Willekeurig Uitkomst van niks 10 Dode meidoornhaag 1985 is op uitgebreide schaal scheut- infektie gekonstateerd. Dit hield ver band met de aantasting van jonge bla deren op de scheuten door hagel. In het bakterievuurbeleid is vooral aandacht besteed aan de bloeseminfek- tie. Het afzagen van meidoorns voor komt de bloei, maar zorgt voor een sterke groeistimulans, dus veel jonge scheuten, die erg gevoelig zijn voor in- fe'ktie. Kortom, hoe meer bestrijden, des te gevoeliger de meidoorn wordt. Verder zijn veel meidoorns uit wegbeplantin- gen verwijderd en worden ze niet meer in nieuwe beplantingsplannen opgeno men. Het rijk geeft daarvoor geen sub sidie meer. De vraag dringt zich op, waarom aange taste meidoorns buiten de 500-meter- zone soms afgezaagd worden. De 500- meter-grens is erg ruim vastgesteld en eigenlijk meer bedoeld om boomkwe kerijen dan de fruitteelt te beschermen. De infektiedruk van aangetaste planten buiten deze zone is te verwaarlozen. Mei doorns overgroeien vaak een bakterie- vuuraantasting. Afzetten is dus niet ge wenst. Door ze regelmatig af te zetten, verliezen ze een belangrijk deel van hun landschappelijke waarde. Ook voor een broed-, rust- en fourageerfunktie wor den ze ongeschikt. Tenslotte vergroot het afzetten de mogelijkheid van scheut- infektie. Om de landschappelijke doelstelling van het bakterievuurbeleid werkelijk in houd te geven, valt er veel voor te zeggen om het afzetten van meidoorns buiten de 500-meter-zone achterwege te laten. Opruimakties zoals ze in Zeeuws-Vlaan deren plaatsvinden, zijn ronduit onge wenst. Ook de problemen die Natuurmonu menten ontmoet om ontheffing te krij gen voor de onderhoudsplicht van mei doorn-beplantingen in Zuid-Beveland, doen eenzelfde vraag rijzen naar de in houd van de landschappelijke doelstel lingen. Natuurmonumenten krijgt geen wereld plaats waar peren gekweekt wor- den. De resultaten zijn echter uiterst mager.Bestrijdingsmiddelenzijnteduur g of niet effektief. Resistentie-onderzoek s bij pererassen gaat langzaam en heeft g nog weinig opgeleverd. Wel is er enig v sukses bereikt bij het kweken van re- j Uésneldüye. terse ke Beschermd gebied Zuid-Beveland met daarbinnen 3 uitzonderings- ontheffing van de onderhoudsplicht op een aantal dijken, doordat deze volgens de PD te dicht bij boomgaarden of boomkwekerijen liggen. Natuurmo numenten is tegen deze weigering in beroep gegaan bij de afdeling Recht spraak van de Raad van State. Het onderzoek met betrekking tot bak- terievuur vindt vrijwel over de gehele 'en. sistente meidoornrassen. Verder valt de komende jaren weinig te verwachten uit de wetenschappelijke hoek en dat is na 20 jaar onderzoek een uitkomst van niksVan Teylingen erkende dat aan het bakterievuur-onderzoek weinig priori teit wordt gegeven. En dat is erg treurig, gezien de belangen die er op het spel staan. Al met al ziet de toekomst er zowel voor de perenteelt als voor de meidoorns in het landschap er somber uit.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1987 | | pagina 10