kanaalzone en het milieu Iets doen Nederland 9 NSM in Sluiskil de voorwaarden die in de verleende ver gunningen (ingevolge de Wet op de luchtverontreiniging) zijn voorgeschre ven. Daarbij gaat het met name om de maximaal toegestane uitworp van lucht verontreinigende stoffen. Metingen in de periode van 1-5-1982 tot en met 1-5-1986, uitgevoerd door de Provinciale Waterstaat, brachten een behoorlijk aantal overschrijdingen van die voorwaarden aan het licht. Bij de NSM (Nederlandse Stikstof Maatschap pij) in Sluiskil werden in die tijd 28 me tingen verricht naar NH3 (ammoniak). Daarbij bleek dat er 16 maal een over treding in het spel was. Bij hetzelfde bedrijf werden verder 16 metingen ge daan naar de stof-uitworp. Daarvan ble ken er zeven te hoog uit te vallen. Ook werden ammoniak-metingen verricht bij Zuid Chemie te Sas van Gent. Van de 14 metingen bleken er hier zes de gestel de limiet te overschrijden. Bij de ACZ- Cokesfabriek in Sluiskil werd de am- moniak-verbrandingsinstallatie doorge meten. Dat gebeurde vijf maal, waarbij twee maal een te hoge SÓ2-uitworp werd gekonstateerd. Overige meetresultaten van stikstofoxyden, fluor en methyl- chloride (bij Dow Chemical) bleven binnen de perken. Uit deze gegevens is niet af te leiden hoe groot de Nederlandse bijdrage aan de totale luchtvervuiling in de Kanaal zone is. Maar duidelijk is al wèl, dat be drijven die in bijna de helft van de ge vallen niet aan hun vergunningeisen vol doen, als milieuverontreinigers van de Kanaalzone kunnen worden geboek staafd. de kwaliteit van het milieu langs iet kanaal van Gent naar Terneuzen s het niet best gesteld. De luchtver ontreiniging in het Belgische deel is ;o ernstig dat zelfs de Belgische iverheid nu enkele bedrijven als de [rootste boosdoeners heeft aange wezen, zoals Texaco en NL Chemi- als. Dat wil nogal wat zeggen, want (elgië staat nu niet direkt bekend als en doortastende natie, als het om iet behoud en de verbetering van het rsilieu gaat leeds jarenlang blijkt uit meetresulta- en dat er in de Nederlandse grensplaat- :n hoge dag- en uurwaarden zwavel- oxyde (SOz) worden waargenomen, wals in Sas van Gent, Philippine en loewacht. Die worden vooral veroor- akt door Belgische bronnen in de Ka- ïaalzone. Met name tijdens de zuiden- vind en andere „gunstige" weersom- k ii mdigheden zijn de koncentraties ïoog. Andere jaren bleven de uitkomsten van de metingen nog onder toelaatbaar ge achte normen, zoals die door de Gezond heidsraad worden aanbevolen. Bij een enkele overschrijding van de norm fronst men dan de wenkbrauwen, maar gebeurt er verder niets. Pas als duidelijk is dat er steeds te hoge waarden worden gemeten, moet er iets aan gedaan wor den. De vraag is wel, wat er vanuit Neder- land kan worden gedaan om verontrei nigingen van over de grens aan te pak ken. Tot nu toe pleegt het provincie bestuur hooguit een boze brief te sturen. De bekendheid van onze eigen over heidsinstanties met de situatie over de grens is maai mondjesmaat. Er zullen best officiële meetrapporten over de ver ontreiniging van de lucht in het Gentse gebied zijn. Maar in Nederland is men niet bekend met de vergunning-voor schriften, die de Belgische overheid aan de betrokken bedrijven in de Kanaal zone oplegt. Dus ishet moeilijk te beoor delen waar de schoen wringt. in Sluiskil Zo werd op 6 maart 1985ophet meet- unt Philippine zelfs het plafond door- roken waarboven dringend maatrege- n moeten worden getroffen (het zgn. emergency-level"). De gemeten uur- aarde bleek op 943 mikrogram S02 )er m3 lucht uit te komen, terwijl de pens op 930 ligt. Voordat we al te veel uitweiden over de luchtverontreiniging door Belgische bedrijven, past het om eerst maar eens naar de Nederlandse zijde van de grens te kijken. Bij een groot aantal bedrijven in het Zeeuws-Vlaamse gebied langs de Ka naalzone worden kontrole-metingen verricht om na te gaan of ze voldoen aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1986 | | pagina 9