De Engel van Vlissingen
Bouwnummer214
temidden van een
mijnenveld in hartje
Vlissingen.
worden. De blokken gewapend beton zouden nooit meer verwijderd kun
nen worden.
Dit onopgesmukte verhaal gaf meer houvast dan de summiere mededeling
van de directie en bovendien waren nu de namen bekend: Cornelis Jobse en
Willem Andriessen. Geen slecht resultaat van het voortdurend dezelfde
vraag stellen aan honderden mensen. Ze hadden hun actie geheel op eigen
houtje ondernomen zonder enige steun van de directie of van het verzet.
Wel had de leiding van het verzet half oktober aan de geallieerden om
wapendroppings gevraagd teneinde De Schelde te verdedigen, maar die
verzoeken waren niet ingewilligd.
Dat was het schip en nu de werf
Dr. Ger Taal en ik spraken af dat we beiden op zoek zouden gaan naar de
oorzaken van het raadselachtige feit dat ook de werf voor algehele vernieti
ging gespaard was gebleven want dat moest dus een heel ander verhaal zijn.
Martijn vertelde dat hij met zijn mede-arbeiders de dag vóór de landing, op
31 oktober, vijftig mijnen, die over de gehele werf verspreid lagen, had ver
zameld en met het treintje, de Willyhad afgevoerd richting Keersluis
brug. Dit was maar een halve waarheid want de directie beweerde dat zij
daar zelf opdracht toe had gegeven, maar dat werd door Martijn in alle
toonaarden ontkend. De arbeiders weigerden weer voor de Duitsers te gaan
werken zolang er nog springladingen geplaatst waren, zodat de directie met
toestemming van de Duitsers opdracht zou hebben gegeven de mijnen in de
13