En hewwjfdMeven dag in de zee en vóór
de mprgfn instond was de'woning van het water
door alije* vJfeenzaamden. spoorloos ontruimd.
if f Sf 1 s
Rillend licht hing aan de beenderige golven
9% was erlang een heel drper feest gevierd
jdoor jonge hoeren en zwervers en zeewier.
Op ijskoud wrakhout lag als sneeuw de stilte
doch klaar om te spreken hing de stem van het onheil
diep en binnensmond van het te breken leven.
(uit de bundel „Renaissance" van Paul Snoek)