Een kruidentuin in de Abdij Het Muntplein in juni namen we in alle bescheidenheid - het Muntplein is kleiner en donkerder - 1996. een voorbeeld aan de sfeervolle Utrechtse tuin, waar dagelijks vele bezoe kers een kijkje nemen. De tuin in de Abdij zou ook een kruidentuin worden, met een bij zijn historische omgeving passende beplanting van oude plan tensoorten. De planten die daarvoor in aanmerking komen, zijn te vinden in verschil lende oude bronnen. Het bouwplan van Sankt Gallen geeft veel informatie, omdat bij de op de tekening aangegeven bomen en planten ook namen zijn vermeld. Verder zijn er uit diezelfde tijd twee andere bekende werken: de 'Capitulare de villis vel curtis imperialibus' uit 812 en de 'Hortulus' uit 827. De 'Capitulare' is een wetboek van Karei de Grote, dat diende als verorde ning voor de beplanting van alle keizerlijke domeinen. Er staan 89 voorge schreven planten in. De 'Hortulus' is heel anders van karakter. Het is van de hand van Walahfrid Strabo, abt van de abdij van Reichenau en leider van een bloeiende kloosterschool aldaar. Strabo schreef - naast diverse heili genlevens, een liturgisch handboek en vele gedichten - dit werk in dicht vorm over alles wat er in zijn tuin groeide en bloeide. Het boek heet officieel 'Liber de Cultura Hortorum', maar is bekender onder de liefko zende naam 'Hortulus' (tuintje). De planten die Strabo bezingt, komen 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 58