11
udskontroleur. Zo snel mogelijk van sane-
:ng naar preventie.
In die gedachtengang ligt het voor de hand
n in ieder geval de rust in nog rustige ge
ulen in stand te houden. Daarom zijn de
rovinciebesturen volgens de Wet Geluid-
inder verplicht om stiltegebieden aan te
'i zen. Kenmerkend voor stiltegebieden is
u de natuurlijke geluiden er niet of nau-
'ijks worden gestoord door geluiden van
lenselijke oorsprong.
J enaDe bedoeling was dat de stiltege-
i; eden vastgesteld zouden worden in het
!t eekplan Zeeland dat nu in voorberei-
ng is. Daarvoor heeft een ambtelijke
rkgroep in juni 1986 een heel goed
e gewerkt verhaal op tafel gelegd, waar
de planologische dienst de planolo-
g che kriteria en wij de geluidskriteria
dden uitgedacht en in kaart gebracht,
iet bleek dat een groot gedeelte van
eland eraan voldeed. Dat is besproken
net de gedeputeerden voor milieu en
uimtelijke ordening. Hun standpunt
Was tenslotte dat die kriteria herzien
noesten worden. Zij wilden het aantal
tan te wijzen stiltegebieden verminde-
en.
llie voorstel heeft het dus niet gehaald.
Welk bezwaar hadden de bestuurders tegen
nwijzing van meer of grotere stiltegebie-
len?
Deze gebieden zouden vallen onder de
verordening stiltegebieden. Die houdt
dat „normaal gebruik" van het land-
hap gewoon mogelijk is, bijvoorbeeld
et landbouwwerktuigen of gereed-
hap voor bosonderhoud. Maar je zult
net met grote portables mogen gaan
sjouwen of met een crossmotor rijden.
1 at soort dingen zijn uitgesloten, tenzij
men een ontheffing verkregen heeft. De
Streef- Gevaren- Geluid-
waarde grens belasting
Tussen streefwaarde en gevarengrens stellen we
een GRENSWAARDE; i.e.: de vastgestelde mak-
simale waarde van de geluidbelasting in een be
paalde situatie (BELEIDSNORM).
verordening laat dus nog een heleboel
mogelijkheden open. Maar het is onmis
kenbaar dat je aan rustbehoud in stilte
gebieden tamelijk intensief aandacht
gaat schenken, terwijl dat nu niet hoeft.
We gaan nu de gebieden schrappen
waar een ruilverkaveling verwacht wordt
en streken waar de rekreatiefunktie niet
zo belangrijk is of zich juist tamelijk
grootschalig zal ontwikkelen. Wat dan
overblijft, voldoet aan de nieuwe krite
ria het moet er stil zijn en belangrijk
voor de extensieve rekreatie.
Het streekplan was natuurlijk de uitgelezen
gelegenheid om de stiltegebieden in te stellen.
Wat is jullie planning nu
Er is op dit moment geen harde plan
ning. Er is een voorkeur om de stiltege
bieden niet in het streekplan maar via
een latere uitwerking aan te wijzen. Het
kan in principe op ieder willekeurig
moment, maar ik denk dat sanering van
industrie- en verkeerslawaai en ook za
ken als de Westerschelde Oeververbin
ding en de Dammenroute veel hoger op
de prioriteitenlijst staan.
Het probleem bij de stiltegebieden is,
dat velen het als een wat zweverig onder
werp ervaren. Veel bestuurders zien niet
wat je toevoegt aan de waarden van een
gebied als je er stiltegebieden van maakt.
Ik denk zelf, dat stiltegebieden uiteinde
lijk ook een ekonomisch belang kunnen
dienen. Het is niet voor niets dat horden
Roergebied-bewoners bereid zijn drie
uur over snelwegen te scheuren om een
weekend hier te kunnen verblijven. Het
heeft mij altijd verbaasd, dat er uit de
samenleving zo weinig signalen komen
pro of kontra stiltegebieden. Ook van de
milieubeweging, de natuurbescher
ming, horen wij niet wat men nu eigen
lijk met de stiltegebieden wil.
Maar het tij kan keren. Wie weet komt
er meer publieke druk en dan kan het
weer een andere wending nemen.
Geluid bestaat uit luchttrillingen die
waarneembaar zijn voor onze oren.
Onze oren zijn niet voor iedere toon
hoogte even gevoelig. Lage tonen en
heel hoge tonen ervaren wij minder
luid, vergeleken met even harde
midden tonen. Meetinstrumenten en
ook normen en regels zijn hiervoor
gekorrigeerd, zodat ze luchttrillingen
net zo „horen" als het menselijk oor.
De zo gekorrigeerde geluidssterkte
wordt uitgedrukt in decibel-AdB(A).
Hinder kan van allerlei aard zijn. Bij
120 dB(A) ligt de pijngrens. Al bij 75
dB(A) ligt de gevarengrenslangdu
rige blootstelling bezorgt veel men
sen blijvende schade aan de oren. Sta
tistisch gezien blijkt zo'n 30% van de
mensen (ongewenst) geluid van 50
dB(A) als hinderlijk te ervaren. Bij 40
dB(A) heeft bijna niemand meer last
Onze oren horen geluid dubbel zo
hard bij elke 10 dB(A) meer.
Geluidbelasting is het b egrip waaraan
alle regels en normen in de wet Ge
luidhinder zijn opgehangen. De ge
luidbelasting valt als volgt te bereke
nen. Men meet eerst op een bepaald
punt de geluidssterkte van bijvoor
beeld verkeer of een bedrijf. Als er
duidelijk hoorbare tonen in het geluid
zitten (hoge janktonen ofbrom) enbij
kloppende geluiden, telt men er 5
dB(A) bij op. Bij industrieterreinen
telt men 5 dB(A) op bij de gemeten
avondwaarde, en 10 dB(A) bij de
nachtwaarde. Bij verkeerswegen telt
men 10 dB(A) bij de nachtwaarde. De
hoogste van deze getallen wordt be
schouwd als de geluidbelasting ter
plekke en getoetst aan de normen.
Zonering en sanering Rondom ieder
industriegebied waar „grote lawaai
makers" (zgn. kategorie A-bedrijven)
gevestigd zijn of kunnen komen,
wordt een aandachtsgebied vastge
steld en in het bestemmingsplan op
genomen. De grens daarvan is ten
minste de lijn tot waar 50 dB(A) ge
luidbelasting kan optreden. Binnen
dat gebied mogen geen woningen ge
bouwd worden of hooguit in een en
kel geval met ontheffing. Bedrijven
mogen er ook niet bijals daardoor de
50 dB(A)-grens zou verschuiven. Als
er nu al woningen staan met een ge
luidbelasting boven 55 dB(A), is sa
nering nodig door bestrijding aan de
bron, gevelisolatie of geluidwallen.