Ik ben een buitenmens natuur- en milieueduaktie in Zeeuws-Vlaanderen Vogels en planten Territoriumgedrag Shockerend Toekomst 14 Ikkom uiteen stropersfamilie en ben geboren en getogen in een polder in Zeeuws-Vlaanderen. Daardoor ben ik al snel bij de natuur betrokken geraakt, vertelt Marjon Kindt (33) uit Temeuzen. Aan het stropen heb ik nooit meege daan, want dat was mannenwerk. Al hoewel ik van een oud-tante weet dat ze, in tijden dat ze het écht heel slecht had, strikken zette. Maar zij durfde het konijn er niet uit te halen. Door te stropen had ze gewoon wat extra vlees op tafel. Voor mijn vader was het eigenlijk meer „sport". Ik ging regelmatig met hem mee. Hij wist precies waar je welk beest kon vinden en waar de nesten zaten. Dat leerde hij me. Na verloop van tijd wist ik een heleboel vogels en nesten te zitten. Na een opleiding als röntgen-laborante ben ik bij mijn terugkeer, 14 jaar gele den, lid geworden van de Steltkluut. In eerste instantie ben ik vogels gaan kij ken, maar ik was ook erg geïnteresseerd in planten. Na een kursus planten deter mineren heb ik meegewerkt aan inven tarisatie van beschermde planten. Dat werd een van mijn aktiviteiten binnen de Steltkluut. Aanvankelijk was er alleen een vogel werkgroep en een knotgroep. Daar zijn een plantenwerkgroep, een planologie werkgroep en een insektenwerkgroep bij gekomen. Ik heb vroeger veel geknot, dat vind ik heerlijk werk. De laatste tijd is daarin de klad gekomen door allerlei andere werkzaamheden. Met bestuurswerkzaamheden ben ik op een gegeven moment gestopt, omdat ik toch meer een doe-mens ben, een buitenmens. Ik ben nu bijvoorbeeld, samen met anderen van de planten werkgroep, bezig met een inventarisatiè van een landgoed bij Kloosterzande. We hopen dat de gemeente positief zal rea geren op het rapport dat we hierover samenstellen en het gebied goed gaat beheren. Want dat is toch wel héél waar devol. Behalve van de Steltkluut ben ik ook lid van 'tDuumpje. Beiden zijn voor mij eigenlijk één pot nat, maar misschien mag ik dat niet zeggenSommige mensen die vogels kijken, krijgen net zulk territoriumgedrag als die beesten zelf en raken erg gehecht aan hun gebied. Dat vind ik altijd erg grappig. Het oosten is dus het „territorium" van de Steltkluut en het westen van 'tDuumpje. De Braakman was eigenlijk vroeger de grens tussen oost en west. Maar ja, van wie is de Braakman dan, hè? Daarover is nooit een beslissing genomen. In goed overleg houden ze zich er alletwee mee bezig. Er is een inventarisatie-rapport samenge steld van de broedvogels in de Braak man. Binnenkort volgt het tweede ge deelte een inventarisatie van alle andere vogels die er voorkomen, met name de trekvogels. Deze inventarisaties worden planologisch gebruikt. Ze geven aan hoe waardevol het gebied is en hoe het ter rein beheerd kan worden. Op dit mo ment is er een samenwerking ontstaan tussen de Steltkluut, 't Duumpje en de beheerder van de Braakman. Ik denk dat het heel belangrijk is om zó daadwerkelijk te proberen bepaalde gebieden veilig te stellen. Verder vind ik de vereniging belangrijk voor het plezier dat mensen beleven aan het in de natuur zijn, bijvoorbeeld in de vorm van ex- kursies. Bovendien wordt de vereniging op een gegeven moment toch een deel van jezelf. Je kent bepaalde mensen, die je daar steeds ontmoet, en dat worden vrienden van je. Omdat ik tegen kernenergie ben en ook daadwerkelijk iets wilde doen, heb ik me aangesloten bij de Werkgroep Kern energie Zeeuws-Vlaanderen. Die heeft zich voornamelijk tegen de centrale van Doel gericht. Bij ons in de regio is die allesove heersend. Bovendien blijft men in Belgi maar bouwen, hè. Vroeger hadden w veel kontakt met de Belgische veren ging. Maar dat is nu allemaal wat verslap Ik denk dat dat door machteloosheid gekomen. Onze werkgroep is wel doo gegaan, want Borssele gaat ons ook aai Ik vertegenwoordig daarvoor de werlt groep in het Zeeuws Platform Sto] Kernenergie, een provinciaal overleg. Ik merk binnen de werkgroep dat he moeilijk is om met nieuwe ideeën t komen. Op dit moment is het ook ee: b eet j e rustig op dit front .Je wilt tó ch pre beren om mensen, op een ludieke ma nier, ermee te blijven konfronterer Mensen van ons hebben indertijd o{ spoorrails gelegen om de trein me atoomafval dat in de Noordzee gedump zou worden, te laten stoppen. Die trein i niet doorgereden. Op dat moment wa dat heel shockerend, zo van„Goh, di< mensen durven hun leven in de waag schaal te stellen". Maar ik denk dat we da soort dingen nu niet meer zullen doen We worden ook wel wat ouder hè. Df tijden veranderen gewoon. Nu is er ge woon de ME en dan word je van de rail. afgesleept. Onze werkgroep is heel stimulerend Dat zit 'm ook in de Zeeuws-Vlaams mentaliteitwe willen het gezellig ma ken, nemen een pintje erbij. Iedereer kent elkaar en het is gemoedelijk. Ik hoop dat de Steltkluut op dezelfder manier door blijft gaan met het laten zienT van de leuke dingen in de natuur aan de mensen. Ik hoop ook dat de hele natuur bescherming toch weer wat positiever wordt. Je hoort zo vaak dat er van alles verdwijnt, maar er blijft toch ook nog een hoop over. Daarop mogen we best wel wat meer de nadruk leggen. Er gebeuren toch ook heel veel posi tieve dingen? Een aantal jaren geleden bijvoorbeeld was de ZMF er niet. Die is er toch gekomen en doet best heel veel positief werk. Dat is allemaal mooi mee genomen. Vroeger werd er aktie ge voerd, nu wordt die aktie op bestuurlijk nivo doorgevoerd. Het geheel is dus volwassener geworden. Op die manier wordt op dit moment veel meer bereikt dan tien jaar geleden. Voor informatie Marjon Kindt, tel.01150-17416. 1 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1987 | | pagina 14