (Van Rummelen, 1972). Afgezien van boomstronken die
88