Zeeland nog niet stralend genoeg
Dpslag van radioactief afval
Kern energie..?
'ertrouwelijk
Om wat voor afval gaat het
Risico's van een opslagfaciliteit
DOOR HANS BANNINK
teuze van een plaats voor langdu-
opslag op land van alle soorten
jactief afval ligt in handen van een
»ie onder leiding van Mr. W. J.
;ma: de commissie LOFRA
|>katiekeuze Opslagfaciliteit Radio-
|fAfval). Het advies van Geertsema
s.n oetrondl oktober a.s. gereed zijn,
et kabinet wil dan vóór 1 januari 1986
eslissen over de definitieve plaats.
Ogenschijnlijk gaat de commissie
OFRA volgens een brede, objectieve
inpak te werk. Ze heeft eerst 20 moge-
ke geschikte plaatsen geselecteerd,
;eft gemeente- en provinciebesturen
LSpraak en wil stapsgewijs de meest
sschikte uitkiezen. Voordat de com-
lissie LOFRA met haar werk begon,
as er echter al het een en ander ge-
surd. Daaruit is niet moeilijk te voor-
>ellen welke aanbeveling Geertsema
inslotte zal doen.
)p 11 augustus 1982 verscheen een
ertrouwelijk voortgangsrapport over
e interim opslag van radioactief afval
iet gegevens over de mogelijke loka-
es. Schrijver: minister Winsemius. Ge
dresseerde: de Tweede Kamer.
Over het Sloegebied wordt daarin ge-
egd, dat het bestemmingsplan geen be-
;mmering vormt voor de opslag van
idioactief afval, voorzover het althans
et grondgebied betreft van de gemeen-
s Vlissingen. Voor het gebied dat onder
e gemeente Borsele valt verwacht men
leer problemen, die samenhangen met
e bouw van een opslagplaats bij de
erncentrale. Opmerkelijk is de mede
ding, dat directeur J. van Konijnen-
iirrg van het Havenschap Vlissingen
>ereid zou zijn alle medewerking te ver
men en al enige interessante suggesties
Lad gedaan, die de realisatie van een
oorlopige opslag aanzienlijk zouden
:unnen vereenvoudigen. Gebieden
/aar volgens het rapport geen overwe-
;ende problemen van technische en/of
-tridisch-planologische aard spelen, zijn
iehalve het Sloegebied ook Flevoland
nhetMoerdijkgebied.In eerse instantie
ouden Flevoland en het Sloegebied
erder bekeken moeten worden op de
nogelijkheden, waarbij het Moerdijkge-
iied als eerste reserve geldt.
Bij elke vestigingsplaats verwacht de
ninister echter wel problemen van poli-
ieke en psychologische aard en bena-
PAAR HEBBEN WE HE.T TOCH
AL OVER. G-EHAD--.. k|CC I
het antwoord blijft Ntfc.
Affiche van de Overijsselse Milieufederatie
drukt dan ook de noodzaak om de zaak
subtiel aan te pakken. In dat verband
zegt het rapport, dat het van belang is
tegenover lokale bestuurders aan te to
nen dat alle in aanmerking komende
lokaties binnen Nederland zijn onder
zocht.
De gang van zaken verloopt sindsdien
geheel volgens het draaiboek in dit ver
trouwelijk rapport. In de nota Radio
actief Afval van april 1984 zegt minister
Winsemius dat er één plaats moet ko
men voor de langdurige opslag op land
van alle categorieën radioactief afval.
Zoals bekend kan het tijdelijke opslag
gebouw in Zijpe (NH) tot uiterlijk 1
januari 1994 gebruikt worden en is dit
voor hoog-radioactief afval en kernsplij-
tingsafval niet geschikt.
In oktober 1984 brengt de regering
naar buiten dat de bouw van een tijde
lijke opslag-faciliteit noodzakelijk is. Met
„tijdelijk" is nu bedoeld 50-100 jaar. De
reden daarvoor is dat in de jaren '90
hoog-radioactief afval en kernsplijtings-
afval, afkomstig van Nederlandse splijt
stof, vanuit het buitenland kan worden
teruggezonden. Verder maaktzo'n tijde
lijke opslag een beslissing over defini
tieve geologische berging (bijv. in een
zoutkoepel onder Drente of de Noord
zee) minder dringend. In latere jaren kan
dan worden bezien of die berging in
eigen land moet gebeuren of dat er in
tussen mogelijkheden zijn gevonden om
het radioactieve afval ergens anders in de
wereld op te bergen.
Sindsdien is de commissie LOFRA
aan het werk. Tien tegen één dat het
Sloegebied bij de uiteindelijke voorstel
len van Geertsema c.s. nog steeds hoog
scoort. Zeeland het nucleaire vuilnisvat
van Nederland?
Het gaat Geertsema om alle soorten
radioactief afval die in Nederland wor
den geproduceerd, d.w.z. van laag- tot
hoog-actief en afkomstig uit ziekenhui
zen, laboratoria èn kerncentrales.
Ook het afval dat na 1990 terugkeert
uit de buitenlandse opwerkingsfabrie
ken van La Hague en Windscale krijgt
een plaats. Van de opgewerkte brand
stofstaven uit de kerncentrales Borssele
en Dodewaard zal dan elk jaar 3 m3
kernsplijtingsafval (ksa), 12 m3hoog ra
dioactief en 34 m3 laag- en middel-radio
actief afval in verpakte vorm terugko
men naar ons land.
Op basis van radioactiviteit zal het
aandeel van kerncentrale-afval in de to
tale hoeveelheid radioactief afval 99,7%
zijn. De overige 0,3% komt uit zieken
huizen, laboratoria, etc. Het is de be
doeling dat de opslagplaats zo groot
wordt dat er ook voldoende ruimte zal
zijn voor het afval uit nieuwe kerncen
trales (3500 MW). Bij nieuwbouw van
kerncentrales zal namelijk de totale hoe
veelheid afval qua radioactiviteit ruwweg
5 tot 10 maal toenemen.
De LOFRA-opslagfaciliteit zal in de hui
dige opvattingen onder andere moeten
bevatten: een gekoelde opslagplaats
voor het (al dan niet opgewerkte) splijt
stof-afval, een verbrandingsinstallatie
voor onder andere koolstof- en tritium-
houdend afval en een opslag voor laag-,
middel- en hoog radioactief afval.
Met dit soort interim opslag is geen
ervaring opgedaan en er kunnen dus
geen goede schattingen worden ge
maakt van de „milieuvriendelijkheid".
In beginsel is er een risico van lucht
verontreiniging met radioactieve edel
gassen, door verbranding van radioactief
afval. Daarnaast ontstaat waterveront
reiniging door ontsmettingsactiviteiten
en is er een kans op ongevallen. Verder
moet gewezen worden op de mogelijke
gevaren van het transport van radioactief
afval. De aantal transporten kan oplopen
tot 300 per jaar.
13