Waarde en veel geliefde suster
Negerhut op een
plantage, aquarel door
H. Huygens, 1847.
Rijksarchief in Zeeland,
Vanden Mandere
159-26.
Hij verloor er vier.
In alle passages waar de slaven ter sprake komen, blijkt dat hij ze zuiver als
economische post bezag. Geen spoor van enig begrip van hun moeilijke
positie of van een sociaal inzicht. Hij was wat dat betreft een kind van zijn
tijd. In 1790 noteert hij dat treffend met de woorden: 'bij ons is niets bijson-
ders als dal sig een neger sonder slag of stoot den 29 October zig selfs bij
mijn heef verange. weeder 600.- guldens weg. dog hier in berustende, en
met den man Job. de Heere heef gegeve, de Heere heef genoome, de name
des Heeren zij gedank.'2' De schadepost is een slag voor Enoch, de nood
van de neger was ver buiten zij n gezichtsveld.
Ook in de berichten die hij van hel hof van Justitie ontving, spreekt eerder
de angst voor het slavengevaar. dan enig mededogen. Het waren gruwelver
halen die de afstand tegenover de arbeidskrachten alleen maar vergrootten.
118