Vergeten
Leiding
Wat nu
7
en vaak ook roekelozer. De opzichters in
de kerncentrale hebben een dergelijk
gedrag van hun ondergeschikten niet
onderkend, er is althans in die sfeer niets
aangedaan.
Een steekproef van de veiligheids
voorzieningen bracht verscheidene
technische mankementen aan het licht.
En dat terwijl dit maar een zijdelingse
aktiviteit was van hét IAEA-team. De
meeste konden snel worden verholpen
door het kerncentrale-personeel. Maar
dat mocht niet verhullen, dat de onder
zoekers nu stellen dat in de toekomst be
slist vaker systematischer gekontro-
leerd moet worden.
Het team vindt het ook nodig dat er
vaker getest wordt en dan niet alleen de
meest voor de hand liggende onderde
len. Nu gebeurt dat testen alleen bij een
uitbedrijfname, maar veel deelsystemen
kunnen ook gedurende de werking van
de centrale worden getest.
Het brandgevaar is in de kerncentrale
een probleem. Er ontbreken bijv. vuur-
scheidingen tussen de veiligheidssyste
men. Een brand kan dus gemakkelijk de
noodvoorzieningen bereiken. Verder
wordt de training van het bedienendper-
soneel op het gebied van brandbestrij
ding onvoldoende genoemd.
Bij de kerncentrale wordt slecht ge
leerd van voorvallen die in het verleden
hebben plaatsgevonden. Er zijn nauwe
lijks verbeteringen aangebracht, vooral
op het gebied van de bediening. Er zijn
ook geen regels voor wat er moet ge
beuren met de konklusies na een onge
val.
Tot zover de belangrijkste zaken die
het voorkomen van ongelukken als in
Tsjernobyl of Harrisburg in de weg
staanmin of meer ernstige tekortko
mingen.
Maar nog erger is het, in het bar slecht
vertaalde rapport te lezen hoe weinig er
gedaan is aan voorzieningen die bij een
ernstig ongeval nodig zijn, bijv. ter voor
koming van erger.
Zo zal de kerncentrale vanuit de kon-
trolekamer in de hand moeten worden
gehouden. Dat wordt echter wel lastig,
nu vergeten is dat zo'n kamer dan ook
moet worden vrijgehouden van rook en
giftige radioaktieve gassen. Bedenkelijk
is ook de konstatering van het onder
zoeksteam dat er eenvoudig geen facili
teiten zijn voor het op afstand uit bedrijf
nemen van de centrale....
Na een ongeluk zullen regelmatig
monsters van lucht en koelwater moe
ten worden genomen. Dat zal improvi
seren worden, want de apparatuur en de
procedures zijn niet aanwezig voor het
nemen, transporteren en analyseren van
die monsters. Behalve de aanbeveling
daarin verandering te brengen, wil het
team ook oefeningen met monsterne
ming.
In het geval zich een ernstig ongeluk
voordoet, moeten er de nodige maatre
gelen worden genomen. Maar er bestaat
geen enkel stuk waarin overzichtelijk
staat aangegeven wie wat moet doen in
zo'n geval. De kans is dus groot dat
allerlei mensen en instanties elkaar voor
de voeten gaan lopen.-
Wanneer zich daadwerkelijk een
noodtoestand voordoet, moet dit eerst
officieel door het ministerie van VROM
worden vastgesteld. Daar gaan minstens
enkele uren mee heen. Het IAEA-team
vindt daarom ook dat kerncentrale-per
soneel alvast even buiten het hek moet
gaan meten voor een voorlopige kon-
klusie. Dat scheelt toch weer.
Vaststellen is één ding, maatregelen ne
men een tweede. Het eerste is duidelijk
(zij het niet efficient) geregeld - VROM
doet dat. Er is echter nergens vastgelegd
welk ministerie eigenlijk de leiding
moet/mag nemen bij te treffen maat
regelen. Bovendien is er in het ruim 13-
jarig bestaan van de kerncentrale nooit
een komplete oefening geweest, d.w.z.
een oefening waarbij ook provinciale en
landelijke overheden betrokken zijn.
Eens per twee jaar acht het IAEA-team
voor dergelijke oefeningen toch wel het
minimum. De PZEM heeft heel wat in te
halen.
Bij een noodtoestand zal het perso
neel uiteindelijk de (al slecht bescherm
de) kontrolekamer moeten verlaten.
Maar er is nergens een mogelijkheid om
buiten het gebouw nog zicht te houden
op de centrale en informatie door te
geven aan de buitenwereld. Hard weg
lopen dus, en het beste ervan hopen.
Het zal nu niemand meer verbazen
dat de centrale verder onvoldoende
draagbare meetinstrumenten bezit voor
in en buiten het gebouw, als zich een
noodgeval voordoet.
Tenslotte bevelen de IAEA-onder-
zoekers aan een gebied vast te leggen
waarbinnen ernstige gevolgen te ver
wachten zijn bij een groot ongeval. In dat
geval kunnen de betreffende gemeenten
zich beter voorbereiden op een derge
lijk ongeval. Als er dan nog wat te redden
valt.
Aan een paar missers (o.a. te weinig per
soneel in de regelzaal) werd direkt na het
onderzoek wat gedaan. Dat kon ook.
Enkele andere tekortkomingen kunnen
worden verholpen tijdens de splijtstof
wisseling. Maar de oplossing van een
groot deel van de gebreken vereist méér
tijd. Aan het eind van de wisselingspe
riode is daaraan nog niets gedaan. Voor
de PZEM en de Kernfysische Dienst is
dat echter geen reden om de kerncen
trale voorlopig maar uit bedrijf te hou
den. Als het aan hen ligt mag die binnen
kort weer zijn gang gaan. Met een half
slachtige beveiliging en zonder effek-
tieve regelingen voor het geval er zich
een ramp voordoet.
Wat ons betreft moet de kerncentrale
Borssele in zijn huidige staat blijven:
uit bedrijf.
Kerncentrale Borssele