adioaktief afval in Zeeland
Goede ligging
Verwerken
13
COVRA, dat is de Centrale Orga
stic voor Radioaktief Afval, mocht
a minister Winsemius zelf uitkie-
i op welke plaats in Nederland de
mende 100 jaar al het radioaktieve
ral moet worden opgeslagen. Die
us viel als vrij snel op de lokatie
jrssele, boven de andere mogelijk-
idMoerdijk.
et was niet verwonderlijk dat bij Bors-
e meteen ook al het terrein van de NV
'EM als het voor de COVRA meest
schikte uit de bus kwam. De exploi-
ten van de kerncentrales Borssele en
Aewaard maken de dienst uit in de
/RA (60%).
Met deze wetenschap in het achter-
>ofd valt te verklaren hoe de COVRA
volkomen ontoereikend milieu-
fekt-rapport over de bovengrondse
ijdelijke" opslag van radioaktief afval
mi laten maken. Dat rapport werd eind
>rig jaar niet alleen door alle milieu-
ganisaties maar zelfs ook door de
aetsingscommissie voor de Milieu
wet-Rapportage afgekraakt.
och heeft de COVRA haar rapport
et over te maken. Alle missers en te-
utkomingen moeten verwerkt wor-
i in het milieu-effekt-rapport dat nu
«ciaal voor de lokatie Borssele wordt
maakt.
'0 VRA-wens28 ha afval
De uitverkiezing van Borssele boven
Moerdijk heeft alles te maken met de
goede ligging van de opslagplaats ten
opzichte van de aanvoer van het afval,
zegtdeCOVRA. Geen wonder dat ditop
het eigen PZEM-terrein gebeurt met de
bestaande en mogelijke nieuwe kern
centrales binnen dezelfde poort. Het
transport van radioaktief afval over de
weg wordt immers als een belangrijke
gevaarfaktor aangemerkt. Met de keuze
voor de lokatie Borssele wordt duidelijk
dat het hier in eerste plaats gaat om de
opslag van radioaktief afval uit kerncen
trales. Bij de kerncentrale Borssele staat
al een grote opslagbunker voor het eigen
laag- en middelaktieve vaste afval met
een opslagkapaciteit voor een periode
van 10 jaar.
Voor de opslag van het bestaande ra
dioaktieve afval uit kerncentrales zou
een terrein van 8 ha voldoende zijn. De
wens van de COVRA om over een ter
rein van 28 ha te beschikken betekent,
dat de bouw van nieuwe kerncentrales in
Zeeland nog lang niet van de baan is. Zélf
houdt de COVRA rekening met een nog
te installeren vermogen van 3000 MW
en het liefst dus in de gemeente Borsele.
In de opslagplaats moet straks ook het
hoogst gevaarlijke radioaktieve afval
worden opgeborgen dat uit Frankrijk en
Engeland terugkomt van de opwer
kingsfabrieken, waar tot nu toe de afge
dankte splijtstofelementen uit Borssele
en Dodewaard naar toe gingen.
De problemen met dit opwerken zijn
groot en het is zo kostbaar dat het be
paald niet ondenkbaar is, dat dit opwer
ken niet langer in het buitenland zal
worden uitbesteed. In dat geval zullen
afgedankte splijtstofelementen direkt in
de eigen opslagbunkers moeten worden O
gekoeld en bewaard. Dat zal dus ook in
Borssele gebeuren.
De aktiviteiten van de COVRA beper
ken zich niet tot het opstapelen van kant
en klare aangevoerde vaten met vast
radioaktief afval. Ze gaat het radioaktief
afval ook verwerken (scheiden van vast
en vloeibaar afval) en geschikt maken
voor opslag ter plaatse. Verder komen er
verbrandingsinstallaties voor vast en
vloeibaar laag- en middelaktief afval. De
COVRA wil in de gemeente Borsele dus
niet alleen een opslagplaats maar ook
een verwerkingsfabriek voor radioaktief
afval vestigen.
Uitbreiding van het aantal kerncen
trales vergroot het risiko voor de
Zeeuwse bevolking. Nu komt daarbij
het risiko van het verwerken van het
radioaktief afval en het voortdurend
beheersen van de opslag.
wel,)iru<U
-v voelt t
viel
O
De COVRA moet nog een vergun
ning volgens de Kernenergiewet ver
krijgen, die begin 1987 ter inzage zal
liggen. Daar zal dan ook het vernieuwde
en lokatie-gebonden milieu-effekt-rap
port Borssele bij zijn. De Zeeuwse be
volking wordt opnieuw voor enkele vol
dongen feiten geplaatst, maar inspraak
achteraf blijft mogelijk