Markiezaatsmeergedaanteverandering 1 W Onderzoek Gedaanteverandering II DOOR REIMOND WILLEMSE f et gebied van het Markiezaat ten z lidwesten van Bergen op Zoom is de T latste paar jaar bezig aan een gedaan- t verandering. Door het aanleggen van Markiezaatskade in de Ooster- schelde tussen Zuid-Beveland en lbo |len is in het meest oostelijke gedeelte n de Oosterschelde het Markie- 2 ïatsmeer ontstaan. Dit meer heeft een open verbinding meer met de osterschelde, waardoor het nu bezig is steeds verder te verzoeten. Het Markiezaatsmeer is een erg on diep meer, iets dat vóór de afsluiting tot uiting kwam door het grote verschil in eb en vloed. Bij eb viel een groot gedeelte croog, waardoor voor de vogels een rijke voedselbron ontstond. De huidige wa- .4 - 16" terstand van het Markiezaatsmeer ligt ergens tussen de vroegere eb- en vloed stand in. Behalve het vroegere -zelden onderlopende - schor, is nu ook een groot gedeelte van de aangrenzende (vroeger bij vloed onderlopende) zand platen drooggevallen. Doordat er sinds de afsluiting geen zout water meer in het Markiezaatsmeer terecht komt, treedt er door vermenging met regenwater langzaam een verzoe ting van het water op. Een soortgelijk verschijnsel brengt ook veranderingen teweeg in de vegetatie met haar karak teristieke zoutplanten op de schorren. Die vegetatie bestond voornamelijk uit Engels slijkgras, met hiertussen onder andere zeeaster, zeekraal, schorrekruid, gewone zoutmelde, kweldergras, schor- rezoutgras en strandmelde. Hieraan grensde, grof gesteld, een zone met voornamelijk gerande schijnspurrie en tenslotte een zone met hoofdzakelijk strandkweek. Door het Delta Instituut in Yerseke worden de veranderingen die er thans plaatsvinden op de voet gevolgd, onder andere door vegetatie- en loopkeveron- derzoek. In het najaar van 1983 waren er al veranderingen in de vegetatie waar te nemen. Op de aan het schor grenzende zandplaat ontkiemden voorzichtig en kele plantjes van schorrekruid en zee kraal. Op 19 oktober 1983 werd voor het eerst een niet op een schor thuishorende plant gevonden, namelijk klein kruis- kruid, op de grens van schor en zand plaat. In november 1983 bleek, dat het Engels slijkgras sterk was aangetast door een schimmel: het zogenaamde moeder koren. Opvallend was echter dat dit vooral het geval was in het dicht tegen de zandplaat aanliggende deel van de vege tatie. Behalve moederkoren werden toen (een maand na het vinden van het klein kruiskruid) verschillende pioniers- planten aangetroffen: een melkdistel, straatgras, akkerdistel, een kamille en klein streepzaad. De groeiplaats van al deze planten is de grens tussen het schor en de zandplaat. Waarschijnlijk vindt door de slibach- tige bodem van het schor minder snel uitspoeling plaats dan op zandachtige bodem. Bij de grens met de zandplaat treedt daardoor een snellere verzoeting op. Verder ondervindt de bodem op deze hoger gelegen plaats weinig invloed van het nog relatief zoute water van het Markiezaatsmeer. Dit is onder andere bevestigd door metingen van het Delta Instituut. Samengevat kiemen de pioniersplanten dus op die plaatsen die -verwijderd zijn van het (zoute) water; -beschutting geven; -niet begroeid zijn; -relatief hoog liggen. Tevens verklaart het voorgaande waar om het dicht tegen de zandplaat aan liggende deel van het Engels slijkgras het meest is aangetast met moederkoren. Na de langzaam ingezette veranderin gen in 1983 bleek echter 1984 het jaar van de grote gedaanteverandering van het schor te worden. In het voorjaar bleek het Engels slijkgras massaal afge storven. Slechts op enkele plaatsen kwijnden de plantjes verder. De overige zoutplanten konden zich nog redelijk handhaven. Echter, door het opkomen van steeds meer „zoete" soorten ont staat er gaandeweg een konkurrentie- strijd die de oorspronkelijke zoutplan ten gedoemd zijn te verliezen. Daarbij zullen sommige soorten het dan weer langer uithouden dan andere. De aan het schor grenzende zandplaat kreeg een steeds groener uiterlijk door opkomst van veel zeekraal en schorrekruid. Op 14 juni 1984 bleken er zich op de bodem

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1985 | | pagina 11