Rampen en redders voor de Walcherse kust zoek ingediend om een schip te laten stranden. Waarschijnlijk was deze in scène gezette gebeurtenis de enige actie die te Zoutelande is uitgevoerd. Uit de stukken zijn geen reddingsoperaties bekend. Op advies van deskundigen uit de marine en het loodswezen werd deze boot in 1873 naar Vlissingen verplaatst. Hier kon het vaartuig in een nieuw te bouwen bergplaats in de onmiddellijke nabijheid van de Schelde worden geplaatst. In de periode van 1873 tot 1911 beschikte op Walcheren alleen Vlissingen over een reddingboot. Uit het register van reddingtochten uit de periode 1867-1910 blijkt dat de Vlissingse boot vijf keer moest uitvaren.29 Voor strandingen in het Veerse Gat, de Roompot of Neeltje Jans werd vanuit Zierikzee of Burghsluis hulp geboden. Wanneer de Vlissingse boot nog niet was gearriveerd bleken vissers ook niet te beroerd om uit te varen wanneer een schip in nood verkeerde. Toen op 15 december 1907 de Engelse driemasterschoener 'Doris' voor de kust bij Westkapelle in moeilijkheden was geraakt, slaagde de Vlissingen 15 van de familie Schroevers erin om drie van de vijf opvarenden te redden. Het station te Westkapelle werd in 1911 heropgericht. In dat jaar sloeg de 'City of Benares' tegen de dijk. Een aantal opvarenden kon worden gered door inwoners van Westkapelle. Deze ramp was de reden voor het plaatsen van een zogenaamd wippertoestel. Voor het station Vlissingen werd in 1912 een motorreddingboot gebouwd de 'Maria Carolina Blankenheijm'. Het station Vlissingen werd in 1940 opgeheven en verplaatst naar Breskens. De boot verhuisde naar Burghsluis. Vijfjaar later werd het station Burghsluis opgeheven en kwam de 'Maria Carolina Blankenheijm' naar Veere. In de periode 1946-1953 voer de Veerse reddingboot 40 keer uit.30 Onder andere bij de stranding van de 'Meerkerk' op 16 juni 1946 waarbij zes schipbreukelingen werden gered. Op 11 januari 1958 redde de Veerse bemanning negentien opvarenden van de stoomsleepboot 'Ebro' die vastgelopen was op het Bolletje van de Ban- jaard. Na de sluiting van de Veerse Dam in 1961 keerde de boot weer terug naar Burghsluis. Bij de opkomst van de watersport werd het redden van ple- ziervaarders één van de belangrijkste taken. In 1968 maakten de boten van de 'Zuid' 46 tochten op een totaal van 80 om beoefenaars van de watersport uit hun hachelijke situatie te redden. De intenser wordende pleziervaart op het Veerse Meer was in 1995 de reden voor stationering van een boot te Veere. In 1996 telt Walcheren twee reddingstations: Westkapelle en Veere. Nieuwe helden Door het drukke scheepvaartverkeer voor Walcheren waren strandingen van schepen een regelmatig verschijnsel op deze kust. Het bronnenmateri aal overziend, blijkt dat er een grotere belangstelling was voor het veilig en 142

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 144