Zeeland
Afname boomholten
Wat te doen
10
Grootoorvleermuis
De kennis over de verspreiding van
vleermuizen is gebaseerd op vondsten in
winterslaaplaatsen, kraamkolonies en
(delen van) dode dieren. Sinds kort is
daar de inventarisatie door middel van
geluid bijgekomen, met behulp van de
zogenaamde batdetector. Dat is een ap
paraat maarmee hoogfrekwente geluids
signalen omgezet worden in voor de
mens hoorbare geluiden. Een aantal
vleermuissoorten zijn daarmee na veel
oefening, in de vlucbt, te determineren.
Metbovenstaande middelen is in Zee
land geïnventariseerd, (zie tabel 1). Ver-
V erder is zojuist aangegeven dat vleer
muizen voor hun oriëntatie lijnvormige
landschapselementen nodig hebben.
Zoiets ontbreekt op het water. Een kale
dam of brug kan deze geleidingsfunktie
niet of nauwelijks overnemen. Indien de
wind op een dergelijk bouwwerk ook
nog vrij spel heeft, zal dit voor vleer
muizen een extra handicap vormen.
Een andere beperkende faktor voor de
vleermuizen wordt gevormd door ver
mindering van het aantal boomholten.
Enkele soorten vleermuizen, bijvoor
beeld bosvleermuis en rosse vleermuis,
zijn zowel 's zomers als 's winters boom-
bewonend.
Daarnaast zijn er nog soorten die al
leen 's zomers boombewonend zijn.
Boomholten zijn voor veel vleermuizen
dus een dwingende eis. Vooral in oude
bomen zijn deze boomholten te vinden.
De opeenvolgende overstromingen in
Zeeland (1906, 1911, 1945, 1953) heb
ben echter een groot deel van dit bo-
menbestand vernietigd. Om dit verlies te
kompenseren, zijn eerst pioniersoorten
zoals populier, els, wilg en meidoorn
opnieuw aangeplant. Later werden blij
vende boomsoorten aangeplant zoals
TABEL 1Overzicht van de in Zeeland voorkomende vleermuissoorten
Schouwen- Z- en N- Walcheren Tholen Zeeuws-
SOORT Duiveland Beveland Vlaanderen
Baardvleermuis -
Brandt's vleermuis - - - -
Franjestaart
Watervleermuis -
Meervleermuis - - - -
Dwergvleermuis
Nathusius' dwergvleermuis - - -
Rosse vleermuis - -
Laatvlieger
Tweekleurige vleermuis
Mopsvleermuis - - -
Grootoorvleermuis -I- -
Grijze grootoorvleermuis - - - - -
Totaal 5 7 9 2 11
haagbeuk, eik en esdoorn. Pas na lange
tijd ontstaan in de laatstgenoemde
boomsoorten voor de meeste vleer
muizen onontbeerlijke holten. Maar zo
ver is het nog niet.
In principe kan iedereen in Zeeland zijn
steentje bijdragen aan de bescherming
van de vleermuis.
Laat vleermuizen met rust, rond het
eigen huis maar ook elders. Neem nooit
vleermuizen in de hand, ook niet wan
neer ze ziek zijn of dood lijken (alleen al
vanwege het gevaar voor hondsdolheid).
Zijn er problemen met vleermuizen,
neem dan kontakt op met de ambtenaar
van Natuur-, Milieu- en Faunabeheer
(tel. 01100-37911).
Landschapsverzorgers dienen oude,
holle of gescheurde bomen zoveel mo
gelijk te sparen.
Rijk, provincie en gemeenten dienen
bij de uitvoering van werken zoveel mo
gelijk oude, lijnvormige-landschapsele
menten te sparen en waar mogelijk
nieuwe te ontwerpen.
Gebruik bij restauraties van oude ge
bouwen geen houtkonserveringsmidde-
len die gechloreerde koolwaterstoffen
bevattenhonderden vleermuizen kun
nen in één keer vergiftigd worden. Er zijn
alternatieven.
Tenslottewanneer men ergens vleer
muizen aantreft, bijvoorbeeld in winter
slaap, en men wil graag weten welke
soort het is, zonder het dier te verstoren,
neem dan kontakt op met J. P. Bekker,
tel. 01181-933.
Dhr. J. P. Bekker is in het dagelijks
leven bedrijfsarts. Als hobby houdt
hij zich bezig met kleine zoogdie
ren. (vleermuizen, muizen). Vooral
inventarisatie-werk heeft zijn be
langstelling. Hij publiceert regel
matig in het blad Lutra.
spreidingsgegevens van vóór 1970 zijn g
voor Zeeland betrekkelijk zeldzaam. o
Niet alle gebieden zijn even intensief n
geïnventariseerd. Van Tholen zijn daar-
door weinig soorten bekend. Zeeuws- z
Vlaanderen daarentegen geeft een groot
aantal soorten te zien (11). De verklaring
hiervoor is ook, dat deze regio over de
gehele lengte verbonden is met het zui
delijke, vleermuisrijke vasteland. In de
rest van Zeeland zijn voor de meeste
soorten belemmeringen, waardoor een
grote verspreiding wordt tegengegaan.
De grote, scheidende oppervlakten aan
zout water zijn hier een voorbeeld van.
Het zoute water nodigt, door een gebrek
aan waterinsekten, niet uit deze als voed-
selgebied te benutten.
Watervleermuizet: