Waarde en veel geliefde suster
In de briefwisseling bleek dil ook als een soort 'borrelpraat' gebruikt te
worden. Wanneer in Middelburg een vrouw werd gewurgd (10 mei 1784),
deed Enoch er nog een schepje bovenop in zijn antwoordbrief, door over
twee gruwelverhalen en een opstand te vertellen. Hij had alle keus. Een
meid die haar meester met arsenicum trachtte te vergiftigen was gewurgd,
'hoof afgekapt op een paal geset op de plantagie en het lighaam tot assche
verbrant.' Een neger die zijn meester trachtte te vermoorden en hem zwaar
gekwetst had, werd geradbraakt, het hoofd op een paal gezet en het lichaam
op het galgeveld ten prooi aan de vogels gegeven. Opstandjes die op tijd
ontdekt werden, zoals ook op zijn eigen plantage, kwamen veelvuldig voor.
De boosdoeners werden in het fort gevangen gezet op water en bananen,
'braaf gezwiep', gegeseld, en naar elders afgevoerd, waarvoor Enoch een
vergoeding kreeg van 500,- per man, hetgeen hij aanvaardde met een
'beter een alf eij dan een leege dop.' Enkele maanden later, in 1784, liepen
weer twee van zijn beste slaven weg naar de Orinoco, zijn beste 'timmer-
Criool' die wel 2000,- waard was, en een minder kostbare slaaf, van maar
850,- 'zoodat het gevoelige slagen voor mijn zijn en de lust mijn vergaat.'
In 1794 zag het er somber uit. De koloniale belastingen - de ongelden -
waren hoog want de Fransen hadden de koloniën overgenomen en hieven
forse belastingen. Bovendien was er gebrek aan aanvoer, waardoor de prij
zen stegen.22 Voorheen leverden Amerikaanse kooplieden de koopwaar,
maar door de Franse bezetting konden die niet meer komen. Gevaarlijker
was dat ook de voedselvoorziening stagneerde. Ook de slaven werden daar
door getroffen, hoewel die zoveel mogelijk hun eigen voedsel verbouwden
op de plantagegronden. Enoch maakte zich in 1794 met recht bezorgd over
het feit dat 'lange teijt geen provisie voor de arme slaaven te krijgen is, egter
dog moete werke, gaat mijn ter arten.' Dit is voor het eerst dat een sprankje
van medelijden met zijn werkkrachten doorklinkt. De situatie zal wel bui
tengewoon ernstig zijn geweest.
De essentie van de brieven
Via de feitelijke mededeling van zijn persoonlijke tegenslagen en het leed,
kwam Enoch steeds weer terecht bij zijn 'enige troost beide in leven en in
sterven.' Hiermee komen wij bij het tweede leesniveau: Wat was de kern
van het contact? Wanneer hij niet bezig was met zijn zakelijke beslomme
ringen, wat hield hem dan werkelijk bezig? Door welke mededelingen
wilde Enoch zijn geestelijk gedachtengoed delen met zijn familie? Zeker
niet door een breed exposé over de plaats waar hij woonde, zijn zakelijke
beslommeringen, en de sociale angsten in een ruwe samenleving.
Zijn brieven bestaan voor het overgrote deel uit religieuze bespiegelingen.
Daarin gaven de wens elkaar op aarde te zien, de zorg voor de gezondheid
en de onzekerheid van het aardse bestaan, steeds aanleiding tot het aanha-
119