Zeeuwse artsen en kernenergie iulp Op de hoogte Het moest Waanidee 15 at heeft het Borselse rampenplan bevolking te bieden als zich een ïgeluk zou voordoen in de centra- Op zoek naar een antwoord op ze vraag sprak Wantij met twee :euwse artsendr. J. Geldof (55), uisarts te Driewegen en dr. B. Roeg- ■olt (67), ex-internist en bestuurslid VI F. J.G.„Denk je dat radiologen daar kijk op hebben?" B.R.„Berekeningen maken over stra- lingshoeveelheden kunnen ze zeker wel. Maar beoordelen van hoe dat inwendig uitwerkt, zal moeilijk voor hen zijn. Tenzij zij zich er speciaal in verdiept hebben. Als het om eenvoudige gevallen gaat, kan je als arts meehelpen om nood- n het rampenplan staan 15 Zeeuwse rtsen op de lijst. Men verwacht van hen, lijkbaar, dat ze hulp kunnen bieden aan ventuele stralingsslachtoffers. Is deze erwachting juist? J.G.„Nee, ik heb in ien ernstige situatie niets te bieden". 3.R.,Jk denk niet dat de Zeeuwse art- en daarvoor voldoende kennis hebben. Dat heeft hoogstens een man als Gispen, e enige stralingsdeskundige hier. Hij verkt bij de kerncentrale". Dr. B. Roegholt hospitalen in te richten. Bijvoorbeeld in een kerk of in een school. Daar kan je mensen neerleggen. Ik noem maar wat". In ernstige gevallen valt er weinig te helpen, tenzij men grote stralingsrisiko's wil nemen. J.G.„Ik ben natuurlijk best bereid om in een hulporganisatie mee te werken, om werk te doen. Maar het is wel moei lijk als daar nog nooit één zinnig kontakt over geweest is". Wist u dat u op de lijst van artsen stond in het Borselse rampenplan? J.G.„Dat kon ik wel vermoeden, na tuurlijk. Ik zie nu voor het eerst dat ik daar op sta, met alle andere huisartsen van Borsele. Ik kan er eens over na denken of ik daar wel op wil staan. Wij zijn nog nooit over deze zaken benaderd. Er is nog nooit geoefend. Maar eigenlijk zou je dat tóch moeten doen. Je moet proberen om dat heel illustratief voor te stellen. Er staat immers een kerncen trale bij jouw achterdeur. Als artsen op de lijst van het rampenplan staan, en er van hen hulp verwacht wordt, dan denk Pi w Jij 2 5 ik wel dat ze in zo'n rampenplan gekend moeten worden". Volgens het rampenplan zou het Ne derlandse Rode Kruis eveneens hulp aan slachtoffers moeten bieden. Wat de E.H.B.O. en Kruisverenigingen betreft, „is er nog geen regeling waardoor men zich kan verzekeren van hun hulp". Is deze organisatie-vorm volgens U een goede voorwaarde om hulp te kunnen bieden? J.G.„De voorwaarde waaronder in een noodsituatie gewerkt zal worden, zijn mij volkomen onbekend. B.R.„Zijn de mensen van het Rode Kruis eigenlijk wel bereid om zich aan radio-aktiviteit bloot te stellen. Daar wordt in zo'n plan mijns inziens geen rekening mee gehouden". J.G.„Ik weet niet of iemand dit plan serieus neemt. Ik denk dat het gemaakt is omdat het volgens de wet moest en ner gens anders om. De enquête van de noodwet geneeskundigen heb ik destijds ook nooit ingevuld". B.R.: „In '71 is de noodwet geneeskundi gen tot stand gekomen waarna in '80 begonnen is met de registratie van alle geneeskundigen, via een enquête. Men deed dit om in geval van kalamiteiten geneeskundigen direkt te kunnen op roepen en inzetten". J.G.„Daar is destijds vreselijk tegen geageerd. Mensen hebben officiële wei geringen ingevuld en een groot aantal heeft helemaal niets ingevuld. Door de enquête in te vullen zou je meedoen aan het waanidee dat er nog „iets" gedaan zou kunnen worden door geneeskun digen in geval van een kernoorlog". B.R.„Ik denk dat Tsjernobyl heeft be wezen dat de gevolgen bij een ramp vol komen onvoorspelbaar zijn. Als in Bors- sele zo een toestand ontstaat dan is er géén behoorlijk rampenplan. De Zeeuwse bevolking is hierop mentaal absoluut niet voorbereid". J.G.„Zeker niet. Niet materieel. Niet op papier. Maar ook zeker mentaal niet". Pi O O p J. Geldof et Borsele rampenplan onderscheidt eer en minder ernstige rampen en mt een reeks maatregelen op die dan odig zouden zijn (zie Wantij 3-1986). In oeverre worden hiermee volgens u de ezondheid van mannen, vrouwen en (ongeboren) kinderen gegarandeerd? G.„Die vraag is eigenlijk de hele clou nj 'aar het om draait, hè. Ik vind het erg loeilijk om daar antwoord op te geven. Daarvoor mis ik de deskundigheid. Psy- hologisch gezien lijkt het te ver van ons ed te zijn. Als ik daar uren aan moet esteden, stoort dat mijn dagelijkse Terk en dat wil ik niet".

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1987 | | pagina 15