Vlaamse waterzuivering Een Schelde-watercommissie delijke voorwaarden gesteld met een overgangsperiode van vijf jaar. In die jaren zijn ook op grote schaal overheids subsidies verstrekt waarvan vooral de grote bedrijven hebben geprofiteerd. „Het zijn niet de kleintjes die het staatsblad lezen, het zijn de groten. Die hebben ook de deskundigheid om erop in te spelen en de financiële middelen voor investeringen van 25 of 100 miljoen franks. Want al is het subsidiepercentage wel 45% geweest, toch moest er veel eigen geld bij. Vooral de Ant werpse bedrijven hebben massaal gereageerd, de één heeft de ander meegesleurd"Tot welk resultaat deze acties in het Antwerpse gebied geleid hebben, is voor niemand duidelijk. Voor heel Vlaanderen is Brui- neel pessimistischWij voelen het zo aan dat wij nu vandaag opnieuw moeten begin nen. Er was geen instelling die er werk van maakte en kon controleren. Ik verwacht per soonlijk dat het met de naleving van de lo zingsvergunningen allesbehalve is; zeer slecht gesteld is". Niettemin zijn er perspectieven. Bij de staatshervorming is alleen de wetgeving en het stellen van algemene voorwaar den een nationale Belgische bevoegd heid gebleven. De hele uitvoering, even tuele aanvullende, strengere voorwaar den en de controle zijn aan het Vlaamse gewest overgedragen. In oktoberl982 is de „Vlaamse Waterzuiveringsmaat schappij" opgericht, die in heel Vlaan deren (uitgezonderd de kustregio) deze taken moet vervullen. Alle gemeente lijke zuiveringsinstallaties worden over genomen, de lozingsvergunningen van bedrijven worden geïnventariseerd en effectief gemaakt. Bruineel De overgangsperiode van 1975- 1980 is voorbij. Nu zijn wij, in het Vlaamse gewest, verplicht om onverkort toepassing te eisen van de lozingsvoorwaarden. Nationaal j zou men de overgangperiode kunnen verlen- gen of opnieuw invoeren. Maar het Vlaamse gewest wil dat niet. omdat wij vrezen dat wij de dupe zijn als dat gebeurt. Het Waalse gewest heeft veel minder problemen met wa tervervuiling. Zijlaten hun water toch maar naar ons lopen, zij hebben andere problemen. Wij zijnnu bezig een Algemeen Waterzui- verings Programma te maken. Eind januari 1984 is dat klaar. Ik geef toe dat daar niet veel in staat over doelstellingen, het is alleen de neerslag van wat we nu weten. Maar het is al een krachttoer geweest om hiertoe te ko men en de structuren, de sporen zijn gelegd. Eind '84, begin '85 willen we-een nieuw Algemeen Waterzuiverings Programma hebben, waar wél een planning op langere termijn in staat. Ook ons controleapparaat komt nu opgang. Wij zullen gaan controleren en van diegenen die teveel lozen onmiddellijk maatregelen eisen. Maar natuurlijk staan we daarbij voor het dilemma dat we alle bedrij ven die niet aan hun vergunning voldoen zouden moeten sluiten". Terug naar de internationale dimensie. Zijn er mogelijkheden om vanuit Neder- land de beginnende Vlaamse activiteiten te ondersteunen? Bij die vraag bena drukt Klatte allereerst dat Nederland de vragende partij is als het om de kwaliteit van de Westerschelde gaat Voor hoog gespannen verwachtingen is dan ook geen aanleiding. Toch zijn er wel aan grijpingspunten. Eén mogelijkheid is dat er voor de Schelde een Technische Commissie' voor de waterkwaliteit in gesteld wordt, net zoals voor de Maas. Een andere Technische Scheldecom- missie is er trouwens al, die houdt zich alleen met scheepvaartkwesties bezig. Klatte„In de Technische Maascommissie werd in het begin zelfs geruzied over wie de notulen moest maken. Maar daarna is men toch voortvarend aan het werk gegaan. Men is nu o.a. bezig de programma's voor water zuivering in de verschillende landen op el kaar af te stemmen". Een eerste poging om zo'n Technische Commissie in te stellen is vorig jaar van Nederlandse zijde ondernomen, maar afgeketst. Sindsdien wordthet probleem van de waterkwaliteit zoals vanouds heen en weer geschoven tussen commis sies met andere taken. Klatte wil over die eerste mislukking niet al te somber doen. „Je kunt België aanspreken op een goede nabuurschap, die we toch op allerlei terreinen nastreven. Als in Nederland het besef er eenmaal is dat de Westerschelde- kwaliteit verbeterd moet worden, komt er wel meer aktiviteit. Eerst noodzaak is overtui gendfeitenmateriaal. Vooral milieu-organi saties kunnen daarvoor zorgen. Daarna kan druk van de Nederlandse autoriteiten rede lijk effectief zijn, vooral nu in België Vlaan deren) zelf meer aan zuivering gaat gebeu ren". Een andere mogelijkheid, die pas over enkele jaren openstaat, biedt het Zoet- waterverdag van de Raad van Europa. Dat is na tien jaar onderhandelen bijna aan vaststelling toe. Klatte rekent „enig szins optimistisch" op nog twee jaar tijd verlies voor regeringen dit verdrag on dertekend hebben en het in werking treedt „Maar dan is er voor het eerst een internationale juridische basis voor over leg over watervervuiling die grenzen overschrijdt Volgens dat verdrag zijn internationale rivier-commissies ver plicht als één van de betrokken landen daarom vraagt Als de Belgen dan nog niet willen, kan zonodig een Arbitrage commissie ingeschakeld worden. Een paar aangrijpingspunten dus, niet meer dan dat Maar tochhet lijkt het goede moment om vanuit Nederland een sti mulerende rol te spelen. FRANKRIJK 'Veilen- - ciennes

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1984 | | pagina 15