WELCOME elkom voor de dichter de lounge van een ais hotel: Fora man to :come a poet he must in love or misera. Andreas Oosthoek, de gedichten en de dichter waarop klein water groot water wordt, het aanzwellen, het in zee stromen. Ik zou graag een rivier zijn. De natuurlijke loop. Niet te snel stromend, dat geeft maar onrust. Met de vissers op de rivier identificeer ik me niet: ik beschouw ze en spreek ze toe. Het is niet alleen de langzame beweging van de vissers op de stroom. De figuur van de visser valt samen met de man die onderweg is. Het heeft met de loop van de dingen te maken. In Siam wordt gesproken over een rivier als 'moeder water'en dan pas komt de naam van de rivier. En zo'n rivier is ook werkelijk de moeder van de dingen. Zonder die rivier is geen natuurlijk evenwicht mogelijk en wie onderweg zijn, wij mensen, de reizi gers, de vissers, zijn daar maar een vlekje op. We doen eens een gebaar, niet al te nadrukkelijk. Ik schrijf ergens 'vergeef de vissers hun bedrijf'. Het is niet erg zolang die rivier maar stroomt. In zoverre is er wel sprake van iden tificatie omdat ik aan de oever van de rivier zit, op de stilste plek ter wereld. Ik weet die plek. Maar ik heb dan wel gezorgd dat door mij die duizend prachtige vlinders zijn opgevlogen. In die stilte hoor je wat een vlinder voor een hels lawaai maakt. Maar ik moet af en toe een stap verzetten in mijn leven en dat heeft gevolgen. Je weet nooit of de tijger door het lam wordt gebeten of andersom. Identificeren met een cultuur gaat niet volgens plan of opzet, maar het wordt een bepalend deel van je leven. Daarmee ga je ook de consequenties 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 41