Weg met de andbouwoverschotten R wolgen voor het ruimtegebrek Karin van Herwaarden Binnen en buiten de landbouw wordt naarstig gezocht naar oplossingen voor de huidige problemen van overproduktie. In de melksektor kennen we al enkele jaren de kontingentering. Nu heeft ook de akkerbouw last van strukturele overschotten. Daarmee is een probleem ontstaan dat voor de landbouw en dus het ruimtegebruik in Zeeland grote gevolgen kan hebben. Grond onttrekken Verweving leden genoeg voor vier Zeeuwse natuur- en milieu-organisaties om in het afgelopen najaar een themabij eenkomst te beleggen. Het Zeeuwse Landschap, Natuurmonumenten, het Wereld Natuur Fonds en de Zeeuwse Milieufederatie vroegen vertegen woordigers van het Landbouwschap, de Rijksplanologische Dienst en de landelijke natuurbescherming hun licht hierover te laten schijnen. Wat moet er gebeuren? Prijsver hoging, tijdelijk braakleggen of grond uit produktie nemen, extensiveren Iedere oplossing brengt hoe dan ook veranderingen teweeg in het ruimte gebruik. Jammergenoeg kwamen de geach te sprekers niet met al te veel kreatieve gedachten op de proppen, laat staan dat er een gemeenschappelijk denkpa troon te ontdekken viel. Maar wel werd een impuls gegeven aan de me ningsvorming over dit probleem. We lopen de belangrijkste stellingen hier na. integratie van verschillende doelstel lingen nodigproduktiebeheersing, leefbaarheid op het platteland, verbe tering van arbeidsomstandigheden, ethisch omgaan met dieren en zui niger gebruik van energie en grond stoffen. Hij pleit ook voor „verweving van landbouw en natuur" om te be reiken dat natuurterreinen niet langer als geïsoleerde eilandjes in proefbedrijven in Nagele en Borger- wold duidelijk bewezen dat dit alterna tief werkt. Kenmerkend voor deze manier van landbouwproduktie is een veel kleiner gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen dan normaal. De produktie per hektare is daardoor lager, maar de bedrijfskosten zijn dat ook. De boer maakt zo toch een netto inkomen dat vergelijkbaar is met de gangbare landbouw. Nijhoff„Vooral jonge boeren hebben hier wel oren naar. We moeten deze aanpak als landbouw- en natuurbeschermings organisaties gezamenlijk stimuleren. Ook de landbouwbedrijfsvoorlichting zou hieraan veel meer moeten doen". Ir. M. C. In 't Anker is één van de auteurs van de nota „Ruimtelijke Pers- pektieven" waarmee de RPD vorig jaar een flinke steen in de agrarische vijver gooide. Deze nota schetst o.a. hoe het landbouwgebied in Neder land tot ongeveer het jaar 2025 kan veranderen, afhankelijk van het land bouwbeleid. Volgens In 't Anker is het slechts een diskussienota, maar uit het stuk en uit zijn woorden wordt duide lijk dat de RPD eigenlijk al een keuze heeft gemaakt. Een keuze die boven dien naadloos aansluit bij de gangbare landbouwpolitieke keuzes. De nota: „Op de lange termijn wordt, gezien de situatie op de we- Ruimtegebruik bij prijsverlagingschaalvergroting, produktievertioging en grondontrekking P. Nijhoff van de Stichting Natuur en Milieu maakt het probleem bij voor keur nog flink wat breder dan alleen de overschottenkwestie„Er moet een duurzame landbouw komen die aan de boer, de konsument en het milieu kwaliteit garandeert op de lange ter mijn". Daarvoor is volgens Nijhoff een landbouwgebied liggen, maar onder ling verbonden zijn. Hoe deze „ver weving" en „ekologische verbindings- ders" er konkreet uit zouden zien, laat Nijhoff jammer genoeg in het vage. Duidelijk is hij over de mogelijkheid van geïntegreerde landbouw op be- drijfsnivo. Volgens hem hebben de door de overheid gestimuleerde reldmarkt, een voortzetting van het huidige landbouwbeleid ontbetaal- baar(...). In principe zijn twee richting en voor wijziging van het beleid denk baar kontigentering of prijsverlaging Een aanpassing via de prijzen lijkt ekonomisch gezittn op den duur gun stiger omdat de nederlandse land bouw relatief gezien efficiënt werkt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1988 | | pagina 19