Vergeten Leiding Wat nu 7 en vaak ook roekelozer. De opzichters in de kerncentrale hebben een dergelijk gedrag van hun ondergeschikten niet onderkend, er is althans in die sfeer niets aangedaan. Een steekproef van de veiligheids voorzieningen bracht verscheidene technische mankementen aan het licht. En dat terwijl dit maar een zijdelingse aktiviteit was van hét IAEA-team. De meeste konden snel worden verholpen door het kerncentrale-personeel. Maar dat mocht niet verhullen, dat de onder zoekers nu stellen dat in de toekomst be slist vaker systematischer gekontro- leerd moet worden. Het team vindt het ook nodig dat er vaker getest wordt en dan niet alleen de meest voor de hand liggende onderde len. Nu gebeurt dat testen alleen bij een uitbedrijfname, maar veel deelsystemen kunnen ook gedurende de werking van de centrale worden getest. Het brandgevaar is in de kerncentrale een probleem. Er ontbreken bijv. vuur- scheidingen tussen de veiligheidssyste men. Een brand kan dus gemakkelijk de noodvoorzieningen bereiken. Verder wordt de training van het bedienendper- soneel op het gebied van brandbestrij ding onvoldoende genoemd. Bij de kerncentrale wordt slecht ge leerd van voorvallen die in het verleden hebben plaatsgevonden. Er zijn nauwe lijks verbeteringen aangebracht, vooral op het gebied van de bediening. Er zijn ook geen regels voor wat er moet ge beuren met de konklusies na een onge val. Tot zover de belangrijkste zaken die het voorkomen van ongelukken als in Tsjernobyl of Harrisburg in de weg staanmin of meer ernstige tekortko mingen. Maar nog erger is het, in het bar slecht vertaalde rapport te lezen hoe weinig er gedaan is aan voorzieningen die bij een ernstig ongeval nodig zijn, bijv. ter voor koming van erger. Zo zal de kerncentrale vanuit de kon- trolekamer in de hand moeten worden gehouden. Dat wordt echter wel lastig, nu vergeten is dat zo'n kamer dan ook moet worden vrijgehouden van rook en giftige radioaktieve gassen. Bedenkelijk is ook de konstatering van het onder zoeksteam dat er eenvoudig geen facili teiten zijn voor het op afstand uit bedrijf nemen van de centrale.... Na een ongeluk zullen regelmatig monsters van lucht en koelwater moe ten worden genomen. Dat zal improvi seren worden, want de apparatuur en de procedures zijn niet aanwezig voor het nemen, transporteren en analyseren van die monsters. Behalve de aanbeveling daarin verandering te brengen, wil het team ook oefeningen met monsterne ming. In het geval zich een ernstig ongeluk voordoet, moeten er de nodige maatre gelen worden genomen. Maar er bestaat geen enkel stuk waarin overzichtelijk staat aangegeven wie wat moet doen in zo'n geval. De kans is dus groot dat allerlei mensen en instanties elkaar voor de voeten gaan lopen.- Wanneer zich daadwerkelijk een noodtoestand voordoet, moet dit eerst officieel door het ministerie van VROM worden vastgesteld. Daar gaan minstens enkele uren mee heen. Het IAEA-team vindt daarom ook dat kerncentrale-per soneel alvast even buiten het hek moet gaan meten voor een voorlopige kon- klusie. Dat scheelt toch weer. Vaststellen is één ding, maatregelen ne men een tweede. Het eerste is duidelijk (zij het niet efficient) geregeld - VROM doet dat. Er is echter nergens vastgelegd welk ministerie eigenlijk de leiding moet/mag nemen bij te treffen maat regelen. Bovendien is er in het ruim 13- jarig bestaan van de kerncentrale nooit een komplete oefening geweest, d.w.z. een oefening waarbij ook provinciale en landelijke overheden betrokken zijn. Eens per twee jaar acht het IAEA-team voor dergelijke oefeningen toch wel het minimum. De PZEM heeft heel wat in te halen. Bij een noodtoestand zal het perso neel uiteindelijk de (al slecht bescherm de) kontrolekamer moeten verlaten. Maar er is nergens een mogelijkheid om buiten het gebouw nog zicht te houden op de centrale en informatie door te geven aan de buitenwereld. Hard weg lopen dus, en het beste ervan hopen. Het zal nu niemand meer verbazen dat de centrale verder onvoldoende draagbare meetinstrumenten bezit voor in en buiten het gebouw, als zich een noodgeval voordoet. Tenslotte bevelen de IAEA-onder- zoekers aan een gebied vast te leggen waarbinnen ernstige gevolgen te ver wachten zijn bij een groot ongeval. In dat geval kunnen de betreffende gemeenten zich beter voorbereiden op een derge lijk ongeval. Als er dan nog wat te redden valt. Aan een paar missers (o.a. te weinig per soneel in de regelzaal) werd direkt na het onderzoek wat gedaan. Dat kon ook. Enkele andere tekortkomingen kunnen worden verholpen tijdens de splijtstof wisseling. Maar de oplossing van een groot deel van de gebreken vereist méér tijd. Aan het eind van de wisselingspe riode is daaraan nog niets gedaan. Voor de PZEM en de Kernfysische Dienst is dat echter geen reden om de kerncen trale voorlopig maar uit bedrijf te hou den. Als het aan hen ligt mag die binnen kort weer zijn gang gaan. Met een half slachtige beveiliging en zonder effek- tieve regelingen voor het geval er zich een ramp voordoet. Wat ons betreft moet de kerncentrale Borssele in zijn huidige staat blijven: uit bedrijf. Kerncentrale Borssele

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1987 | | pagina 7