Periodiek braak
Milieuvriendelijke alternatieven
In 't Anker verwacht wel dat er
grond aan landbouwgebruik onttrok
ken zal worden „Dehoeveelheidbos-
en rekreatieterrein zal toenemen en
akkerbouwgrond zal afnemen". Dui
delijk is dat deze bestemmingsveran-
dering beleidsmatig van aard is. Hij
vloeit niet voort uit de oplossingen die
iedere individuele landbouwer binnen
het bedrijf bedacht heeft voor de hui
toe". Hij verwacht als gevolg van het
markgerichte beleid met lagere land
bouwprijzen een verdergaande ratio
nalisatie en schaalvergroting. Daar
mee gepaard gaat afvloeiing van boe
ren, maar „Er zullen hier geen Ameri
kaanse situaties ontstaan. Het zal
plaatsvinden door natuurlijk verloop.
De overblijvende bedrijven zullen in
omvang groeien". De landbouw met
Eén van de oplossingen wordt door
Natuur en Milieu geopperdper land,
maar liefst ook per bedrijf zouden
produktieafspraken gemaakt moeten
worden (kontingentering). Over de al
dan niet suksesvolle gevolgen van ver
dere prijsdaling laat Natuur en Milieu
zichnietuiteen skala van regelingen
is nodig", en daar blijft het jammer ge
noeg bij
Ruimtegebruik zonder prijsverlaginggeen grootscheepse inrichtingsmaatregelen,
produktiebeheersing en geïntegreerde landbouwmethoden
dige landbouwproblemen. Die zal
immers proberen, ondanks lagere
produktieprijzen, het hoofd boven
water te houden. In 't Anker voorziet
binnen de landbouw danook enerzijds
een proces van verdere bedrijfsvergro-
ting en mogelijke extensivering
(waarbij) hij vooral de hoeveelheid
menskracht per hektare lijkt te bedoe
len). Anderzijds zullen kleine bedrij
ven willen intensiveren, om van de
zelfde oppervlakte meer opbrengst te
kunnen halen. Volgens hem is dit een
bruikbare oplossing, want „ook tij
dens de landbouwkrisis van 1878-
1895 deed men enerzijds aan extensi
vering, en daar waar het de moeite was,
toch aan intensivering". Maar of dit
klinkende bewijs na 100 jaar nog
steeds van kracht is
W. J. Wolff van het Landbouwschap
sluit zich aan bij de opvattingen van In
't Anker. Hij begint met een waarschu
wing „Er zijn nogal wat natuurbe
schermers die hopen op het uit pro-
duktie nemen van grond. Het spon
taan afstoten van landbouwgrond is
onwaarschijnlijk. De behoefte aan
landbouwgrond neemt alleen maar
verbrede doelstelling, waar Nijhoff
voor pleit verwijst hij naar relatienota-
gebieden. Alleen in het periodiek
braak laten liggen van grond ziet hij
wel iets, omdat dit volgens hem als
enige van de nieuw geopperde in
strumenten inpasbaar is in het norma
le landbouwbedrijf.
Luisterend naar RPD en Land
bouwschap lijken de kaarten allang
geschud te zijn. Prijsverlaging is voor
hen de sleutel om tot beperking van
landbouwproduktie te komen.
Grondonttrekking door de overheid
of brakregelingen kunnen er mis
schien iets aan bijdragen. Het gevolg
zal zijnversnelde uittocht vanboeren
en boerinnen uit de landbouw, grond-
overdracht aan „blijvers", met be-
drijfsvergroting en produktieverho-
ging als resultaat. Kleinere bedrijven
zullen een oplossing moeten zoeken
in intensieve teelten met eveneens
produktieverhoging als resultaat.
Het is duidelijk dat andere oplossings
richtingen wenselijk zijn, omdat de
vicieuze cirkel van produktieverho
ging en intensivering niet doorbroken
wordt.
Een iets verdergaande oplossing
wordt aangedragen door de georgani
seerde agrarische jongeren, het
N.A.J.K. (Nederlands Agrarisch
Jongeren Kontakt). Aan de overschot
ten moet, net als bij de melk, een einde
komen door afspraken te maken over
hoeveel elke boer mag produceren.
De prijzen mogen bovendien niet ver
der omlaag gaan, om te voorkomen
dat akkerbouwers gedwongen wor-
en steeds intensiever te produceren
met behulp van chemische middelen.
Op de grond die vrijkomt door pro
duktiebeheersing van graan zouden
geen andere produkten geteeld mo
gen worden. De teler kan kiezen tus
sen extensief graan telen (zie Nijhoff)
of braak leggen (zie W olff). De prijzen
van andere akkerbouwgewassen wor
den op deze wijze niet bedreigd door
dat de teelt ervan zou toenemen.
Eveneens anders dan de RPD en
het Landbouwschap zijn, volgens een
recente AMRO-enquête, 56% van de
akkerbouwers voorstander van min
der produktie en hogere prijzen. Alle
reden dus om langs deze weg te zoeken
naar milieuvriendelijke perspektie-
ven voor de overproducerende land
bouw.