Bossen en buitenplaatsen van de Manteling
eeuw een aantal villa's gebouwd. Van 't Hof Duinvliet zijn. hoewel het oor
spronkelijke huis is afgebroken, de meeste restanten aanwezig.
Hoogduin is particulier eigendom. De huidige eigenaar streeft naar het her
stel. in onderlinge samenhang, van de natuurwetenschappelijke en cultuur
historische waarden van het buiten. Hierbij wordt zowel gedoeld op de
bebouwing, de begroeiing van duin en bos, waaronder de lanen, de water
partijen en de tuinen. In opdracht van de familie is. door Bosch en Slabbers
onderzocht hoe deze algemeen geformuleerde doelstelling het beste kan
worden vertaald. Er heeft een uitgebreide inventarisatie plaatsgehad van de
begroeiing, de waterhuishouding en de cultuurhistorische restanten.
Hieruit blijkt onder andere dat het gebied zeer rijk is aan stinzenplanten.
Vooral de boshyacint bedekt in het voorjaar grote oppervlakten van de
bodem. Dit is voornamelijk het geval in de nabijheid van de plaatsen waar
de huizen hebben gestaan.
Uit het onderzoek is verder gebleken dat bij alle drie voormalige buitens
restanten van de achttiende-eeuwse aanleg bewaard zijn gebleven. De
tracés van paden en waterlopen zijn in de negentiende eeuw niet of nauwe
lijks 'verlandschappelijkt'. Vanwege de bouw van de villa's aan de
Domburgseweg en de bouw van Ter Mantelinge is een herstel in oorspron
kelijke staat van 't Hof Landlust en 't Hof Hooge Duijn niet meer mogelijk.
Anders ligt het bij Duinvliet. Bij Duinvliet zijn geen onherstelbare inbreu
ken op de oude structuur aangebracht. Op Duinvliet is sprake een verwaar
loosd restant van de achttiende-eeuwse aanleg. Het huis Duinvliet is
waarschijnlijk rond 1776 al afgebroken. In de 'Visie op het herstel en
beheer van de buitenplaats Hoogduin' wordt aanbevolen de voormalige
buitenplaats Duinvliet te reconstrueren naar achttiende-eeuwse aanleg. Bij
het herstel van Westhove. Duinbeek en Berkenbosch ligt het accent op het
opknappen van hetgeen nog herkenbaar aanwezig is. Van een algehele
reconstructie naar een bepaalde tijd of periode kon geen sprake zijn. Bij
Westhove komen landschapsstijl en barokke aanleg bovendien door en
naast elkaar voor. Bij Duinvliet ligt de oude formele structuur als het ware
nog voor het oprapen. Reconstructie van lanen kan eenvoudig plaatsvinden.
De tracés van de lanen zijn in het bos simpel en nauwkeurig terug te vin
den. De grachten rond het eiland waar het huis heeft gestaan zijn. weliswaar
net als op Westhove, in slechte staat, maar eveneens eenvoudig te herstel
len. Ook het tracé van het 'grand canal' dat op de duinen is georiënteerd en
waarin de bron van het grachtenstelsel van Duinvliet zich bevindt is nog
zichtbaar. Van een reconstructie van een buitenplaats kan slechts sprake zijn
als ook de bebouwingselementen worden hersteld. De oorspronkelijke
achttiende-eeuwse boswachterswoning is in goede en oorspronkelijke staat
aanwezig. De locatie van het voormalige hoofdgebouw op het eiland is aan
73