Ruilvi Schaapskudde Landinrichtingswet 8 Zwaaksedijk bij 's-Gravenpolder gekozen voor schapen achter een afras tering, dan is in de eerste plaats het raster erg duur. bij runderen is het minder duur, maar die kunnen niet op elke dijk terecht. Een algemeen probleem bij het natuurbeheer wordt gevormd door de pachtwet en pachtkamer. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een (hobby)boer wiens beesten op een dijk van natuurbe- heersinstantie lopen, betrokken raakt bij onderhoudswerkzaamheden op die dijk (rasteronderhoud bijvoorbeeld). De instantie van wie de grond gepacht is - de eigenaar - loopt dan de kans zijn zeg genschap over beweidingsintensiteit, kunstmestgebruik en dergelijke kwijt te raken. Het is dan ook hoog tijd dat de nieuwe beheerswet, die deze situatie ondervangt, in werking treedt. In Zuid-Beveland vindt dijkbeheer plaats door middel van begrazing met een schaapskudde. Kritische geluiden hierover waren dat sommige dijken te intensief en andere juist te extensief be graasd worden. Bijstelling van dit beheer lijkt dus noodzakelijk. Zo zal de kudde in tijden dat soortenrijke hellingen massaal in bloei staan, deze dijken een aantal weken moeten mijden. In die tijd zou de kudde terecht kunnen op soortenarme dijken met een hoge produktie (fluitekruid- dijken), die dan als zogenaamde par- keerdijken fungeren. Een moeilijk punt tenslotte is het branden als beheersmaatregel. Negatie ve gevolgen daarbij zijn het verbranden van planten en dieren en verrijking van de bodem. Aan de andere kant is het alternatief nogal eens dat het desbetref fende dijkgedeelte verruigt. Bovendien is branden een zeer goedkope maatregel. Wat betreft de gevolgen van branden zijn positieve en negatieve voorbeelden aan te wijzen. Het is echter zeker geen algemeen aan te bevelen maatregel. Eventueel kan die in noodgevallen, bij bepaalde winterse omstandigheden, op bepaalde dijken gebruikt worden. Meer informatie over deze beheersmaatregel is echter noodzakelijk want het blijft spelen met vuur. Geïnteresseerden kunnen over deze materie meer lezen in het binnenkort te verschijnen rapport over de studiedag. Het is te bestellen bij Thijs Kramer, 01100-28259- De landinrichtingswet van 1984 ra geit allerlei zaken omtrent verande( ringen aan de inrichting van het Ian delijk gebied. Ruilverkaveling is ééi van de vier vormen die in deze v tx genoemd worden. In Zeeland ke i0 nen we ruilverkavelingen in de Yerj seke Moer en op Walcheren. In hei gebied Sluis-Oostburg vindt een bij zondere vorm van ruilverkavelir plaats n.l. „een ruilverkaveling me administratief karakter". We prater met Leo D'Hoore over (administra tieve) ruilverkaveling en zijn rol in dtj Landinrichtingscommissie. De» kommissie heeft een voorontwerp e plan samengesteld, dat we zojuist d< r eerste inspraak is gepasseerd. o Ruilverkaveling houd tegenwoordig meer in dan alleen maar „het ruilen van kavels". In de ruilverkavelingswet vani 1954 stond als doelstelling nog om-I schreven: „Ruilverkaveling dient ten behartiging van de belangen van de land- en tuinbouw, de bosbouw en de vee- houderij". Die belangen richtten zich op efficiënte bedrijfsvoering waardoor de produktie vergroot en de konkurrentie- verhoudingen verbeterd konden wor-j den. In de praktijk betekende dit: kavels samenvoegen en rechttrekken, veran- deren van de loop van wegen en water gangen, enz. In die tijd werd het landelijk? gebied dan ook uitsluitend als agrarisch produktieruimte gezien. In de loop van de jaren '60 en '705 echter kwam het belang van ander :-; funkties van het landelijk gebied naa r| voren. Mensen kregen meer aandacht voor bijvoorbeeld rekreatie, natuur en landschap. In 1984 werd na veel gepraat de Landinrichtingswet door de Tweede Kamer aangenomen. In artikel 4 van de wet staat het doel omschreven„Land inrichting strekt tot verbetering van de inrichting van het landelijk gebied over eenkomstig de funkties van dat gebied, zoals deze in het kader van de ruimtelijke ordening zijn aangegeven". Naast de agrarische sektor is er in deze wet ook aandacht voor natuur, landschap, rekre atie, verkeer, kuituurhistorie, e.d. In de nieuwe wet staan vier vormen beschre ven van landinrichting, n.l. herinrich ting, ruilverkaveling, aanpassingsinrich ting en ruilverkaveling bij overeen komst. De eerste twee licht ik nader toe

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1987 | | pagina 8