Slechte zaak LPG 3 Gevaren s DOOR HANS BANNINK EN JAN-WILLEM JONGEPIER Fegenwoordig worden er nogal wat ge vaarlijke stoffen gemaakt, vervoerd en gebruikt Er zijn wetten die ons tegen de gevaren van dergelijke stoffen moeten beschermen. Maar ten aanzien van het vervoer ervan is nog lang niet alles naar behoren geregeld. Opslag en vervoer van gevaarlijke stof fen (zoals LPG en ammoniak) hebben natuurlijk alles met elkaar te maken. In de wetgeving echter worden deze twee zaken streng gescheiden. Daarom ook bestaan er grote verschillen tussen de re gels voor de opslag van gevaarlijke stof fen en voor het vervoer ervan. Bij dé opslag behoren een aantal milieuvergun ningen. Daaraan kunnen bepaalde eisen worden verbonden om de veiligheid voor de directe om geving te waarbor gen. De belangrijk ste is de hinderwet vergunning. Zoals bekend kan de ge wone burger een zekere inspraak hierin hebben. Maar bij het vervoer van LPG en ammoniak zijn er slechts voor schriften en geen vergunningen. (Een uitzondering vormt het LPG-vervoer per zeeschip naar Nederlandse ha vens aan de W ester- schelde). Als burger kun je daardoor over het vervoer niet mee praten. Zodoende ontstaat de merkwaardige situatie, dat een bewoner van de Vlissingse boule vard wèl mag meepraten over de patat- kraam op de hoek, maar niet over de LPG-tankers die langs zijn voordeur varen. vloeiende ramp met bijv. een LPG-tan- ker heeft dus een directe relatie met de plaatsing van zo'n terminal. Dit verband tussen de aanwezigheid van een terminal en de kans op een vervoersramp zegt de uitvoerders van de wet echter niets. Dat een en ander tot vreemde en onver antwoordelijke situaties kan leiden, bleek bij het verlenen van de milieuver gunningen voor de Eurogas Terminal en de drijvende opslag van LPG in Vlissin- gen-Oost. Datwas de taak vandeprovin- cie en de gemeente Vlissingen. Alle argumenten, die in de bezwaren procedures naar voren werden gebracht m.b.t. de veiligheid van de bevolking langs de aan- en afvoerroute, zijn door Kort geleden gebeurde dit ongeluk in de buurt van Goes. Wat zou er gebeurd zijn als er LPG in had gezeten? hen afgewezen. Er werd zelfs niet op ingegaan met als eerste reden, dat het Rijk verantwoorde lijk is voor de rijkswateren (in dit geval de Westerschelde) en het vervoer dat daar op plaatsvindt. Het tweede argument was, dat de hinderwet geen instrument is om vervoersstromen te regelen. De scheiding tussen opslag en vervoer is ook een slechte zaak, omdat de hinder wet zich niet bemoeit met de risico's bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. In werkelijkheid brengt het vestigen van een LPG- of ammoniakterminal na tuurlijk tevens het vervoer van die stof fen met zich mee. Een daaruit voort Pas nadat er een aantal activiteiten met LPG in Zeeland hadden plaatsgevon den, kwamen er wettelijke regels m.b.t. het vervoer ervan. De belangrijkste be slissingen waren toen echter al gevallen. Al vanaf 1976 is er een drijvende termi nal voor de zgn. boord-boord-overslag van LPG. DOW Chemical Terneuzen, die LPG wilde gebruiken voor het eigen produc tieproces en naderhand ook toestem ming kreeg om LPG weer door te voe ren, ontving de eerste grote LPG-tanker in oktober 1978. Eurogas had al in juli 1978 alle benodigde vergunningen op zak voor het bouwen van een terminal voor de opslag van dit vloeibaar ge maakte gas. Pas eind 1980 lag het wetsontwerp „Aanvullende regels LPG" gereed, maar dat zal nu weer worden ingetrokken met het verschijnen van de „Integrale Nota LPG", die kort ge leden aan de Tweede Kamer werden aangebo den. In al deze gevallen werden er slechts plaatselijk wat regelingen ge troffen. Officiële regels bestonden nog niet. In deze nota heeft de rege ring een afweging gemaakt tussen de verschillende belan gen, zoals vervoer, werkgelegenheid, ruimtelijke orde ning, energie, milieu en veiligheid. Daarbij is gebruik gemaakt van de LPG-Integraal- foto: willem mieras studie van TNO. De regering vindt dat activiteiten met LPG zoals aanlanding, distributie en ver bruik op voldoende veilige wijze plaats vinden wanneer een aantal voorzienin gen is getroffen, die verschillen per acti viteit. Daarmee worden alle groot- en kleinschalige activiteiten met LPG in Nederland toegestaan. Dit vrije LPG- beleid kan volgens de regering met de bestaande wetgeving worden uitge voerd. Blijkens het voorafgaande kunnen wij dat bepaald niet toejuichen en moeten er andere maatregelen komen, zoals een wet op de externe veiligheid en een wet gevaarlijke stoffen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1984 | | pagina 3