Biografie van dr Hans Heinze
de landbouw (aan de Murray River) en in de reparatiewerkplaatsen.
Gedurende deze periode monsterden zij als smeerder aan op de Zweedse
boot 'Gotha', die vogelmest moest ophalen in Papeete op Tahiti, een eiland
waarnaar Heinze altijd al een onbestemd verlangen had gehad. Omdat er ter
plaatse een sterke zeegang was, kon er echter niet geladen worden, zodat zij
vrijaf kregen. Die vrijheid gebruikten zij om te genieten van de tropische
schoonheid van het eiland met zijn bontgekleurde vissen in diep, helder
water. Na bijna een week kon er nog steeds niet geladen worden en het
schip moest terug naar Australië. Hans kreeg later het gevoel dat het spe
ciaal voor hem naar Tahiti was gevaren, want tijdens de terugreis naar
Australië kwam hij na een dagenlange storm tot de overtuiging: er is een
geestelijke wereld en daar moet een weg naar toe te vinden zijn, een over
tuiging die hij aanvoelde als te zijn afkomstig van een vriendin die met
Kerstmis 1923 door een lawine om het leven was gekomen. En nog in
Australië leerde hij een dame kennen die theosofe was.
Eenmaal terug in Australië werkten zij in de landbouw in de steppengebie-
den en daarna in het subtropische klimaat van Brisbane en omgeving aan de
oostkust. In december 1926 gingen beide vrienden hun eigen weg. Hans
was van plan naar de U.S.A. te gaan, maar besloot op het laatste ogenblik
naar Java te varen, alwaar hij werk kreeg in Bandoeng. Daar had hij in de
kersttijd op een avond en nacht in een hotel een gesprek met een jongeman
die anthroposofische literatuur bij zich had.
En zo kwam het dat hij het grondleggende werk van Rudolf Steiner (1861-
1925) 'Die Geheimwissenschaft im Umriss' in één ruk uitlas. Hier vond hij
wat hij allang onbewust had gezocht, het was het begin van een levenslange
bestudering van de anthroposofie, en reeds in 1927 gaf hij zich schriftelijk
op als lid van de Allgemeine Anthroposophische Gesellschaft (AAG), het
geen, want zonder borg door een ander lid, bij uitzondering werd geaccep
teerd.
In Bandoeng werkte hij op een bureau voor adviezen aan plantages op Java
en Sumatra (koffie, thee, rubber, sisal). Op reizen daarheen had hij contact
met de bekende staatsvulcanoloog dr Ch.E. Stehn (1884-1945); ook deed
hij belangrijke ervaringen op met het regenwoudklimaat.
Toen hem werd aangeboden partner in het adviesbureau te worden sloeg hij
dit af omdat hij terug wilde naar Europa, de bakermat van de anthroposofie.
Zo kwam het dat hij in 1928 op een anthroposofische Jugendtagung in Jena
zijn toekomstige vrouw leerde kennen: Elvire Willmann (1901-1990).
Elvire werkte in Dornach, Zwitserland, bij mevrouw A. Wachsmuth-
Harlan, die haar aanraadde naar die Jugendtagung te gaan, maar ze wilde
23