van de gebrekkig controlerende over heid. Verder kan het loslaten van de preventieve milieuzorg betekenen dat er minder toezicht komt op het naleven van de milieuvergunningen. De regering stelt eveneens als actiepunt voor om bij het opvolgen van de richtlijnen van de Europese Gemeenschap met de andere lid-staten rekening te houden. Een ern stige waarschuwing is hier op z'n plaats, want helaas is het zo dat een Europese richtlijn pas na langdurig overleg moei zaam tot stand komt en afgezwakt wordt door de inbreng van de minder milieu bewuste landen uit de Gemeenschap. Als we ons telkens spiegelen aan het buitenland, dan kan er van de noodza kelijke strenge aanpak van kwalijke ver ontreinigingen wel eens heel weinig overblijven. Beter zou het zijn voorop te lopen met milieuwetgeving omdat daar van juist een stimulerende werking uit gaat op de minder milieubewuste landen in de Gemeenschap. Ruimtelijke ordening Ook op het gebied van de ruimtelijke ordening moet ik een paar zaken noe men, die in het actieprogramma opval len. Ten eerste zal de overheid het aantal gevallen beperken waarin een vergun ning verplicht is. Voor bepaalde bouw werken wordt de vergunningsplicht ver vangen door een meldingsplicht. Bouw plannen zullen dan in veel minder geval len worden vergeleken met het bestem mingsplan. Voor de kleinere bouwwer ken (dakkapel, schuurtje, enz.) kan hier tegen moeilijk bezwaar bestaan, maar waar ligt de grens? Om een hoop gerom mel in de toekomst te voorkomen moet die grens heel duidelijk worden vastge legd. Op de tweede plaats wil de overheid het afgeven van vergunningen eenvou diger makenmet meer algemene regels en daarnaast model- en standaardvoor schriften. De regering wil dat er globaler en flexibeler met bestemmingsplannen kan worden omgesprongen. Daarmee kunnen veel belemmeringen voor het bedrijfsleven worden weggenomen. De burger raakt hierdoor wel een stuk rechtszekerheid kwijt, want wat komt er voor je deur Ten derde zal er een flinke tijdsbe sparing bij de vergunningverlening wor den ingevoerd. Eén van de mogelijkhe den hierbij is, dat de minister en ook de provincie méér hun eigen wil zuilen gaan doordrukken binnen het bestemmings plan. Ze mogen namelijk volgens de plannen meer gebruik maken van hun aanwijzingsbevoegdheid: de bevoegd heid gebieden aan te wijzen voor een bepaalde bestemming. Dit kan tegen gemeentelijke belangen ingaan. De in spraak voor zowel de gemeente als de burgers wordt op die manier de kop ingedrukt. Er zijn nogal wat actiepunten in het dereguleringsprogrmma, waaruit blijkt dat de inspraak van de bevolking moei lijker wordt. Enkele van de voorgestelde maatregelen kunnen zonder al te veel bezwaar wel worden ingevoerd in deze tijd van bezuinigingen, zoals bijvoor beeld de dakkapel en het schuurtje. Maar andere tasten het recht en de mogelijk heid op inspraak duidelijk aan. Milieubeheer De inspraak bij vergunningen op het gebied van het milieu wordt beperkt tot maar één ronde over aanvraag én ont- werpvergunning. De overheid als ver gunningverlener krijgt daarmee een veel grotere invloed tegenover de belangen van de burgers. Ook wordt het ter inzage leggen van aanvragen voor milieuvergunningen be perkt. De vergunningaanvraag wordt al leen nog ter visie gelegd in de plaats waar het betrokken bedrijf geregistreerd staat, terwijl de gevolgen toch vaak een veel groter gebied bestrijken. Het instellen van griffierecht bete kent dat er tevens een financiële drempel ontstaat om bij de Kroon in beroep te gaan tegen een verleende vergunning. Het recht om in beroep te gaan blijft bestaan, maar het instellen van een be roep wordt wel moeilijker gemaakt. Ruimtelijke ordening Op het terrein van de ruimtelijke orde ning duiken eveneens enkele plannen voor de vereenvoudiging van procedu res op, die niet door de beugel kunnen. Wanneer de Raad van State de inge stelde beroepen niet sneller afhandelt, zal de overheid opnieuw overwegen om het recht op beroep bij de Kroon (de hoogste instantie) af te schaffen. Ook voor de Kroon-beroepen ten aanzien van de ruimtelijke ordening wil de rege ring financiële voorwaarden opleggen (griffierecht). Het argument is dat te lichtvaardig ingestelde beroepen daar door worden voorkomen. Een vreemde voorstelling van zaken, want meer dan de helft van alle Kroon-beroepen wordt toegewezen. Zo lichtvaardig waren die dus niet aangespannen. De Kroonberoepen tegen een bestem mingplan kennen een automatisch op schortende werking. Het voorstel is om dat af te schaffen. Men zal steeds apart om schorsing moeten vragen. In de tus sentijd kan men echter wel voor vol dongen feiten worden geplaatst (bij voorbeeld snel begin van de bouw), waardoor zaken niet meer kunnen wor den teruggedraaid. Artikel 19-procedures De vrijstellingsmogelijkheden in de be ruchte artikel 19-procedure (Wet op de Ruimtelijke Ordening) worden ver ruimd. Artikel 19 houdt kort gezegd in, dat een gemeente vooruit kan lopen op het van kracht worden van een nieuw bestemmingsplan. Gedeputeerde Sta ten (GS) moeten dan wel een verklaring afgeven dat er geen bezwaar tegen die vrijstelling bestaat. Aan dit vooruitlopen op het nieuwe bestemmingsplan (anti cipatie) kleeft een grootbez waar. Terwijl er nog geen gelegenheid is geweest voor inspraak, treedt het nieuwe bestem mingsplan als het ware al in werking. Volgens de dereguleringsplannen blijft wel de verklaring van geen bezwaar door GS noodzakelijk. Maar als zij langer dan één maand wachten, wordt de ver klaring automatisch verleend. Eén maand is over het algemeen te kort voor GS. De gemeenten krijgen hierdoor nog meer kans het nieuwe bestemmings plan (in voorbereiding) al vast in te voe ren voordat GS het plan goed hebben bekeken. Tot slot Deze beschouwing over het actiepro gramma deregulering van de regering toont aan, dat natuur en milieu zeker niet gebaat zullen zijn met de voorge stelde maatregelen. Ze bemoeilijken het werk van de natuur- en milieubeweging en zetten de klok terug voor de milieu wetgeving. De dereguleringsplannen zijn de Tweede Kamer nog niet gepas seerd. Hoewel in nieuwe wetten en be sluiten de ideeën uit het actieprogram ma deregulering al vaak worden toege past, staat er nog niets officieel vast. Een flinke druk op de Tweede Kamer is zeker nodig. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1984 | | pagina 10