adem Slib 7 O H O <1H O VS a 2 ngen op het bekken zelf betreffen [oral huishoudelijk afvalwater en pol- [rlozingen. Dat is sterk verminderd ds de laatste jaren een flink aantal I iveringsinstallaties in gebruik is ge- imen. En het afvalwater van het indus- eterrein Moerdijk via één persleiding ar Waarde via de zuiveringsinstallatie ith op de Westerschelde wordt ge- I osd. Wel wordt vanaf Moerdijk koel- iter geloosd. Het beleid ten aanzien van het water leer in de toekomst houdt meer re- ning met het verband tussen water ivaliteit en -kwantiteit. Dit beheer zal vens meer rekening moeten houden et het belang van het natuurbehoud. ■ris die afsluiting is de bodemligging In het Haringvliet-Hollandsch Diep urm veranderd. Vroeger zorgden de erke getijstromen voor het openhou- van de diepe geulen en voor de houw van banken en platen. Nu be ukt het sediment dat door Rijn en Maas ordt aangevoerd grotendeels op de aatsen waar de rivieren in het brede ïkken uitstromen en de stroomsnel- eien dientengevolge sterk afnemen. Bij de boven water uitstekende pla ten, slikken en gorzen heeft de veran derde waterbeweging geleid tot een plaatselijk sterke erosie. Het aangevoer de sediment wordt immers langer door de getijstromen naar de ondiepten ge transporteerd, maar bezinkt in de geu len. Bovendien vindt de golfaanval, nu het getijverschil grotendeels is weggeval len, plaats op een relatief smalle zone van de oever. Door dit proces zijn sinds de afsluiting enkele honderden hektaren natuurgebied in het water verdwenen. In 1984 is begonnen met een programma voor de aanleg van oeververdedigingen van de buitendijkse natuurgebieden in het Haringvliet-Hollandsch Diep. De kosten hiervan (in totaal ca. 30 miljoen) worden ieder voor de helft gedragen door de ministeries van Landbouw en rdoor treedt een in westelijke rich- voortschrijdende opvulling van de iepere geulen op. Op sommige plaat- en is het Hollandsch Diep al 4-8 m mdieper geworden. Feitelijk is het bek en te beschouwen als een stuwmeer en ille stuwmeren raken na verloop van tijd [evuld met sediment. Zo zal ook het iiringvliet-Hollandsch Diep binnen I nkele eeuwen geheel gevuld raken met p iersediment, tenzij er kontinu bag- erwerk wordt verricht. Korendijkse slikken Visserij en Verkeer en Waterstaat. Er is een start gemaakt met de meest bedreig de gebieden, de Korendijksche en Ben- ninger Slikken aan weerszijden van de monding van het Spui. Het belangrijkste milieuprobleem in het Haringvliet-Hollandsch Diep is de op hoping van verontreinigd rivierslib. Af valstoffen die in het stroomgebied van Beninger slikken bij hoog water Rijn en Maas worden geloosd, hechten zich vooral aan de kleinste slibdeeltjes. Sinds de afsluiting van het Haring vliet bezinkt een veel groter deel van dit slib in het bekken en bovendien treedt geen menging met schoon, door de zee aangevoerd sediment meer op. Bij bo ringen in de bodem blijkt er dan ook meestal een scherpe grens te zijn tussen de estuariumafzettingen van vóór 1970 en de afzettingen van na die tijd. Dit onderscheid uit zich zowel in samenstel ling en korrelgrootte als in de gehalten aan verontreinigingen in beide lagen. Gelukkig vertonen de gehalten van de meeste verontreinigingen althans in het Rijnslib de laatste jaren een duidelijk dalende tendens. Dit is ook in de bodem van het Haringvliet-Hollandsch Diep aantoonbaar. De vraag blijft echter hoe we moeten omgaan met de gigantische hoeveelheid (sinds 1970 75 miljoen m3) verontreinigd slib die momenteel in het bekken aanwezig is. Opbaggeren is technisch wel mogelijk, maar is buiten gewoon kostbaar en bovendien is er geen geschikte bergingslokatie. Reini gingstechnieken zijn op deze schaal nog niet voorhanden en voorzover ze dat in de toekomst wel zijn, zullen de kosten voor een dergelijke hoeveelheid altijd wel (te) hoog zijn. Overigens is iedere remedie vrij zinloos zolang het aange voerde slib niet aan zekere kwaliteits eisen voldoet. Het blijft dan dweilen met de kraan open. De noodzaak van eventuele maatre gelen hangt natuurlijk af van de gevol gen die de vervuilde bodem heeft voor de verschillende funkties van het Ha ringvliet. In ieder geval zijn de gehalten aan allerlei verontreinigingen, zoals zwa re metalen en organische chloorverbin dingen, in organismen in het Haring vliet-Hollandsch Diep duidelijk hoger dan die in bijv. het IJsselmeer. Dit geldt zowel voor organismen die in het water leven als voor planten die groeien in de buitendijkse (natuur)gebieden. Er zijn inmiddels duidelijke aanwijzingen dat de

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1986 | | pagina 7