Van de redactie W.G. Beeftink C.F. Bos A.H. van Dijk A.P. de Klerk M. Kiihler - van Hengel D.M.A. Noorlander van der Lee Het derde verhaal in deze bundel is een prachtig literair portret van Andreas Oosthoek door Lo van Driel. Andreas Oosthoek is bi j velen bekend als de hoofdredacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant, bij veel anderen als dichter, journalist en kunstcriticus met een begenadigde pen. Lo van Driel heeft kans gezien om op een heel bijzondere manier een interview en een essay over zijn dichtbundels in elkaar te weven. Het binnenplein van de Middelburgse abdij dat bekend staat als het Munt plein hoort bij het oudste deel van het abdijcomplex. In de beginperiode van de 12de eeuw was het waarschijnlijk het Pandhof, dat aan drie zijden begrensd was door de vleugels van het oorspronkelijke klooster. Hoe zou zo'n kloosterhof eruit hebben gezien en welke planten hebben er gegroeid? Na een studie daarnaar hebben enthousiaste vrijwilligers het Muntplein opnieuw als kruidentuin ingericht volgens de oude symboliek van zo'n kloostertuin. Lous Roelofsen doet in een zeer lezenswaardig artikel uit de doeken wat vergelijkingen met andere kloosters en literatuur hebben opge leverd en hoe men daarmee is omgegaan om de Middelburgse kruidentuin In november 1944 werd Vhssingen bevrijd. De stad was compleet ver woest. Op wonderbaarlijke wijze bleven de scheepswerf 'De Schelde' en de op de werf in aanbouw zijnde Willem Ruys gespaard. Over hoe dat kon zijn in het verleden 'indianenverhalen' verteld. Hoe het werkelijk is gebeurd wordt in het titelverhaal van Walacria 8 door A.H. van Dijk uit de doeken gedaan. Na jarenlang 'oral history' onderzoek - dat wil zeggen steeds maar weer vragen aan mensen die erbij betrokken geweest konden zijn, wat ze ervan wisten - kreeg hij 'beet'. De Willem Ruys is destijds gered door twee mannen, Kees Jobse en Willem Andriessen, die de springladingen met beton onschadelijk hebben gemaakt. De redder van de scheepswerf was iemand anders, een man met een Duits uniform aan, Dr. Hans Heinze, de Engel van Vlissingen. Het is een boeiend verhaal dat eindelijk recht doet aan de geschiedenis en dat de officiële lezing van de directie van 'De Schelde' naar het rijk der fabelen verwijst. Het tweede artikel van Walacria 8 is een direct vervolg op het eerste. Het is een door M.E. Nordlohne vervaardigde biografie van dezelfde Heinze, een antroposoof, die in 1935 als directeur van het biologisch-dynamische land bouwbedrijf Loverendale te Oostkapelle was aangesteld. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 7