JUjt
Dubbeltje op z'n kant
Nachtmerrie
Een crime
JL-
In 1966 kwam de DO W. Ja, daar hebben
we toch wel bezwaren tegen gemaakt, zij
het vanuit het belang van de Mosselban-
ken. Van die komst hadden we geen
hoge pet op. We waren bijzonder bang
voor luchtverontreiniging, waterveront
reiniging en zo meer. Echte liefde is dat
nooit geworden, is 'tnog steeds niet.
Maar de Mosselbanken, dat is uitgevoch
ten tot de hoogste instantie, en terecht.
Kaland zei op de dag dat de zaak dan toch
geopend werd, op de boot waar de ge
nodigden zaten, dat het maar weinig ge
scheeld had of het was niet doorgegaan.
Het was dus een dubbeltje op z'n kant.
Een belangrijk verlies.
Begin zeventiger jaren werd het Zeeuws
Coördinatieorgaan opgericht ter overkoepe
ling van de verschillende regionale milieu
verenigingen.
Dat is een gebed zonder end geweest. Ik
denk dat de eerste bijeenkomst was in
1971. Dat was een aftasten, daar kwam
niks uit. In 1972 werd er weer vergaderd,
maar toen kon ik niet. In 197 3 was pas de
derde bijeenkomst. Steeds maar oprich
ten Of je het zou doen, hoe en wanneer
Vooral in Middelburg lag dat heel ge
voelig. Een of ander lid uit de high society
van Middelburg, die kon toch niet tegen
Van Aartsen of Schlingemann, gaan zeg
gen „jij doet iets niet goed". Die kon toch
niet in onmin leven met bijv. een ge
deputeerde! Sicco Parma is er naderhand
bijgekomen en toen is dat uitgegroeid.
De eerste grote inspraakronde kwam
met het Baalhoekkanaal. Toen kwam de
heer Zuurdeeg als technisch hoofd
ambtenaar van Rijkswaterstaat het pro
ject aan de boeren voorleggen. Wat
heeft die man gezweet. Hij werd onder
de voet gelopen. Dat zijn mooie dagen
geweest evengoed. Maar voor Zuur-
Dow Chemical
deeg.... Jaren later heb ik hem leren ken
nen in het bestuur van Het Zeeuwse
Landschap en we praatten er nog wel
eens over. Voor hem was het een nacht
merrie. Daar had hij ook nooit voor
geleerd. Inspraak was voor hem toen een
tegenvaller. Maar het kwam op en met
succes. Het Baalhoekkanaal is er niet,
komt er niet en zal er nooit komen ook.
Het is uitgekomen wat de natuurbe
schermers steeds zeiden: de bomen
groeien niet tot in de hemel. Soms heb je
enige voldoening, dat het inderdaad uit
gekomen is zoals jij het zag. Het is een
schrale voldoening, want Zeeland is on
voorstelbaar verarmd natuurlijk.
Er was eens een bijeenkomst in Axel voor
inspraak in het streekplan Oost-Zeeuws-
Vlaanderen.
De Steltkluut was er ook bij, we waren
met z'n tweeën afgevaardigd. Je hebt dan
wel inspraak, je doet en denkt mee. Maar
al die kleine elementen in een landschap,
die het juist zo charmant maken, zijn niet
door een streekplan te dekken. Dan zeg
gen ze, je wilt toch niet die sloot ginder
achter b ij Piet de Hullu erin zetten zeker,
't Is Zeeland hoor, dat kan niet. Dat moe
P
ten de gemeentes maar doen in hun bi
stemmingsplannen. Maar wat zeggen d
gemeentes: „Wat staat er in het streelB
plan?" Juist.
We hebben heel veel heibel geh 1 e
toen we hier in Hulst eens een p; v
stukken extra hebben ingetekend me o
een groen potlood. Het heeft toch la E
geduurd eer ze dat in de gaten krege: e
En nou krijg je - als je jarenlang net a] i
ik voorzitter bent van een club - hel
risico, dat je misschien toch te weina I;
kritisch wordt. Datjezegt,het plan is va*
de PPD; je bent het er wel niet helemiia
mee eens, maar je kent Adriaansens ej
zo. We moeten toch wel een beetje vei
der van mekaar staan. En daar is Zeelam
weer ontzettend klein voor.
e
George Sponselee heeft het verschijnsel «P
spraak zien groeien. Bij sommige gemeente,
hadden de ambtenaren er in het begin veer
moeite mee.
Als je naar een bestemmingsplan ginj
vragen, was het net alsof je een oneerba.il
voorstel deed. In Sas moest je ze vai c
onder de toog halen. Daar zaten ze al a
kijken, zo van: daar heb je niks mee d
maken. In Terneuzen, dat moet gezegi]
kon je terecht. Daar zeiden ze: het
eigenlijk gesloten, maar omdat je ui
Hulst komt. Nee, Sas, datwas een crime
werkelijk waar. Daar gingen we ooi1
meestal niet alleen naar toe. We zeide ic
als we het niet alleen aankunnen, darc
maar met z'n tweeën. Het was je recht 1
maar je moest er wel voor vechten.
Eigenlijk denken velen dat je hetzelf
de bent als een kanariehouder, die eer j
leuke kooi voor zichzelf heeft om naar de j
vogels te kijken. Maar zo is het niet, want
je hebt zelden nog de tijd om naar voge s
te kijken. Het is juist het landschap in z'r j
algemeenheid dat je zo gaaf mogelijk will
houden voor de mensen die erin leven
Het is voor het algemeen belang. En da.i
is erkend geworden, zoals bijv. dat je
wekelijks een kwart pagina in De Stem
mag schrijven, al 7 jaar lang.
Overigens blijft Sponselee bestuurslid
van De Steltkluut als redacteur van het blad
De Steltkluut. Om te voorkomen dat redac1
tie en bestuur niet te ver uit elkaar groeien.
Verder blijft hij in Het Zeeuwse Landschap i
zitten en in Vogelbescherming. 1
„Daar zit ik m'n termijn ook uit. Het is
uiteindelijk geen hobby, het is een roe
ping, een levensovertuiging". II