9
12
kan dit natuurlijk zonder meer
accepteren, met alle ongewenste
gevolgen (nl. energieverspilling)
vandien. Er zijn echter ook andere
mogelijkheden, zoals dhr. Braun,
medewerker van de Provincie
Zuid-Holland aantoonde. Hier
voert de provincie een uitge
werkt beleid, om bedrijven tot
WKK aan te zetten. De provincie
speelt daarbij een koördinerende
rol, waar men in Zeeland jaloers
op zou moeten zijn.
Ook de vertegenwoordiger
van Protech, een adviesburo
m.b.t. energiebesparing in bedrij
ven, zou hier ongetwijfeld blij mee
zijn. Het grootste deel van hun
energiebesparingsvoorstellen
wordt tot nu toe niet uitgevoerd.
Deze vertegenwoordiger was
overigens van mening, dat kleine
bedrijven te weinig aan bod
komen in het konferentierapport.
Die zijn echter bewust buiten
beeld galaten i.v.m. hun grote
verscheidenheid. Bovendien
gebruiken de giganten meer dan
90% van de energie voor de
industrie. Hier zijn de eltekten
van energiebesparingsmaat
regelen dan ook het grootst.
FOTO: L. BOOT
s
:h
in
ab
ch
el
li
Theo Potm
ast
sprak later van een soort ver-e e
zekeringsfonds. In beide gevafui
is een belangrijke rol weggelei 1
voor de provincie. Men zou easi
dergelijk garantie- c.q. verzekeei
ringsfonds bijvoorbeeld kurnui
koppelen aan een proefprojebit!
in de Kanaalzone.
Kortom, provincie inclusief
PZEM aan de slag!"
Energiek windmolenbeleid
et
m
Ln<
V
pd
tri
Dat neemt echter niet weg, dat
ook in kleine bedrijven energie
kan worden bespaard.
Op het eerste gezicht was het
beeld dus niet rooskleurig. Om
toch industriële WKK op gang te
brengen zijn echter wel degelijk
voorstellen gedaan. In het rapport
is gesproken over een proef-
projekt in de Kanaalzone; tijdens
de energiekonferentie is hierop
echter geen reaktie gekomen.
Wel stelde men een garantie
fonds voor bij WKK, gevoed
door de overheid. Theo Potma
Dhr. H. Eikenbroek, inleider Ittffl
het onderdeel windenergie en/a
werkzaam bij het nutsbedrijf nz
Schiedam vindt, dat windeneet
in Zeeland verder ontwikkeld'e i
moet worden. In zijn inleidingi e
waarvan hier een gedeelte volgvj
gaat hij in op het windmolen- nz
beleid van de gemeente Schie-ed
dam, versus het beleid van de
provincie Zeeland.
„Waarom windenergie in 'q
Schiedam", was de vraag die
gesteld werd om als inleiding To
het programmaonderdeel lei
„informatiemarkt" te dienen. ^e]
„Met groot genoegen geef ik hjg
antwoord op, in de verwacht;^
dat dit een bijdrage kan leverf
aan de meningsvorming over
toepassing van windenergie iire'
Zeeland. tn
In Schiedam is vastgesteld tea
de beste energievoorziening e3e
een is, waarbij gestreefd wordt'yc
naar een maximale beperking vJJ.
het gebruik. Dit wordt gestalte,^
gegeven door intensieve isolai'
programma's en stringente
normen met betrekking tot !Ve
energieverbruik van nieuw te
is zeer sterk afhankelijk van de wil
van bedrijven.
Het was daarom zo jammer, dat
de geluiden en reakties van de
industrie op de WKK-voorstellen
zo pover waren. Slechts Hoechst
was aanwezig, vrij logisch i.v.m. de
omvangrijke energiebesparing
die daar reeds heeft plaats
gevonden. De energiekonferentie
was echter niet op Hoechst
gericht, maar op bedrijven waar
energiebesparing nog onvol
doende heeft plaatsgevonden.
afschrijvingstermijnen hanteren
van 20 jaar.
De tweede onzekerheid betreft
de warmtevraag binnen het
bedrijf. Deze warmtevraag is
afhankelijk van de produktie en
van investeringen in energie
besparing in het produktieproces.
De elektriciteitsproduktie, die
wordt bepaald door de warmte
vraag, wordt hierdoor tamelijk
onzeker.
Deze grote onzekerheid is er de
oorzaak van dat bedrijven geen
H
c
c
J
Belangstellenden hij de informatiemarkt tijdens de konferentie
Dhr. Milhous, werkzaam bij
Hoechst, noemde als belangrijk
ste belemmering bij de
grootschalige invoering van
WKK de onzekerheid in het
bedrijfsleven. In de eerste plaats
is dat de bestaansonzekerheid van
bedrijven in het algemeen.
De horizon van veel bedrijven
gaat niet verder dan enkele jaren,
terwijl de elektriciteitsbedrijven
Windombudsman R. de Bruyne
bepaald produktievermogen voor
elektriciteit kunnen garanderen.
De vergoedingen zijn dan ook
gering.
Belangrijk is echter, dat ook de
openbare energiebedrijven
met deze onzekerheid moeten
leven. Zij moeten immers te allen
tijde energie kunnen leveren,
ongeacht de vraag. Dat geldt ook,
als één van de giganten geen
energie meer zou afnemen van de
PZEM en de PZEM met een
groot overschot zou blijven zitten.
De gemeenschap c.q. overheid