Kwaede grond en zachte zaevel.
'boeren doe je aan de bovenkant' werd nagenoeg alleen de kwaliteit van de
bovengrond betrokken in de vaststelling van de ruilwaarde. Hun verwach
ting dat de bodemkaart ongetwijfeld in de toekomst hiervoor gebruikt zou
worden, is uiteindelijk uitgekomen. Echter wel veel later dan zij voor
mogelijk hielden. Pas tegen het einde van de jaren tachtig is het vaststellen
of schatten van de ruilwaarde met behulp van de bodemkaart goed van de
grond gekomen. Zo is in de winter van 1994/'95 de ruilwaarde van gronden
in het ruilverkavelingsgebied Walcheren aan de hand van de bodemkaart
vastgesteld.
Omdat de bodemkaart van Bennema en Van der Meer voldoende aankno
pingspunten bood, diende deze als basis waarop voortgeborduurd kon wor
den. Grote delen van het Walcherse land waren in de herverkaveling
onberoerd gebleven, zoals de brede kreekruggen en het noordelijk kleipla-
tengebied. Bovendien hadden de veranderingen in de profielopbouw als
gevolg van herverkavelingswerken, voornamelijk betrekking op de boven
laag. Vandaar dat de landinrichtingsdienst vroeg om een onderzoek dat zich
beperkte tot de bovenste 60 cm van het bodemprofiel (Pleijter en Beekman,
1985).
Verder wenste de opdrachtgever dat bij de indeling van de gronden de ver
trouwde regionale benaming zoveel mogelijk gehandhaafd bleef.
Anderzijds diende de kaart aan te sluiten bij de inmiddels algemeen gelden
de classificatie van de Nederlandse gronden. Als resultaat van het aanvul
lende bodemonderzoek is in 1995 de bodem- en grondwaterklassenkaart
van Walcheren uitgekomen (Pleijter, 1995). Een fragment van de herziene
kaart is in figuur 3 afgebeeld.
Landelijke overzichtskaarten
Van de 'landsdekkende overzichtskaarten' besteden we aandacht aan de
twee kaarten die als bodemkundige tijdsdocumenten kunnen worden
beschouwd.
Nebo-kaart schaal, 1:200.000
Studiekarteringen zoals die van Walcheren door Bennema en Van der Meer,
vonden ook elders in Zeeland (ondermeer op Schouwen-Duiveland en
Tholen) en in andere provincies plaats. Daardoor vergaarden de bodemkun-
digen in betrekkelijk korte tijd veel kennis over de samenstelling van de
bodem in verschillende regio's. Daardoor was het mogelijk om in korte tijd
een nieuwe landelijke kaart te vervaardigen (opname 1952-1954), de
Bodemkaart van Nederland, schaal 1:200.000 (figuur 4). Het bijzondere
van deze kaart is dat de indeling van de gronden naar landschappelijke en
88