Milieubeleid van de E.G. Ondanks het opstellen van milieurichtlijnen komt er binnen de Europese Gemeenschap weinig van de grond Milieu-richtlijnen Economische belangen Grensoverschrijding De verkiezingen voor het Europees Parlement zijn in ons land teleur stellend verlopen; slechts de helft van de kiezers is gaan stemmen. Vanuit milieu-oogpunt is dat eigen lijk ook niet zo verbazingwekkend, want wat heeft het milieu of de milieubeweging nu van de Europese Gemeenschap (EG) te verwachten? Meer dan tien jaar geleden, in 1973, werd het eerste actieprogramma van de EG inzake het milieu aangenomen door de Raad van Ministers. Dat was dus kort na het verschijnen van het Rapport van de Club van Rome en de eerste milieu conferentie van de Verenigde Naties in 1972. De kwaliteit van het milieu in de lid staten van de EG is er in die tien jaar niet op vooruitgegaan. Eerder moeten we het tegendeel vaststellen. Zoute Rijn en zure regen spreken boekdelen. Het is jammer te moeten constateren dat van de EG ook nauwelijks een doeltref fend milieubeleid is te verwachten. On danks het opstellen van een hele reeks milieu-richtlijnen komt er veel te weinig van de grond. Daarvoor zijn verschillen de oorzaken aan te wijzen en daarvan wil ik - naar mijn smaak - de twee belang rijkste noemen. a. De EG werd opgericht met als doel te komen tot economische samenwerking, door binnen de gemeenschap het vrije verkeer van goederen en personen én het gelijktrekken van de concurrentie voorwaarden in te voeren. b. Het hele EG-milieubeleid komt erop neer, dat de in sommige landen verder gaande (en vérgaande) milieumaatrege len worden samengesmolten met on dermaatse regelingen van minder mi lieubewuste landen. Daarbij is de afstem ming gericht op het land met de minst milieubewuste inbreng, omdat ervoor gewaakt wordt dat het ene land een strenger milieubeleid zou voeren dan het andere. De de treffen maatregelen worden in de EG wél steeds getoetst aan de econo mische bepalingen, maar van het omge keerde is geen sprake. Zo kunnen noodzakelijke maatregelen fraai om DOOR HANS BANNINK zeep worden geholpen of op z'n minst op de langebaan geschoven worden. Het uitvaardigen van richdijnen door de EG vraagt veel kostbare tijd, waarbij het ge middeld zo'n drie jaar duurt voordat een richtlijn definitief goedgekeurd is. Het Europees Parlement zal moeten zien te bereiken, dat het milieubeleid een dui delijke zelfstandige plaats inneemt in het hele EG-beleid, zonder daarbij onderge schikt te worden gemaakt aan econo mische belangen. Het is dus toch belangrijk om de aan dacht op Europa gericht te houden, mede omdat het merendeel van de mi lieuproblemen grensoverschrijdend is en ze niet alleen op nationaal niveau kunnen worden opgelost. Het laatste mag echter nooit als een pleidooi wor den gebruikt om in eigen land dan maar zolang Gods water over Gods akker te laten lopen. En dat gebeurt. Het Neder landse bedrijfsleven misbruikt bijvoor beeld het tekortschietend milieubeleid van de EG als argument om de nationale bestrijding van de zure regen problemen tegen te houden. Een treurige zaakB IKSSflHSi i i i H H H P. i.i lilri i m;h1 Hffil'ibdiiHihlSlI n - Ribi ïuilffljJ®! Europees Parlement

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1984 | | pagina 3