Kwaede grond en zachte zaevel. Walcheren, in de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen door inundatie, was één van de eerste gebieden waar een landinrichting (herverkaveling) plaats vond en waar een uitgebreid bodemkundig onderzoek werd uitge voerd (Bennema en Van der Meer, 1952). Toen er in de jaren tachtig weer 'De Stichting voor sprake was van een ruilverkaveling, kreeg de Stichting voor Bodemkarte- Bodemkartering is in ring in Wageningen, de STIBOKA2, opdracht om opnieuw een onderzoek 1991 opgegaan in het naar de samenstelling van de bodem in te stellen (Pleijter en Beekman, DLO-Staring Centrum. 1984). Later is deze kaart met name voor het vaststellen van de ruilwaarde van de gronden geactualiseerd en aangevuld (Pleijter, 1995). De bodemkaart van Bennema en Van der Meer 1952) is een typische verte genwoordiger van 'de school van Edelman'. Deze zeer begaafde Wage- ningse professor, die de leerstoel geologie bekleedde, was na de oorlog de aanjager van de veldbodemkunde. De benaderingswijze van Edelman kan als een 'fysiografische' of 'landschappelijke' worden gekenmerkt. Dit wil zeggen dat hij uitging van de samenhang van de 'fysische' of 'natuurlijke' aspecten zoals geomorfologische, geologische, sedimentologische elemen ten en de historisch-geografische (bijvoorbeeld: bedijkings- en ontgin ningsgeschiedenis, en verkaveling). In deze visie zijn landschap en bodem onlosmakelijk met elkaar verweven. Zijn aanpak heeft in het begin van de veldbodemkunde veel betekend, doch na verloop van tijd bleek deze werk wijze veel nadelen te hebben en ook internationaal was er kritiek op. Mede naar aanleiding hiervan hebben de Nederlandse bodemkundigen een ander systeem ontwikkeld, dat pedogenetisch en morfometrisch is. Dat wil zeg gen dat de indeling berust op kenmerken van de grond die door bodemvor ming zijn ontstaan (pedogenetisch); de onderscheidende kenmerken zijn zoveel mogelijk met behulp van meetbare criteria gedefinieerd. Deze methodiek van indelen is ingevoerd bij de start van de Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000 (De Bakker en Schelling, 1966 en 1989). Aan de hand van de studie van Bennema en Van der Meer en de recente bodem kaart schaal 1:50.000 komen de verschillende methodieken van indelen aan de orde. Bodemkundige detailkaarten van Walcheren Er zijn in de loop der tijd twee detailkaarten van Walcheren verschenen. Deze worden in de volgende twee paragrafen besproken. Studie Bennema en Van der Meer (figuur 2 De bodemkaart van Vlam is in wetenschappelijk opzicht zeer interessant. Toch vinden we nauwelijks informatie over de bovenste bodemlagen die voor de gewasgroei zo belangrijk zijn. De uitgebreide studie van de jonge Wageningers Bennema en Van der Meer zou daarin verandering brengen. 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 84