5 Deze voedselplanten groeien voorna melijk in rustige delen van de zeearmen met een zoutgehalte boven de 15 pro- miel Cl. Rotganzen komen dan ook voornamelijk voor op en langs Oos- terschelde, Keeten, Krabbenkreek, Krammer, Volkerak, Grevelingen en Veerse Meer, maar nauwelijks in Ha ringvliet en Westerschelde. Het duide lijke verband tussen het zoutgehalte van het water, resp. de aanwezigheid van de voedselplanten en de verspreiding van de rotgans, blijkt uit de veranderingen die optraden na de afsluiting van het Volkerak in 1969. Vóór 1969 kwamen met uitzondering van de directe omge ving v^n de Grevelingendam nauwelijks rotganzen in de Krammer en het Vol kerak voor. Daarna vond een verzilting plaats, breidden zeesla en darmwier zich oostelijk uit en nam de rotgans in dit gebied sterk toe. Wanneer na de aanleg van de Philipsdam in 1986 het Volkerak verzoet, zal het aantal rotganzen hier dus waarschijnlijk weer sterk afnemen. Binnen het verspreidingsgebied van de rotgans in het Deltagebied zijn een aantal deelgebieden te onderscheiden, waarin - geheel volgens het traditioneel voedselgedrag van deze vogels - onge veer vaste concentraties ganzen in de winter voorkomen. Zo komen langs de zuidkant van het Oosterschelde-gebied in de periode oktober-april vele honder den tot enkele duizenden rotganzen voor op de slikken en schorren van het Verdronken Land van Zuid-Beveland, de slikken tussen Yerseke en het Goese Sas en in het Zandkreekgebied. Ze fou- rageren hier op de groenwieren die op platen en mosselbanken groeien en aan spoelen langs de dijken en de schorren alsmede op zeegras dat vooral in het Zandkreekgebied groeit. Binnendijks wordt in dit gebied voornamelijk gefou- rageerd op akkers in de St. Pieterspolder bij Yerseke, de Yerseke Moer, op akkers grenzend aan de Zandkreek in de Wil- helminapolder, op Noord-Beveland, in ondiepe oeverzones en op de platen in het Veerse Meer. De voornaamste an dere plaatsen in het Oosterschelde-ge bied liggen langs de kust van Tholen en St. Philipsland, de Grevelingendam, de Krammerse slikken en schorren langs Flakkee en langs Schouwen-Duiveland, de slikken en schorren bij Vianen en het Schelphoekgebied. Het gaat dan ook om honderden vogels. Vanuit het laatste gebied wordt binnendijks op de graslan den in de Prunje en de inlagen gefoura- geerd. Ook op Tholen, St. Philipsland en Oost-Flakkee komen sinds de laatste vier/vijf jaar op verscheidene plaatsen de rotganzen binnendijks fourageren, voornamelijk op wintertarwe- en gras zaadakkers die in de buurt van de bui tendijk liggen. In de Grevelingen zijn vooral in het najaar de aantallen rotganzen nogal eens hoog. Waarschijnlijk zijn het doortrek kers die hier enkele dagen verblijven. Ze fourageren er op de uitgestrekte zeegras velden. Na januari nemen de aantallen meestal af. De laatste jaren verblijven 's winters zo'n 1000-1500 rotganzen in de Grevelingen. Op de zandige platen wordt niet zoveel gefourageerd, waar- Rotganzen, een probleem? schijnlijk omdat de vegetatie te schraal is. Binnendijks wordt vooral in het gras landgebied de Koude Hoek bij Ouddorp en op de graslanden langs de noordkust van Schouwen gefourageerd. Zoals meestal het geval bij de rotgans zijn ook in de Grevelingen een aantal „systemen" te onderscheiden, gevormd door een bepaalde club ganzen die hun vaste fou- rageer-stek binnendijks en op 1 a 2 km vliegafstand een uitrust- en slaap-stek buitendijks hebben. Weken achtereen komen dan ongeveer dezelfde aantallen rotganzen in zo'n fourageergebied voor. In tegenstelling tot de Grevelingen komen in het Veerse Meer grote aantal len het meest in het voorjaar voor. Ze fourageren dan veel op de Haringvreter en de Middelplaten, waar in die periode de vegetatie-ontwikkeling op gang komt. De platen in het Veerse Meer zijn over het algemeen wat kleiïger en daar door produktiever dan de platen in de Grevelingen. Rond 1980 begon het binnendijks fou rageren van rotganzen voor sommige boeren een probleem te vormen. Daar voor kwam dit gedrag van rotganzen ook voor, maar dit werd door de meeste boeren geaccepteerd of ze namen zelf maatregelen zonder verder schade-

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1985 | | pagina 5