Bossen en buitenplaatsen van de Manteling Zelandiae Descriptio (1550), oudste beschik bare afbeelding van het gebied Westhove. Duidelijk zijn een ommuurde tuin en een ornament in het midden te onderscheiden. Westhove geldt als één van de vroegste voor beelden van tuinkunst in Nederland. formele luin aanwezig. Deze is te vinden bij kasteel Westhove. Het kasteel is dan zeker al enkele honderden jaren oud (het wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde van graaf Floris V van 20 september 1277). Duidelijk is een ommuurde tuin met een fontein te zien. Westhove is hier mee zowel lokaal als landelijk een voorloper. De hausse in de aanleg van buitenplaatsen komt in Nederland pas in de zeventiende en achttiende eeuw tot stand. Op Walcheren vormt de achttiende eeuw het duidelijke hoogte punt in de buitenplaatsencultuur. Dit is goed afleesbaar aan de kaart van Hattinga uit 1750; het eiland is dan enige honderden buitens rijk van het formaat van Westhove. Ook tegen het einde van de zeventiende eeuw moe ten er al heel wat buitenplaatsen geweest zijn, zo blijkt uit de Kroniek van Smallegange: "De dorpen, heerlijke huijsen en lusthoven liggen soo dicht op malkander, dat die den anderen als met een steen kunnen bewerpen." Niet alleen in kwantitatief opzicht is sprake van een bijzonder landschap. De buitenplaatsen stelden ook in kwalitatief opzicht wat voor. Dit blijkt wel uit de woorden van Guicciardini. een Italiaan, die in zijn Description de tous les Pays-Bas al in 1582 zijn bewondering uitspreekt over de tuin van Westhove. Dit is opmerkelijk uit de mond van een Italiaan, want de Renaissance tuinkunst maakte toen in Italië al een enorme bloei door. 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 62