Een blikje teer van een tor, Tonnen Slagen om de arm Eind april, Perkpolder. Ik loop met een paar Belgische televisiemakers en Richard Bleyenberg de dijk over en het slik op om enkele fuiken te lichten. De BRT bereidt een uitzen ding voor over watervervuiling en stuit op het probleem van iedere voorlichterhoe maak je de ernst zichtbaar van de mikrogrammen chemische verbindingen en metalen die in dit water en meer nog in de onderwaterbodem opgelost zijn Te zien of te ruiken is er niets. Richard weet nog dat hier zeehonden en dolfij nen zaten, maar die vertellen niet waar om ze verdwenen zijn. Lamsoor mag je niet eten, maar staat er frisgroen bij. Zwemmers ontbreken, maar dat ligt meer aan de blubber dan aan de vervui ling. In de fuiken zitten een menigte krab ben en daar tussen een stuk of wat pa lingen en zes tongen. De aal ziet er ge zond uit, de tongen minder. Twee ervan hebben geengavevinnen en staart, maar dat kan ook mechanische schade zijn. Eén heeft verschillende duidelijke ge zwellen op de huid. Onze simpele steek proef is dus meteen raak. Volgens on derzoek heeft 15% van de bot in de kustwateren en de Westerschelde kan kergezwellen op huid en vinnen. Met de tong lijkt het niet beter gesteld te zijn. Platvissen leven op de bodem en heb ben kennelijk het meest te lijden van het chemische vuil dat zich daar ophoopt. Zij maken het probleem van de vervuil de waterbodems zichtbaar. De televisie jongens zijn tevreden. Twee weken later, ZMF-kantoor. Rijks Bankstelling in jachthaven Colijnsplaat de vervuilingsbron waterstaat en de Watersportverenigi Colijnsplaat komen ons vragen akkot te gaan met het storten van vervuil specie (baggerslib) uit de haven in Oosterschelde. We hebben al eert duidelijk gemaakt, dat de meest vem de specie (klasse m en IV, zie tabel) uit meest vervuilde hoek o.i. op land gebt gen moet worden. Rijkswaterstaat vit dat ook, maar is nog met de gemeente onderhandeling over de schuldvraag de kostenverdeling. Een paar ton is mee gemoeid. Ondertussen lopen de boten in h minder vervuilde middendeel (klasse van de jachthaven vast. „Onze boti betalen voor ligplaatsen, niet voor stat plaatsen", zegt de watersportverenigii Mogen we die matig vervuilde spet nog een keer naar buiten brengen, als; beloven dat de vereniging meewerkt at berging op land van de meest vervuilt bagger en dat we nieuwe vervuiling voo komen Ook voor hen is het probleem vant waterbodemvervuiling duidelijk zich baar geworden. Ze gaan het voelen hun portemonnee. Een achteloos we gegooid blikje teerresten kan later ton of meer opruimkosten veroorzake als de inhoud zich verspreidt in enke tienduizenden kuubs slib en zand. Half juli, Raad van State. Besprokt wordt het beroep van de ZMF tegen c vergunning die het Havenschap VI singen van Rijkswaterstaat gekregej heeft (zij welom maximaal 1 miljoej ton baggerspecie per jaar in de Weste schelde te storten. De specie is voor eel deel vervuild met PAK's (klasse EI). Vo| gens Rijkswaterstaat is Péchiney enige lozer (100 kg/jaar) en zou de 2O0| kg, die in totaal in de haven aanwezig door de jarenlange ophoping ontstaa zijn. Toch vindt Rijkswaterstaat, dat eerst el Péchiney-lozing moet stoppen voorla* het zinvol is het vervuilde slib te sane e: en het storten in de Westerschelde verbieden. De Raad van State lijkt die redenering niet onder de indrul vooral omdat Rijkswaterstaat ook no| allerlei slagen om de arm houdt over termijn waarop de Péchiney-loz stopt. Wie weet, misschien dwingt komende uitspraak in deze beroepspro cedure het Havenschap en Rijkswatef

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1987 | | pagina 6