feuwe studie
Voorbarig
(1)
(2)
(3)
KE oor
KE herzien
KE herzien
spronkelijk
vlg. CRV
vlg. Smit
edelgassen
90%
90%
100%
jodium
70
0,7
13
cesium, rubidium
50
0,005
12
tellurium
30
0,003
4
strontium, barium
6
0,0006
4,1
ruthenium
2
0,0002
0,9
overige
0,4
0,00004
0,21
(4)
KM
vlg. CRY
100%
10
10
30
1
2
0,3
tabel 1 vrijkomende hoeveelheid radioaktievé stoffen bij kerncentrale-ongevallen, in procenten.
referentievestigingsplaats
KE-oor-
KE-herzien
KM
KE-herzien vlg. Smit
spronkelijk
vlg.
vlg
Borssele Moerdijk
CRV/BKEV
CRV/BKEV
max. afstand sterftegevallen (in km) 2)
20
6
8 8
max. sterftegevallen (aantal) 2)
6300
0
780
1300 6300
max. ziektegevallen (aantal) 2)
6500 7300
max. sterfte door kanker (aantal)
4000
10M0
500-1400
10800 4)
max. genetische schade (aantal)
1300
4-24
160-400
5900 4)
max. grootte onbewoonbaar gebied
afstand (km) 3)
160
7
80
68 68
opp. (km2) 3)
500-700
2-3,4
1200-1600
2530 2530
max. te evakueren mensen (aantal) 3)
p
41000 266000
-o gebaseerd advies van de Gezond
heidsraad op losse schroeven te staan.
et is de verdienste van de onderzoeker
"E W.A.SmitvandeTHTwenteenzijn
edewerkers, dat zij de mogelijke ge
lgen van ernstige reaktorongevaUen
ebben bestudeerd in het licht van de
eest recente inzichten en gegevens
nntrent de bronterm. De verrichte stu
die werd toegespitst op de eerst aange
wezen lokaties voor nieuwe kemcentra-
1 le Borssele enMoerdijk. De voornaam-
1 si uitkomsten heb ik in twee tabellen
lS£ rengevat.
r Tabel I geeft de vrijkomende hoe-
leelheid radioaktievé stoffen in percen-
ta es van de totale voorraad in de kern-
r< ktor. In één oogopslag valt op, dat de
C V bij de meeste radioaktievé stoffen
Vf wacht dat een veel kleiner deel ont-
sr pt dan vroeger voor mogelijk werd
'gehouden. De herberekeningen door
1 Smit komen ook wat lager uit, maar zijn
een faktor 18 tot 7000 hoger dan de CRV
trn bij de KE-ongevallen veronderstelt.
1 Smits grootste afname treedt op bij stof-
fe zoals jodium en cesium. Dat is niet
onbelangrijk, omdat met name dié stof
fen de direkte sterfte binnen een maand
na een ongeluk veroorzaken. Geen en
kel optimisme is volgens Smit echter
verantwoord bij stoffen zoals strontium
en ruthenium, die tot gevolgen op lange
re termijn en groter afstand leiden (kan
ker, genetische schade, landbouwpro
blemen e.d.).
Dit komt tot uiting in tabel II, over de
gevolgen van ernstige ongevallen vol
gens de diverse studies. De regering stelt,
in het voetspoor van CRV en Gezond
heidsraad, dat de gevolgen aanzienlijk
kleiner zijn dan vroeger werd gedacht
(zie kolom KE-herzien). Daarbij meent
de regering dat ook het KM-ongeval wel
eens minder ernstige gevolgen kan heb
ben dan nu nog aangenomen wordt.
Deze konklusies zijn onjuist. Alleen
het aantal mensen dat onmiddellijk, dat
wil zeggen binnen een maand na het
ongeluk, sterft, kan wat kleiner zijn dan
vroeger is berekend. De lange-termijn-
gezondheidseffekten zullen echter veel
ernstiger zijn dan eerder werd aangeno
men. Ook de gevolgen van radioaktievé
besmetting van de bodem kunnen grote
sociale en ekonomische schade veroor
zaken.
1) is een model uitgaande van de
gemiddelde bevolkingsdicht
heid in Nederland; alle getallen
behalve afstand en oppervlakte
moeten met 2% vermenigvul
digd worden als het gaat om de
dichtstbevolkte sektor.
2) Aangenomen is dat iedereen
binnen 1V2 km van de centrale al
vóór de lozing geëvakueerd is,
en iedereen tot 20 km. afstand
binnen 24 uur.
3) Dit is het gebied waar men door
op de grond neergeslagen radio
aktievé stoffen binnen een jaar
meer dan 0,05 Sievert 5 rem)
zou oplopen.
4) Deze berekening uitgevoerd
voor referentievestigingsplaats.
Tabel 2Gevolgen ernstige
kerncentrale-ongevallen.
De verzachting van de normen voor ves
tigingsplaatsen die de regering op grond
van de CRV en Gezondheidsraad-advie
zen heeft doorgevoerd, is dan ook op zijn
zachtst gezegd voorbarig. Eén onderdeel
van die verzachting, namelijk dat hele
maal niet meer gekeken wordt naar de
bevolkingsdichtheid buiten 20 km van
de centrale, is zelfs zonder meer onjuist.
Die norm moet eerder verzwaard wor
den. Bij dit alles zou de regering één aan
beveling uit het genoemde CRV-rap-
port in de oren moeten knopen. Die
luidt dat al deze risiko's nogal sterk ver
schillen per type reaktor, en dat dus een
algemene risiko-analyse niet voldoet.
Een risiko-analyse voor het konkrete
type kerncentrale dat men bijv. in Bors
sele wil bouwen is vereist.
*De studie is uitgevoerd door een team van het
Centrum voor vraagstukken van Wetenschap en
Samenleving „De boerderij" (TH Twente), in
samenwerking met de onderzoeks- en advies
groep van ingenieurs (AVTV), Enschede. Titel:
W. Smit c.s., Kerncentrale en ongevallen, de
brontermdiskussie, Boerderijcahier 8501. Zie
ook PKB-inspraakreaktie Zeeuwse Milieufede
ratie.
7