AANTALLEN VAN ENKELE SOORTEN BROEDVOGELS IN HET DELTAGEBIED IN 1984 e TOEKOMSTIGE AFVALVERWIJDERING IN ZEELAND Voor het zesde achtereenvolgende jaar zijn de aantallen broedparen van verschillende voor het Deltagebied belang rijke soorten broedvogels op een rijtje gezet door Peter Mei- ninger (Rijkswaterstaat-dienst getijdewateren). Met behulp van door tientallen personen, werkgroepen en diensten verzamelde gegevens was het mogelijk een betrouw bare schatting te maken van de broedparen. Een (meestal geringe) afname van de aantallen werd vastgesteld bij de kokmeeuw, visdief en grote stern. Een toename werd gecon stateerd bij de bontbekplevier en de grote meeuwen. In 1984 vonden op verschillende plaatsen in het Deltagebied ves tigingen plaats van de blauwe kiekendief. In het verleden heeft deze roofvogelsoort slechts enkele malen in het Deltagebied gebroed. In 1984 broedden 3-4 paren in hetMarkizaat, werd op Schouwen-Duiveland 1 nest aangetroffen en vond in de Bies- bosch een mislukt broedgeval plaats. Dit uitstekende initiatief wordt dit jaar geïntegreerd in het SOVON-project voor bijzondere broedvogels (BSP). Hier voor zal Peter Meininger als coördinator fungeren in Zeeland. Tp^WSÉkte*, - f i - Grote stern Schattingen van de belangrijkste soorten in de periode 1979-1984 1979 1980 1981 1982 1983 1984 Kluut 1560 1690 1810 2150 2060 2070 Bontbekplevier 245 290 245 265 230 300 Kleine plevier 105 100 100 105 100 100 Strandplevier 525 575 485 475 450 450 Stormmeeuw 200 235 530 1240 380 550 Zilvermeeuw 14800 16800 18000 23000 21000 23000 Kleine mantelmeeuw 900 850 1030 1800 1155 1250 Kokmeeuw 48000 44000 47000 48000 44000 36000 Visdief 2150 2600 2800 3250 2950 2700 Noorse stern 65 60 60 45 45 40 Dwergstem 230 250 290 255 305 295 Grote stern 3130 3400 3922 4107 4100 3502 Bruine kiekendief 110 130 145 175 185 180 De eerste jaarvergadering van de ZMF - weinig mensen, geen commentaar op het beleid in het afgelopen jaar - benoemde twee nieuwe bestuursleden. In de eerste plaats een nieuwe voorzitter in de persoon van Jan Willem Jongepier, die de Wantij-lezers al kennen. Velen zullen hem wellicht ook niet herkennen; hij deed namelijk in het afgelopen jaar (en blijft d; ook doen) samen met Lisette en Bernadette de eindredact van Wantij. Een bezigheid die pas zou opvallen als het nil 1 gedaan werd. Jan Willem was ook al langer bestuurslid. De aftredende voorzitter, Riks Laanbroek moet zijn ncH korte actieve periode binnen de Milieufederatie stoppen. Eel heeft een baan gekregen in de Betuwe en verhuist daarheesc Riks, het besteh De tweede vertrekker, tenminste als bestuurslid, is Th;e< Kramer. Thijs heeft vier jaar in het bestuur gezeten en was et ja van de meest actieve en betrokken leden van vroeger het ZO e1 - en nu het ZMF - bestuur. Zijn afteden heeft de goede red- dat hij inmiddels ZMF-stafmedewerker is. Opvolger van Thi k is Leo d'Hoore. Leo is al enkele jaren tweede vertegenwoo tc diger van West-Zeeuws-Vlaanderen in het bestuur. al Een nieuw gezicht op het kantoor is tenslotte Hedwsf Koebrugge, die een vier maanden durende stage vervult vant y de milieukunde-opleiding Nieuw Rollecate in Deventer. 21< gaat na hoe de Zeeuwse gemeenten inspelen op de wens; lijkheid om de kleine hoeveelheden chemisch afval die in ht huishouden ontstaan op een goede manier in te zamelen en; verwerken. Tegen de zomer zal daarover een rapportje mt aanbevelingen verschijnen. (K O I In juli 1984 verscheen een rapport over de toekomstige afV< ti verwijdering in Zeeland. De studie werd verricht door eJ? werkgroep met vertegenwoordigers van Zeeuwse gemeenti I en de Provincie. Een vervolgonderzoek, is intussen in gatl< gezet. Het heeft bij ons enige verbazing gewekt, dat deze studie p|g op 15 februari j.l. in de Provinciale Raad voor het Milieu tik sprake kwam èn dat er zelfs gemeenteraden zijn die de stuc nog helemaal niet onder ogen hebben gehad. Blijkbaar is re niet iedereen overtuigd van het belang van alternatieve ve werkingsmethoden voor ons afval i.p.v. het traditionele sto ten op vuilnisbelten. In het rapport worden als meest voor de hand liggentj alternatieven de volgende genoemd. Hergebruik van gron stoffen uit afval nascheidinghij de bron en/of na.verwerkmgin ei scheidingsinstallatie, alsmede het omzetten van geschikt aft in energie. Inleveren van kleine hoeveelheden chemisch afi moet voorkomen, dat dit afval tussen het overige verdwijnt ernstige bodemverontreiniging veroorzaakt. Een deel van 1 grof huisafval kan opnieuw gebruikt worden door het opric ten van kringloopwinkels te steunen. Het rapport is dus een aardige aanzet om een andere weg te slaan. De ZMF vindt echter wel, dat vóór alles de nadn' gelegd moet worden op het beperken van de hoeveelheid afv; stoffen. Daarmee kunnen vuilstortplaatsen veel langer g bruikt worden en is er in de toekomst dus minder kostba 1 ruimte mee gemoeid. c Het verdient verdere aanbeveling, dat Zeeuwse gemeenten; 5 al bestaande vormen van inzameling van glas, textiel en oic papier nog verder stimuleren, óók in financieel opzicht. 1 Daarnaast kunnen organische bestanddelen (alleen gc#1 verteerbare, zoals groente-, fruit- en tuinafval) apart in et afvalzak van vlas worden gedaan en het overige afval (zond1 glas en papier dus) in de gewone vuilniszak. Van het organise! afval met de vlaszak (die goed verrot) kan dan een goe* kwaliteit compost worden gemaakt. De studie geeft als voorlopige uitkomst, dat de kosten vfl gescheiden inzameling met compostproduktie - zonder daai de opbrengst van die compost mee te rekenen - ca. 25% hog 'i uitkomen dan de in gebruik zijnde manier van afvalverwijd ring in Zeeland. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1985 | | pagina 16