Rampen en redders voor de Walcherse kust teiten zagen al vroeg het belang in van betrouwbare en gekwalificeerde loodsen. In 15de- en 16de-eeuwse stadsrekeningen van Middelburg en Veere wordt melding gemaakt van betalingen aan zogenaamde 'piloten' die werden uitgezonden om buitenlandse schepen tegemoet te varen. Sinds de 17de eeuw bestonden speciale loodsengilden. Vanaf de 19de eeuw werd het loodswezen door de centrale overheid gereglementeerd. Veere was van 1814 tot 1875 standplaats van het loodswezen.8 In 1992 werd de rijksloods- dienst verzelfstandigd. Rampen Ondanks de hiervoor geschetste voorzieningen vond menig schip in de wateren rond Walcheren een laatste rustplaats. Dat schepen juist hier in moeilijkheden raakten, strandden en vergingen kon een aantal oorzaken hebben. Uit de volksoverlevering is bekend dat het voorkwam dat op strandbuit beluste kustbewoners moedwillig schepen lieten stranden door tonnen te verleggen of koeien met lantarens tussen de horens in de duinen te laten grazen. Schepen in nood voeren naar de zachtjes deinende lichten toe in de hoop hier rustig vaarwater aan te treffen en sloegen te pletter. De schuld van een scheepsramp werd soms de loodsen in de schoenen geschoven. Door drank uit het lood geslagen zou een navigatiefout snel zijn gemaakt.1' De plotseling opstekende stormen en verraderlijke ondiepten voor de Walcherse kust komen vaak terug in de beschrijvingen van scheepsrampen. In een decemberstorm in 1552 verging 'op te Polle' voor Veere een 'Biscayescepe'. Maximiliaan van Bourgondië, de heer van Veere, liet hier voor enige regels opstellen inzake het bergen van de scheepsgoederen waaronder 'wolle, coopmanscappe, coffers ende andere goeden en gereets- cappe'.10 De weersgesteldheid was ook oorzaak van de schade aan 'the Chaloep de Liberty' in 1773. Het schip, onder gezag van kapitein Robert Tickle, geladen met pannen en hoepels, had op 19 september de Rotter damse haven verlaten. Ter hoogte van Walcheren had het in 'dik weer regen' de boegspriet verloren, zodat het want moest worden gekapt. Een boot met volk uit Veere had assistentie verleend en het onfortuinlijke schip naar deze haven gesleept. Na de stormachtig verlopen reis liet kapitein Tickle een verklaring over deze gebeurtenis vastleggen bij de Veerse notaris Halffman." Dit zogenaamde 'protest tegen de zee en winden' kon hij aan de reder overleggen en diende als bewijs dat de weersgesteldheid de schuld van de ramp was. Dit soort verklaringen werden in groten getale opgemaakt door notarissen in de Walcherse steden. Ze bevatten onder andere informa tie over het type schip, de vaarroute, de bestemming, het aantal beman ningsleden en de lading. 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 133