Subsidies het vizier erban. De hoofdoorzaak van de te- telling vormt „het dirigisme, depri- ering en propaganda voor passief ïinbeheer, dat de hedendaagse na- bescherming kenmerkt", zoals in de idsvisie wordt uiteengezet. Onder atuurlijke achterban wordt verstaan gebruikers van de groene zone", wel de landgoedeigenaren, boeren, ■bouwers, jagers en vissers. „De na- iu rbeschermingsorganisaties probe- in samenwerking met de overheid te groepen boeren een natuurvrien- ke bedrijfsvoering op te dringen e bestaande onzekerheid over de comst van de bosbouw wordt ver- gd omdat Natuurmonumenten t gekozen voor een beleid van ver ering van een aanzienlijk deel van eigen bezittingen". )m een eigen achterban te kreëren it de werkelijkheid in de beleids- nogal geweld aangedaan. Boeren zich natuurlijk geen andere be- jisvoering opdringen en beheers- enkomsten worden altijd op vrij- ge basis afgesloten. Bosbouwers ben tegenwoordig duidelijk de wind die zeilen, gezien het meerjarenplan 0 bouw. Volgens de beleidsvisie kun- e de landgoedeigenaren maar op een n beduidende subsidieregeling reke- er En de suksessielasten bij de verer- 1 g leiden er volgens de SBNL toe, dat r :en voortschrijdende deprivatisering i itsvindt. Waarom dat op het konto ar de natuurbescherming geschreven 1 et worden, blijft onduidelijk. Natuur- jk is het terugdringen van plezierjacht I natuurterreinen een ernstige doom in et oog van de jagersklub, evenals het iet meer uitzetten van pootvis. Jcsnd te verdedigen dat plezierjacht moet |nnen, worden weer de bekende argu- ïten herhaald: het verantwoorde- ;stprincipe, ethische gronden èn de dzaak om dierpopulaties te beheren, vos, kraaiachtigen en meeuwen heb- i het weer gedaan.Juist daarom is de hting Behoud Natuur en Leefmilieu au uit de jagerskringen opgericht, om ai te tonen dat jacht en natuurbehoud 11 strijdig zijn, maar juist uitstekend sa- ngaan". „Konform deze uitgangs- iten zullen jacht en visserij zoveel I gelijk toegestaan worden". Pi w cn H Pi O O Q Het is zondermeer onjuist dat de ge vestigde natuurbescherming propa ganda maakt voor niets doen in alle na tuurterreinen. Integendeel, door te maaien, beweiden, het waterpeil te ver hogen, worden de omstandigheden ge- kreëerd waarin een gevariëerde leefwe reld kan ontstaan. Het kan gerust aan de natuur zelf overgelaten worden om daarin een evenwicht te vinden. Onder zoek heeft uitgewezen dat jacht op bijv. kraaiachtigen in natuurterreinen geen wezenlijke invloed heeft op de broed- resultaten van andere vogels. Het geniet de voorkeur de natuurlijke processen zo min mogelijk te verstoren. Laat staan te oogsten. Als ganzen, watersnippen, houtsnippen, wintertalingen niet meer veilig zijn in natuurterreinen, waar moe ten ze dan naar toe? Plezier Bij het natuurbeheer wordt als een al gemeen principe aanvaard dat beheers- jacht in natuurterreinen noodzakelijk kan zijn, als andere diervriendelijke me thodes niet helpen. Bijvoorbeeld in geval van schade aan bosaanplant of aangren zende landbouwpercelen. Maar als er van geen schade sprake is en er dus louter voor het plezier gejaagd wordt, gaat het om een aktiviteit die in een natuurgebied niet thuishoort. Ple zierjacht, zoals SBNL voorstaat, is niet per definitie noodzakelijk. Het verstoort de rust en doorkruist een natuurlijke populatieontwikkeling. Daarnaast wordt er een ongewenste hoeveelheid lood in de natuur gepompt. Naast de algemeen verontreinigende werking be staat ook de kans dat vogels tijdens het fourageren lood naar binnen krijgen. Loodvergiftiging is bij eenden geen on gewone doodsoorzaak. Om zich te profileren wordt in de beleidsvisie van de stichting gebruik ge maakt van hele en halve waarheden. Als de kmitdampen zijn opgetrokken blijft als enige bestaansreden van de stichting de wens over om in natuurterreinen ple zierjacht te kunnen beoefenen. Nu dat niet meer vanzelfsprekend mogelijk is in de bestaande terreinen van natuurbe heerders, willen de jagers eigen natuur terreinen verwerven. Momenteel be schikt SBNL over 120 ha natuurterrein, verdeeld over 5 objekten. Doordat de stichting zich steeds na drukkelijker presenteert als alternatief voor de huidige natuurbeschermings organisaties, wordt de vraag aktueel of deze organisatie de beschikking krijgt over overheidssubsidies. Dit vormt een belangrijke voorwaarde voor de verdere uitbouw van het terreinbeheer van de stichting. Wat dat betreft is er nog weipig duidelijkheid. De provincie Overijssel heeft SBNL een aankoopsubsidie ge weigerd, waartegen zij beroep heeft aan getekend. Het is zeker niet zo dat er op de ge vestigde natuurbeheerders niets valt aan te merken. Regionale natuurvereniging- en hebben regelmatig kritiek op de ma nier waarop natuurterreinen beheerd worden. De relatie met aangrenzende landbouwers is in een aantal gevallen verre van optimaal, terwijl de kontakten met overheidsinstanties soms ronduit slecht zijn. Maar voor wrijvingen vormt SBNL geen alternatief. Integendeel. Het is dan ook zeer ongewenst dat de Stichting Be houd Natuur en Leefmilieu met over heidssubsidie in natuurterreinen haar achterhaalde principes in de praktijk gaat brengen. Plezierjacht in natuurter reinen moet niet door de overheid ge subsidieerd worden. Dit soort „nieuwe natuurbescherming" is een gepasseerd station. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1986 | | pagina 15