En hewwjfdMeven dag in de zee en vóór de mprgfn instond was de'woning van het water door alije* vJfeenzaamden. spoorloos ontruimd. if f Sf 1 s Rillend licht hing aan de beenderige golven 9% was erlang een heel drper feest gevierd jdoor jonge hoeren en zwervers en zeewier. Op ijskoud wrakhout lag als sneeuw de stilte doch klaar om te spreken hing de stem van het onheil diep en binnensmond van het te breken leven. (uit de bundel „Renaissance" van Paul Snoek)

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1984 | | pagina 13