Het krammer-Volkerak, nu en in de toekomsi Ingreep Verwachtingen r - - --- - 10 DOOR MARNIX DE VRIENl Het krammer-Volkerak be\indt zich in de noordoost-hoek van de Delta, op de grens van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant Het wordt in het oos ten begrensd door de in 1969 aange legde Volkerakdam, terwijl voor de westbegrenzing het toekomstige tracé van de Philipsdam (1987) wordt aan gehouden. Het aldus beschouwde ge bied is 6450 ha groot Daarvan is 3460 ha water (bij eb niet droogvallend), 2350 ha intergetijdegebied (slikken en platen) en 640 ha schor. Het ligt op de drukke scheepvaartroute van het Wes- terscheldebekken naar het Rijnmond gebied, maar buiten de vaargeul gaat het om een relatief ongestoord gebied met een grootschalig en open karakter. Een bijzondere omstandigheid vormt de ligging tussen het zoete Hollandsch Diep en de zoute Zeeuwse wateren (Grevelingen, Oosterschelde). De biologische betekenis van het Krammer-Volkerak valt het beste te illu streren aan de hand van de vogelrijkdom. In het intergetijdegebied fourageren jaarlijks vele duizenden steltlopers, rot ganzen en eendachtigen. De hoger gele gen schorren hebben een belangrijke funktie als hoogwatervluchtplaats en rustgebied. Internationaal gehanteerde kriteria (Ramsar-Convention, MAR-list IUCN) plaatsen het gebied op grond van de betekenis voor watervogels in de hoogste kategorie natuurgebieden. Met de voltooiing van de Philipsdam in april 1987 wordt het Krammer-Volke rak definitief aan de invloed van de zee ontrokken. De funktie van deze dam is tweeledig. Samen met de meer zuidelijk gelegen Oesterdam zal hij op de eerste plaats zorgen voor een aanzienlijke ver kleining van het Oosterschelde-bekken (zie figuur 1). Daardoor zal de getijde werking in de Oosterschelde door de stormvloedkering slechts beperkt ge dempt worden. Op de tweede plaats wil men met de dam een groot stilstaand zoetwater bekken scheppen ter verbetering van de zoetwatervoorziening voor de land bouw in Zuid West-Nederland. Men wil dit bereiken door het gebied na de af sluiting, via instroming door de Volke- raksluizen en uitstroming door het Bathse Spuikanaal, door te spoelen met zoet water uit het Hollandsch Diep, dat uiteindelijk afkomstig is uit Rijn en Maas. Dit water is echter van een zeer slechte kwaliteit. Het voert sterk veront reinigd slib met zich mee, heeft een hoog fosfaatgehalte en bevat aanzienlijke hoeveelheden giftige stoffen. Een be langrijke verbetering is nog niet in zicht. Het is dan ook bevreemdend, dat er tot nu toe in het geheel geen aandacht is geschonken aan de mogelijkheid om het Krammer-Volkerak zout te houden of de verzoeting te vertragen om de invloed van het vieze rivierwater zoveel mogelijk te beperken. De dubieuze toekomstige waterkwali teit zal de ontwikkelingsmogelijkheden voor het open water sterk beperken. Naar verwachting zal regelmatige algen- bloei niet zijn te voorkomen, die de wa terplanten sterk in hun ontwikkeling zal belemmeren. De nu aanwezige zout- en brakwaterorganismen zullen afsterven en daarvoor in de plaats zal zich in het water een soortenarme levensgemeen schap ontwikkelen, vergelijkbaar met die van het Hollandsch Diep. In tegenstelling tot deze sombere vooruitzichten voor het open water zijn de verwachtingen voor de ontwikkeling van de natuurwaarden op de droogval lende gronden hooggespannen. Deze gronden zullen een oppervlakte beslaan van 1780 ha voormalig schor en interge tijdegebied. 1210 ha van de huidige slik ken en platen zal definitief onder de waterspiegel verdwijnen (zie ook fig. 2). Elk rapport of studie die over het Krammer-Volkerak verschenen is, geeft hoog op over de mogelijkheden voor de Brandganzen kunnen na de afsluiting volI Smienten krijgen extra fourageermogelijkheiden op de droogvallende gronden in het Kr Ét

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1985 | | pagina 10