Ander werkschone toekomst Keerpunt Alternatieven Korte termijn DOOR MARTEN WIERSMA [n onze huidige samenleving spelen de ir ilieuproblematiek en werkgelegen- h ïidsvraagstukken een belangrijke rol. De Rijksoverheid voert een beleid waarin aan beide vraagstukken welis waar aandacht wordt gegeven, maar naar de mening van de milieubewe ging te weinig gekeken is naar de on derlinge samenhang. Milieuorganisa ties hebben daarom een aantal uitga ven het licht doen zien waarin wordt gepleit voor een andere aanpak In juni vond in Goes een konferentie plaats rond dit thema. Milieuvriendelijk werk (waaronder ook energiebesparing) levert direkt of indi- rekt een bijdrage aan milieuverbetering. Dit kan door bijv. bestaande aktiviteiten op een andere manier uit te voeren. En kele voorbeelden hiervan zijn: ekolo- gische landbouw i.p.v. traditionele land bouw, kringloopwinkels die de afval stroom beperken, landschapsonder- houdsprojekten die verwaarloosde na tuurgebieden herstellen. In een nota van het Landelijk Milieu Overleg, die in september 1982 aan de Tweede Kamer is aangeboden, werden de volgende maatregelen gevraagd: -selektieve stimulering van investering en; -herverdeling van werk; -bevorderen van een meer milieuvrien delijk, energiezuinig en arbeidsinten sief konsumptie- en produktiepatroon; -het instellen van een fonds waaruit maatschappelijke experimenten wor den gefinancierd. Uit een terugblik op de laatste decennia blijkt de motivatie. In de jaren zestig was er grote ekonomische groei waarbij het milieu zwaar werd belast. Het rapport van de Club van Rome (konklusie: er zijn grenzen aan de ekonomische groei) was hetkeerpunt.Debezinningvano.a. over heden op de problemen en akties van milieugroepen leidden tot het in de jaren zeventig geformuleerde milieubeleid. In de jaren tachtig werd/is de erfenis uit het verleden zichtbaar: gifbelten, zure- regenschade, vermesting e.d. Het han teerbaar maken alleen al kost honderden miljoenen. Dit alles is reden genoeg om alterna tieven te zoeken en dus niet symptomen te bestrijden, maar oorzaken van het milieubederf wegnemen. In de Brede Maatschappelijke Diskus- sie (BMD) over het energiebeleid is een volwaardig alternatief ontwikkeld (het scenario van het Centrum voor Energie besparing). Maar dit is helaas niet door de overheid geaksepteerd. Hieronder een overzicht van doelen, middelen en werk wijzen van zowel het scenario van Eco nomische Zaken als het scenario van het Centrum voor Energiebesparing (kort weg het CE-scenario genoemd). Het is hier niet de plaats om uitge breid in te gaan op het CE-scenario. Ge ïnteresseerde lezers kunnen zich met behulp van de literatuuropgave zelf ori ënteren. Wel is duidelijk dat het rege ringsbeleid een andere koers inslaat dan het CE-scenario aangeeft. Druk blijft nodig om een beleid dat meer spoort met het CE-scenario te bewerkstelligen. De omvang van zowel milieu- als werk- gelegenheidsproblematiek is dermate groot, dat soms een gevoel van moede loosheid kan onstaan. Zeker wanneer het beleid gericht op de langere termijn zich niet wijzigt. Er zijn evenwel mogelijkheden om op korte termijn daadwerkelijk aan de slag te gaan. Zo liggen er bijvoorbeeld grote mogelijkheden om in de bouw extra programma's te starten, gericht op re novatie en isolatie. Daarnaast zouden startende ondernemers op lokaal niveau beter geadviseerd moeten worden. In de praktijk blijkt dat de reguliere advies diensten zoals Kamer van Koophandel en Regionale Dienstverlening Kleinbe drijf onvoldoende steun kunnen bieden aan milieuvriendelijke bedrijfjes op lo kaal nivo. Op dit gebied is wel het een en 13 Windmolenbouwer bij Nieuwvliet

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1985 | | pagina 13