Verzekering Wat doet de overheid? Achter de zeedijk die langs het huis loopt, ligt een oude verontreinigde vuil nisbelt en er is uit die hoek een kwel- stroom aangetoond richting Bakkers- boogerd. Diverse metingen geven ech ter bij en onder de huizen steeds de uitslag „nul". De verdenking is nu dat niet bodemvervuiling, maar een kom- binatie van vocht en schimmels voor de problemen zorgt. Het is mogelijk daarnaar nieuw onder zoek te doen, maar dat zal zeker een paar jaar duren. Zoiets strandt dus in een impasse van vermoedens en niet te be antwoorden vragen. De omgekeerde situatie vinden we ook in Wemeldinge, waar onder drie huizen en een landbouwloods aan de Oranjeboomstraat hoge gehaltes aan cyanide, teer-resten en olie zijn gevon den. Oorzaken zijn de gasfabriek en een benzinepomp die daar vroeger stonden. De vorige wethouder milieuzaken, zelf bioloog, stelde de bewoners gerusthier moet weliswaar gesaneerd worden maar men hoeft beslist niet bang te zijn kanker te krijgen of iets dergelijks. De man wist waarschijnlijk niet dat een buurmeisje aan de overkant, die vroeger vaak ter plaatse speelde, wèl bloedkanker heeft. Ook de officiële milieudiensten hul digen meestal de mening dat geen ziek tegevallen bekend zijn als gevolg vanbo- demvervuiling. Inderdaad is zelden of nooit te bewijzen dat een konkreet ziektegeval door bodemvervuiling ver oorzaakt wordt. Maar gif in de grond ver groot wel degelijk de kans op ziek wor den. Eigenlijk moet men de bewijslast omdraaien. De overheid en de vervuilers zouden moeten aantonen hoe zuiver de grond moet zijn om géén risiko meer te lopen. In hetzelfde licht moeten we de getal len zien die de overheid gebruikt om grond „schoon", „matig vervuild" of „rijp voor sanering" te noemen. Een paar voorbeelden staan in de tabel: bij ge halten A is er niets aan de hand; als bij een oriënterend onderzoek gehalten boven de B-waarde gevonden worden volgt een verder onderzoek, maar gesaneerd wordt er in de praktijk pas als de C- waarden overschreden worden. Bij sanering is de overheid tegen woordig tevreden als de vervuiling tot de B-waarde teruggedrongen is. Men laat dus een rest zitten en er blijft een zeker risiko bestaan op ziek worden. Als de bewoners daarmee niet ak koord gaan, rest hen uiteindelijk geen andere keus dan vertrekken. Bij de Mid delburgse Segeerssingel bijvoorbeeld stelde de gemeente voor om de bovenste 60 cm van de toekomstige tuinen te vervangen door schone grond en de diepere vervuiling te laten zitten. De aspirant-kopers vonden dat te weinig ge zien hun plannen voor zitkuilen, vijvers en appelboompjes. Na enig touwtrek ken werd besloten tot een schone top laag van 100 cm. Maar daarna moet toch iedere koper zelf besluiten of men het overblijvend risiko aksepteert of een andere bouwplek gaat zoeken. Aanbeveling. Saneren van iedere vervuilde lokatie dient tottenminste de B-waarde en liefst de A-waarde plaats te vinden, om gezondheids- risiko's te voorkomen. Uitspraken dat (beperkte) vervuiling géén risi ko's oplevert, zijn onverantwoord en moet men achterwege laten, leder moet zelf beslissen of het overblijvend risiko wordt aanvaard of niet. Al het onderzoek dat men pleegt te doen, neemt niet weg dat men ook bij sanering nog op verrassingen kan stui ten. Zo toonde een onderzoek aan de Zuidsingel in Middelburg (voormalig ga ragebedrijf) een laag dieselolie aan, drij vend op het grondwater. Bij het afgraven vond men echter niets. Een verklaring is nog niet bedacht. Vlissingen stuitte bij de sanering van het gasfabrieksterrein juist op een tegenvaller. Men trof twee kelders aan, volgestort met teer, die bij het onderzoek niet gevonden waren. De saneringskosten stegen met een mil joen. TabelVoorbeeld van enkele toetsingswaarden (n „schoon" A-waarde „matig vervuild" B-waarde „te saneren C-waarde cadmium 1 5 20 lood 50 150 600 benzeen 0,01 0,2 5 teerstoffen 1 20 200 Zulke mee- of tegenvallers zijn voc rekening van de overheid. Voor de b( woners is belangrijker of de overhei ook opdraait voor de bijkomende o indirekte schade, zoals verzakking va hun huis of waardevermindering door d besmette ligging. Hier is alleen iets t bereiken via de inspraak over het sane ringsvoorstel. Als dat voorstel eenmaa vaststaat en de dragline voor het hel staat, kan niemand meer iets tegenhou den. Zelfs de grondeigenaar heeft eei gedoogplicht. De overheid stelt zich in het algemeei alleen garant voor de schade die het ge volg is van de sanering. Zo sluit de pro vincie standaard een verzekering af voo verzakkingsrisiko's e.d. Als een ge meente of een bedrijf een sanering uit voert, is dat echter niet bij voorbaat dui delijk. Uiterst moeilijk is in alle gevallet de schade door de vervuiling zelf. Als eet woning op gifgrond staat, is dat gewoct pech voor de bewoner. De heer Dagevos bijvoorbeeld ii eigenaar van de landbouwloods op hei gasfabrieksterrein in Wemeldinge. Vel gens het saneringsvoorstel wilde de pro vincie de vloer openbreken en de vui.es grond gedeeltelijk weggraven. Dagevos zou zijn schuur daardoor een onbekend aantal jaren niet kunnen verbouwen ei gebruiken en na de halve sanering zou hi met een in waarde verminderde loods blijven zitten. Er is overwogen een pro ces aan te spannen, maar daarin zot Dagevos een heel kleine kans van slagen gehad hebben. Inmiddels is na bezwaar schriften van Dagevos en de ZMF een gewijzigd saneringsplan uit de bus ge rold, waarin de loods wordt aangekocht en de vervuiling eronder volledig opge ruimd. ORlENTEREN 0 OND.ERZO.EK. KADER OftDERzÓf

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1986 | | pagina 4