Valt er nog wat te bestrijden i)
Houtverduurzaming
DOOR G. H. BOMHOF, MEDEWERKER REGIONALE INSPECTIE MILIEUHYGIËNE ZEE:
Wanneer er gesproken wordt ov^r be
strijdingsmiddelen, denkt men in de
eerste plaats aan middelen die gebruikt
worden in de land- en tuinbouw. Ook
hebben velen wel weet van het gebruik
van bestrijdingsmiddelen door ge
meenten, waterschappen, enz. in
openbaar groen of op pleinen en stra
ten. Dat daarnaast een grote hoeveel
heid bestrijdingsmiddelen voor ande
re doeleinden wordt gebruikt, is min
der bekend.
De toestemming tot het gebruik van al
deze middelenen de wijze waarop deze
mogen worden gebruikt, is geregeld in
de Bestrijdingsmiddelenwet Deze wet
kent een indeling naar twee groepen
van bestrijdingsmiddelen. In de prak
tijk worden deze aangeduid als land
bouw- en niet-landbouwmiddelen.
Een voorzichtige schatting geeft aan dat
45.000 ton bestrijdingsmiddelen (ge
meten als aktieve stof) per jaar in Ne
derland wordt gebruikt Hiervan valt
meer dan 50% in de kategorie niet-
landbouwbestrijdingsmiddelen.
Zonder volledig te zijn een aantal van
de toepassingsmogelijkheden in deze
kategorie
houtverduurzaming
verven
papier/kartonindustrie
textielindustrie
ongediertebestrijding
desinfektantia
koelwater
snijoliën
suikerindustrie
Van deze toepassingsgebieden wordt er
hier één nader uitgewerkt om wat inzicht
te geven in de problemen die bij de niet-
landbouwbestrijdingsmiddelen optre
den.
Hout kan worden aangetast door
schimmels en insekten. Vooral de zachte
houtsoorten zijn hiervoor gevoelig. Een
belangrijke hoeveelheid van het in Ne
derland gebruikte hout vindt zijn weg in
de woningbouw. Alle schimmels zijn
gebaat bij een hoog vochtgehalte en een
aantrekkelijke temperatuur. In het ka
der van energiebesparende maatregelen
heeft er in Nederland een ware „kieren-
jacht" plaatsgevonden. Een goede ven
tilatie is daarbij in het gedrang gekomen,
waardoor hoge luchtvochtigheden kun
nen optreden. Deze hoge luchtvochtig
heid, samen met een hoge temperatuur
die door het gebruik van centrale ver
warmingssystemen in de gehele wonin
voorkomt, heeft ervoor gezorgd, dat o
veel plaatsen de schimmels welig tierei
Om deze schimmels te bestrijden wo
den houtimpregneermiddelen gebruik
In 1980 ging het om een hoeveelheid va
zo'n 450.000 m3 hout.
Waarom heeft men voor deze m(
thode van konserveren gekozen? Ee
drietal redenen zijn daarvoor aan te g(
ven.
1. Het gebruik van houtsoorten die va
nature beter bestand zijn tegen schin
mels, veelal de zogenaamde hardhou
soorten, is aanzienlijk duurder. (Dit
aan één kant maar gelukkig, omd
anders de milieuproblemen in de pr<
duktielanden nog groter zouden wo
den).
2. Het aanbrengen van gesloten lak-1 r
of verflagen is veel arbeidsintensiev e
dus duurder.
3. Het onderhoud en de bewerkingbij
onder 1 en 2 genoemde aktiviteiter.
aanzienlijk moeilijker.
Er is voor de door de overheid toe
gestane middelen aangegeven voor we 1
doel zij mogen worden gebruikt. 2<
mogen middelen waarin pentachloo:
fenolen zijn verwerkt niet voor binnen
werk worden gebruikt. Hetprobleem b
het voorbeeld raamkozijnen zal duidt
lijk zijn. Het streven moet er dan ook o)
gericht zijn dié middelen te gebruik;
waarvan de neveneffekten gering ziji
zodat zij een breed toepassinggebie
hebben. Naast de problemen die dez>
middelen kunnen geven bij het aai
brengen en in het gebruik kan ook ee
probleem ontstaan bij het slopen. Z
kunnen bij het verbranden in open haa
den of allesbranders houtkonservering
middelen giftige verbrandingsprodul
ten opleveren, waaronder het berucht
dioxine. Dit geeft bij een slecht treL
kende schoorsteen problemen in de w
ning. Maar bij bepaalde weertypen k
natuurlijk ook de omgeving schade oi
dervinden.
Met vorenstaand voorbeeld heb ik ge
tracht duidelijk te maken, dat ook dl
niet-landbouwbestrijdingsmiddelen
onze aandacht en zorg behoeven.
De Stichting Natuur en Milieu he
steedt in haar boekje „Bestrijdingsm.c
delen in en om het huis" aandacht aan dl
onderwerp. Ze komen met alternatiev
methoden die minder of niet giftig ziji
Het boekje is te koop bij de Zeeuws
Milieufederatie.