Het Baalhoekkan *1 Geen eindpunt Bijna ja f F F r p Mij n konklusie is dat we uiterst zorvuldig moeten zijn bij het gebruik en beheer van het Grevelingenmeer. Sommige problemen moeten voorkomen worden en zijn te voorkomen, met name ont regeling van de stikstofkringloop. Maar dat heeft wel konsekwenties voor de afwatering van de omringende eilanden. In andere opzichten doet men te kramp achtig. Bij het huidige zoutgehalte in het meer hoeft men niet bang te zijn voor stratifikatie. De spuisluis zou dus langer open kunnen, waardoor bijvoorbeeld de intrek van glasaal en platvislarven flink zou kunnen stijgen en misschien meer organismen het meer opieuw kunnen bereiken. Echter, ook als men deze vuistregels in acht neemt, zullen verwachte en on verwachte veranderingen in het Greve lingenmeer optreden. Het meer is zich pas 15 jaar aan het ontwikkelen in een geheel nieuwe richting. Het eindpunt daarvan is nog lang niet bereikt. Het Zeeuwse provinciebestuur: te gen. Alle betrokken gemeenten: te gen. De landbouw: tegen. De milieu organisaties: tegen. Deze wonder baarlijke eensgezindheid betreft het Baalhoekkanaal, het kanaal waar mee het Antwerpse industriegebied op de linker Schelde-oever direkt verbonden zou worden met de Wes- terschelde bij Baalhoek. Van om streeks 1970 tot 1980 is er lang en intensief over gediskussieerd. Daar na verdween het plan in de ijskast Maar niet definitief! Er is een aan merkelijke kans dat België een Ne derlandse goedkeuring ervoor krijgt, vóórdat er in Zeeland een haan naar kraait Zeeland, let op de sluipwegen van de diplomatie Dit voorjaar beginnen Nederland en België opnieuw onderhandelingen over de zogenaamde waterverdragen. Drie traktaten, waarvan er twee over de Wes- terschelde gaan en één over de Maas. We hebben in Wantij eerder b eschreven dat in 1975 deze drie waterverdragen klaar waren voor indiening bij de parlemen ten, maar toen in een burola zijn blijven liggen. Eén ervan, over een bochtafsnij ding bij Bath, is inmiddels vervangen door een plan voor uitdieping van de Westerschelde. Minister Smit-Kroes heeft toestemming hiervoor gekoppeld aan ondertekening en een tweede ver drag, het Maasverdrag zoals dat in 1975 is opgesteld. Nu gaat het ons om de derde poot in dit onderhandelingsspel: Het Baalhoekka naal. Terwijl iedereen dit projekt mors dood waande of tenminste tot ver na 2000 weg dacht, heeft de Nederlandse regering al bijna ja gezegd. Neem bij voorbeeld de overeenstemming die de ministers van buitenlandse zaken van den Broek en Tindemans op 7 oktober j.l. bereikten over het heropenen van de onderhandelingen over de waterverdra gen. Daarin staat eerst: „Een verdrag tussen beide landen over het voorgeno men Verdiepingsprogramma voor de Westerschelde zal slechts in werking kunnen treden, wanneer gelijktijdig nc daarmee een verdrag in werking treedt waarin de kwantitatieve en kwalitatieve vraagstukken met betrekking tot de- Maas worden geregeld". Dat is dus de Nelie-koppeHng. Maar d van den Broek/Tindemans gaan meteen je verder: „Behalve aan de genoemde kwestie betreffende de Westerschelde E en de Maas zal ook aandacht moeten worden geschonken aan een aktualise- ring van de bepalingen van het Verdrag y, betreffende de totstandkoming van het g Baalhoekkanaal. Wat dit verdrag be treft, geldt eveneens dat het slechts ge lijktijdig met een tot stand te brengen h Maasverdrag in werking zal kunnen tre- p den". Voila. De Zeeuwse gemeenten p hebben het kanaal uit hun bestem- p mingsplannen (en gedachten) geban- 11 k El F I d a d a s V g ii ANT WERPEN jó Situatieschets Baalhoekverdh Palingvisserij Bruinisse toeneemt. Zo zal bijvoorbeeld transport van mestoverschotten van Brabant naar Zeeland, via de lozing van polderwater, hoogstwaarschijnlijk negatief uitpak ken. De sterkere algengroei als gevolg hiervan zal uiteindelijk niet leiden tot meer schelpdieren en vissen, maar tot ophoping van organisch materiaal op de bodem, zuurstofloosheid en verstikking van bodemdieren. Schaarste aan stikstof is en blijft essentieel voor een gezond Grevelingenmeer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1986 | | pagina 10