Ongelukken Afweging Risico Gevolgen Veiligheid z, DOOR HANS BANNINK EN JAN-WILLEM IONGEPIER Het onderwerp veiligheid speelt in de belangenstrijd tussen ondernemingen en milieugroeperingen een belangrij ke rol. Gevaren, risico's, schade; wat is eigenlijk veilig De verkenning van een terrein, waarover veel wordt gedis cussieerd maar weinig zeker is. Milieu en veiligheid zijn nauw met el kaar verbonden. Als we „milieu" be schouwen als de hele leefomgeving van ons mensen, dan is veiligheid daarvan een belangrijk onderdeel. Veiligheid is echter moeilijk precies te omschrijven. Het is weliswaar zo, dat minder risico's meer veiligheid betekenen. Maar ner gens is vastgelegd hoe hoog risico's mo gen oplopen voordat er sprake is van een onveilige situatie. Veiligheid is dus een subjectief begrip: wat voor de één een verwaarloosbaar risico is, wordt door iemand anders als een echte bedreiging gevoeld. Is het risico van een ernstig ongeluk met de kerncentrale Borssele aanvaard baar (klein genoeg) of bedreigend (te groot)? Het is maar hoe je het bekijkt. Niet alleen komt dit door de vraag of de kans op een ongeluk klein genoeg is, ook de gevolgen worden persoonlijk verschillend gewaardeerd. Materiële schade is voor een groot deel in geld uit te drukken, maar hoe moet men slachtof fers en pijn in geld waarderen? Eigenlijk is dit onmogelijk, al wordt het soms wel gedaan (verzekeringen, smartegeld). Een oordeel vellen over de toelaat baarheid van risico's is dus bijzonder moeilijk. Ongelukken zijn het gevolg van een niet voorziene of voor onwaarschijnlijk ge houden samenloop van omstandighe den. Zowel in de chemische industrie als in de scheepvaart ligt in 85% van alle gevallen de oorzaak van een ongeluk rechtstreeks bij het menselijk handelen. Het voorkómen van milieu-ongelukken en het beperken ervan is niet in de wet vastgelegd. Dit moet nog gebeuren in de Wanneer er gesproken wordt over een „aanvaardbaar risico", dan heeft er een afweging van de voor- en nadelen van een activiteit plaatsgevonden. Die afwe ging betekent, dat de veiligheid tegen over het economisch belang van zo'n activiteit is gezet. Voordelen, die altijd in geld zijn uit te drukken, kunnen zijn he: winstoogmerk en werkgelegenheidsas pecten. Opmerkelijk is, dat het maatschappelijk nut van industriële handelingen niet in de beoordeling ervan wordt betrokken. Zo wordt van de aangevoerde LPG in het Sloegebied circa 80% en van de aange voerde ammoniak alles doorgevoerd naar West-Duitsland. Het maatschappe lijk nut voor Zeeland en haar bevolking ligt daarbij enkel en alleen in de beperkte werkgelegenheid van opslag-terminals en het transport. De vraag kan worden gesteld of dat voldoende opweegt tegen de gevaren van de acitiviteiten met deze gevaarlijke stoffen. Aan een risico zitten twee kanten: de kans op een ongeluk en de gevolgen ervan. Het is een combinatie van beide. Vaak wordt het risico van een mense lijke activiteit dan ook berekend als volgtrisico kans X gevolg. Schat men bijv. de kans op een kritie ke aanvaring met een grote LPG-tanker op de Westerschelde bij Vlissingen op één keer in de 10.000 jaar en het gevolg ervan op 2000 doden, dan is het risico van dat vervoer 2000 doden per 10.000 jaar. Overigens behoren bij de gevolgen ook nog gewonden en materiële schade te worden betrokken. Tegen deze manier van risico-bepa ling zijn echter nogal wat bezwaren. Ze leidt gemakkelijk tot de stellingname dat een activiteit, waarbij eens per 10 jaar 2 doden kunnen vallen, even zwaar weegt als een activiteit die 2000 doden kost bij een ongeluk dat gemiddeld eens in de 10.000 jaar plaatsvindt. Het laatste risico wordt door de samenleving veel ernsti ger opgevat dan bij het eerste geval. Het is namelijk even goed mogelijk, hoe klein de kans ook is, dat zo'n ongeluk morgen gebeurt als over 10 of 10.000 jaar. Zoals al werd gesteld is de eventuele toelaatbaarheid van een risico subjectief. W mm mw m )e KAK of V tM&Utk xteiH ai 20,20, ALS a w onto.UK JjrE&EUlT, vjH te <jEV0L$eH RAM?2AU6<! TIK-TAK TEKENINGEN wet op de externe veiligheid waarvan het ontwerp in 1983 aan de Tweede Kamer had moeten worden aangebo den, maar dat nu ten offer dreigt te vallen aan de dereguleringswoede. Externe veiligheid heeft te maken met ongelukken, die het gevolg zijn van activiteiten in (veelal chemische) bedrij ven,van het vervoer van stoffen ten be hoeve van die bedrijven en van het toe passen van gevaarlijke stoffen. Het gaat daarbij dus niet om de vast aanwezige, voortdurende (permanente) bronnen van gevaar, zoals bijv. water-, lucht- en bodemverontreiniging. De milieugevol gen daarvan worden zoveel mogelijk in gedamd met behulp van de hinderwet, wet inzake de luchtverontreiniging en andere specifieke milieu-wetten. De wet op de externe veiligheid is er dieet op gericht de in de omgeving aanwezige bevolking en het milieu te beschermen. Bij het verlenen van vergunningen ma ken de overheden gebruik van veilig heidsstudies. Die studies worden meest al door de belanghebbende bedrijven of overheden (of samen) uitgevoerd, of het wordt in hun opdracht gedaan. Reke ning houden met de gevoelens of de waardering van de bevolking voor be paalde gevaarlijke activiteiten is er ech ter niet bij. Voor de opslag, aan- en afvoer van LPG heeft TNO de veiligheidsstudies verricht. Uit deze studies wordt afgeleid, welke maatregelen dienen te worden genomen om risico's te beperken. Deze richten zich doorgaans echter in hoofd zaak op het beperken van de kans op een ongeluk. Maar eerder is al gesteld, dat risico ook te maken heeft met gevolgen van een ongeluk. Die gevolgen worden Lees verder op pag. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1984 | | pagina 4