Yerseke Moer:
op de schop of onder de loep
Geschiedenisboek
3
Begin dit jaar presenteerde de voor
bereidingscommissie het vooront
werp voor ruilverkaveling van de Yer
seke Moer. De Moer is het laatste stuk
ongeschonden 'Oudland' van enige
omvang in Zeeland. Het ligt direct ten
oosten van het Kanaal door Zuid Be
veland en herbergt veel natuur- en
natuurhistorische waarden. De ruil
verkaveling houdt rekening met de
waarden van 1485 ha landbouw- en
natuurgebied. Te weinig of te veel
De mening van een landbouwer en de
mening van een bioloog over de ver
kaveling.
Begin maart, een wat mistige ochtend.
De Moer ligt er sfeervol bijHier en daar
zijn wat mensen op het land bezig met
onduidelijke handelingen. Een enkeling
verjaagt de ganzen. De statige vogels
blijken in deze tijd goed te benaderen.
We passeren een groep kolganzen, een
paar honderd van de ongetwijfeld weer
duizenden die elk jaar hier terugkeren in
de winter. Het geeft de bekoring van het
gebied een extra accent. Overigens is de
strenge winters blijkt de Moer een sleu
telpositie in te nemen voor de ganzen. In
de maand februari kunnen de aantallen
oplopen tot vijftien- a twintigduizend
van deze dieren. Jaarlijks broeden er te
vens zo'n 40 soorten vogels (een derde
van de Nederlandse broedvogels), waar
onder enkele zeldzame. Zo is dit weide
gebied het enige in Zeeland waar nog
kemphanen broeden. Zeer bijzondere
broedgevallen zijn ook bekend van de
velduil en de grauwe gors. Bernard
Krebs - o.a. voorzitter van de KNNV
Zuid-Beveland met speciale belangstel
ling voor drinkputten - geeft de oorza
ken van de vogelrijkdom. Het grote aan-
DOOR TAN-WILLEM TONGEPIER
van zilte sloten en plassen), muizestaart-
je, bronkruid en fijn goudscherm zijn
beroemd van dit gebied. De redenen
daarvoor liggen vooral in het feit dat de
poelgronden eeuwenlang met rust zijn
gelaten. Daardoor hebben verscheide
ne planten zich kunnen vestigen en een
vast plekje kunnen veroveren. Boven
dien is het zeldzame milieu van zilte
weilanden met vrij zoete drinkputten
over een grote oppervlakte verspreid.
Elders zijn de genoemde planten öf ver
dwenen öf nauwelijks meer aanwezig
door landbouwkundige ingrepen, recre
atiedruk, bevolkingsuitbreiding of-
ruilverkaveling.
Egaliseren van weiland in de Yerseke Moer
Yerseke Moer voor iemand, die er nog
niet eerder is geweest, een welhaast on
herbergzaam gebied waar weinig te zoe
ken lijkt. Een groot, open gebied met
haast geen bebouwing en in een groot
deel ook geen bomen of struiken. Slechts
weilanden, soms akkers en boomgaar
den, open sloten en drinkputten.
Toch vormt de Yerseke Moer een
(gebied met zeer bijzondere kenmerken.
Als het woord 'uniek' niet zo vaak mis
bruikt was, zou het voor de Moer wel op
z'n plaats zijn. In ieder geval wordt het
door diverse kenners het belangrijkste
binnendijkse natuurgebied van Zeeland
genoemd.
Zowel voor het broeden als het over
winteren is de Moer bij vogels erg in trek
en belangrijk voor hun overleving. Niet
voor niets komen hier jaarlijks gemid
deld vier- tot zesduizend kolganzen en
een- tot tweeduizend smienten. Bij
eengesloten weidegebied met weinig
wegen en nauwelijks bebouwing geeft
een sterke rust en slechts weinig versto
ring. Daarnaast zijn de graslanden plaat
selijk vochtig of zelfs nat, afgewisseld
met drogere gedeelten. Deze variatie
heeft de voorkeur van kolganzen boven
een met kunstmest bewerkt en geëgali
seerd grasland. Kemphanen komen af
op de bloemrijke hooilanden die hier
nog bestaan.
Maar de plantengroei is evengoed in
teressant. Het laaggelegen weilandege-
bied (poelgronden) is grotendeels zilt
van karakter. Hierdoor, door de hobbe
ligheid en door de afwisseling met zoete
stukjes zijn er een aantal zeldzame plan
ten te vinden. Dat komt natuurlijk elders
ook wel eens voor, maar de grote hoe
veelheid ervan is ongekend en trekt lan
delijk de belangstelling van onderzoe
kers. Vooral de ruppia's (waterplanter
De Yerseke Moer is behalve een zeer
waardevol natuurgebied ook historisch
van belang. Het is gewoon een levend
geschiedenisboek. Veel van wat er vroe
ger is gebeurd, is nog te zien. Tot in de
16e eeuw werd er bijvoorbeeld zout ge
wonnen door het zoute veen te delven en
te verbranden. Dit 'moerneren' gaf een
vrij regelmatig hobbelig terrein. Dat is
sindsdien nauwelijks veranderd. Andere
hoogteverschillen worden gevormd
door kreekruggen. Plaatselijk is heel
mooi te zien waar vroeger kreken heb
ben gelopen. De kreken zelf zijn destijds
dichtgeslibd met zandige grond, maar
het land aan weerskanten ervan was
voornamelijk veengrond. Deze grond
klonk in de loop der eeuwen in, de grond
in de kreken niet. Zodoende kwamen
uiteindelijk de met zavel gevulde kreken
beduidend hoger te liggen dan de rest
van het land: de kreekruggen. De ran
den van de Yerseke Moer zijn grote
kreekruggen en liggen plaatselijk bijna
twee meter hoger dan het weilandenge-
bied in het midden.