Corte berichten en ÈJÊ ededelingen b 9 maart j.l. demonstreerden 1500 mensen in Middelburg tegen Uitbreiding van) de kerncentrale Borssele de Kanaalzone Zeeuws-Vlaanderen ligt een „smeerpijp", l aarmee de grote industrievestigingen hun afvalwater recht sreeks in de Westerschelde laten lopen. Volgens de Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne moeten deze bedrijven daarvoor een lozingsvergunning i rijgen, die eerst aangevraagd moet worden. Tegen de inge- niende aanvragen van Broomchemie in Terneuzen, CPC in Sas in Gent, Nederlandse Stikstof Mij. en Cokesfabriek in Sluis- ail heeft de ZMF bezwaren gemaakt, omdat - kort gezegd - al eeze bedrijven veel te weinig werk maken van de zuivering van aun afvalwater binnen het eigen bedrijf. Technische mogelijkheden om het afvalwater te zuiveren bestaan al lang en worden óveral toegepast. Deze kunnen ook bij deze bedrijven worden geïnstalleerd. Van een voortdurend gebrek aan milieubewustzijn, waaraan deze bedrijven lijden, ondervindt de Westerschelde al jaren lang de nadelen. Daar moet nu maar eens een eind aan komen. De BMD achter de rug, een voorlopig regeringsstandpunt om met de uitkomsten van de BMD geen rekening te houden, Zeeland opgescheept met een tweede kerncentrale en als het even tegen zit ook nog de afvalberg. Dat lijkt het stralend perspectief voor het energiegebeuren in Zeeland. De energie- problematiek lijkt zich weer toe te spitsen op Voor of tegen Borssele I en/of II. Dit betekent een versmalling van het energieprobleem tot een keuze voor of tegen kernenergie, een doodlopende weg. Want de basis van het energievraagstuk„te veel energie verbruik" wordt niet geraakt. En pas daarna komt aan de orde hoe we elektriciteit opwekken. Met die gedachte werd door het consulentschap Natuur- en Milieueducatie een „Energiecyclus" ontwikkeld. Daarin kwa men vier aspecten aan de orde. Energie en ecologie In de cursus werd geconstateerd dat het zonlicht in samenhang met groene planten de dragers zijn van de energievoorziening. De opbouwende voorraden worden door de mens in een razend tempo verteerd. Dat is niet alleen slecht voor de energiehuishouding, maar tevens levensbedreigend. Denk maar aan S02 en C02 problemen: zure regen en „broeikasef fecten". Energie en ontwikkeling De hoeveelheid energie die beschikbaar is, bepaalt de ontwik keling van een samenleving. Hoe meer energie des te meer activiteit. Ook zagen we, dat er tegenwoordig steeds meer energie nodig is om kwalijke effecten van onze manier van samenleven te bestrijden: naverbranding, katalysators, zui veringsinstallaties, rookgasontzwaveling, enz. Kortom, ener gie is nodig voor de opbouw van eensamenleving, maar die kan daarmee ook te ver gaan, waardoor de ontwikkeling in een neerwaartse richting gaat. Mondiale aspecten In het Westen kennen we een groot energie- en grondstoffen- gebruik met alle problemen van dien: zure regen, mestover schotten, afvalbergen. Een vorm van over-ontwikkeling. In de derde wereld zien we van dezelfde medaille de andere kant: ontbossing, grondstoffenroof en roofbouw. Onze energie- en grondstoffenhonger en over-ontwikkeling zijn het gevolg van onze maatschappij-inrichting. Hier minder betekent: hier minder (afvalproblemen en daar meer ontwikkelingskansen. Beleid en alternatieven Na alle problemen en ellende die in de vorige avonden werden behandeld, bespraken we in de laatste avond het beleid. Dit aan de hand van vier „scenario's" en plannen. Bij ongewijzigd beleid blijft de groei van energiegebruik en daarmee van problemen hier en van ellende daar doorgaan. Het Centrum voor Energiebesparing biedt zeer reële al ternatieven: besparing en warmte-krachtkoppeling staan centraal. Andere plannen gaan uit van een nog veel sterkere daling van het energieverbruik. Het kan wel anders, als we maar willenDie conclusie kwam naar voren in de evaluatie. Geen deprimerende cursus, maar een goede verdieping van kennis en inzicht in het energie probleem. Een opsteker om in klein en groot verband een andere mentaliteit en een beter beleid te realiseren, aldus één van de deelnemers. Marten Wiersma. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1985 | | pagina 15